tot een stadigen gloed selieen te voorspel
len, bleek slechts de plotselinge opwelling
van hartstocht bij het schetteren der oor
logsfanfares. Had men dan niet begrepen,
dat de oorlog daarginds iets anders was
dan wat vechten bij kopjes en dat het al
leen het heftig uitslaan van den gednrigen
strijd was tusschen Engelsche en Hollan 1-
sehe nationaliteit, een strijd, die nog altijd
voortduurt Zoo niet, dan kunnen toch
de tegenwoordige gebeurtenissen in Zuid-
Afrika het ons volk leeren.
De rede, die de heer Hofmeier den 6en
Maart te Stellenbnsch in de Kaapkolonie
hield toont, dat deze strijd nog altijd door
de Afrikaners, en door hen zeiven in de
eerste plaats, moet gestreden worden. Er
zijn er daar nog velen, die met taaie vol
harding tegen Engelsche overheerscliing
hebben gestreden, maar die in den vreed-
zamen strijd om het behoud van eigen taal
en nationaliteit het Engeland zonder strijd
gewonnen geven. Hun kinderen worden
Engelsch opgevoed en zelfs op hun eigen
scholen wordt aan Hollandsch Afrikaansch
maar weinig aandacht geschonken. En dit
gaf dien spreker aanleiding te vrageu of
het hun wel werkelijk ernst was met hun
strijd voor behoud van taal en eigen na
tionaliteit.
Het is een vraag, die de Afrikaners zelf
hebben te beantwoorden. Maar voor ons
staat de vraag ter beantwoording, of he^
ons wel werkelijk ernst is met onze liefde
voor Holland en het Hollandsehe, wanneer
wij ophouden de Boereu te steunen bp hun
strijd door ons geld, door ons werk en door
onze sympathie. Wat dunkt u? Wij heb
ben al zooveel gegeven O zeker. Maar
is ons eigen mooie Ho'landscli ons dan niet
veel waard En achten wij het dan niets
aan dat taaie Atrikauerras de broederhand
te kunnen reiken Het zal ons grooter
maken door onze liefde en het zal ons, al
is het dan ook niet oogenblikkelijk, nog
voordeel brengen bovendien. Me dunkt,
we mogen ons, ook terwille van onszelven,
wel tweemaal bedenken, voor we dit alles
door onverschilligheid van ons wijzen. Het
is lang niet zeker, dat het later weer goed
gemaakt kan worden. Nu de aanbieding
en het afslaan van een aanbod kan soms
later berouw brengen. Dat heeft ook de
Algemeene Nederlaudsche Diamantbewer
kers Bond ten opzichte van Afrika onder
vonden alleen was aan haar kant bij die
bedoelde aanbieding heel wat meer risico
dan voor ons bij het brengen van hulp.
Ondertusschen is toch eeu aardig fortuin
tje dien Bond ontglipt. De mijn n.l. waar
uit nu voor eenigen tijd de groote dia
mant »de Cullinan" gehaald is, die voor
was de clienteele steeds bizonder tevreden
over de stiptheid en netheid der bediening.
Op een avond van de maand April 1895
waren in het blauwe salon, een zijkamer
naast de speelzaal, vijf personen in een druk
gesprek gewikkeld: twee vrouwen, waar
van eene de eigenares der inrichting en
drie mannen. Naast mevrouw Lascait zat
een groote, flink gevormde en schoon jon
ge vrouw een cigarette te rooken. De drie
mannen behoorden tot de kunstenaarswe
reld. Een hunner, Vaudrimer, een jour
nalist, was aan het redetwisten met den
dichter Laguermie. De derde was een
slank, blond jongmensch, een beeldhouwer
van veel talent, die zich bescheiden Jean
lliénard liet noemen, maar volkomen recht
had op den naam en titel van Hertog Diern-
stein, daar hij de kleinzoon was van den
beroemden maarschalk Hiénard, die door
Napoleon met deze waardigheid was be
giftigd.
(Wordt vervolgd.)
een waarde van 60 inillioen is verzekerd,
is vlak loor den oorlog voor /'120.000
aan dezen Bond te koop aangeboden. Al
zal de Bond er nu misschien spijt van heb-
beu, dat zij maar niet heeft toegehapt, het
is toch te begrijjieii, dat bij het ontbreken
van eenige gegevens op het aanbod niet
werd ingegaan, vooral waar het heele ka-
jiitaal van den Bond maar 120.000 groot
was.
't Is toch anders voor zoo n Bond een
aardig kap taaltje _/'I2u000 en 't is te be
grijpen, dat lip als vakorganisatie in den
strijd tegen patroons een niet. te minach
ten vijand is. Zon nu tusschen hem en
de Amst. Juwclters-Vere. nig tig weer zoo'n
strijd staan uit te breken De laatste
heeft gemeend, de gevraagde loonsvcrhoo-
ging voor snijders en snijdsters niet te
kunnen toestaan en 't zal dus thans van
't aritwo >rd van den Bond af hangen, 't Is
maar te hopen, dat het nog in vrede ge
schikt wordt, want zoo'n strijd brengt heel
wat ellende en nadeel voor onze industrie
tevens.
Ja, zonder strijd schijnt het hier op de
wereld nog maar niet te gaan ondanis al
le vredes-hymneti. En waarover vechten
de meuschen al niet In Gooiland over
de getneene weiden, welke strijd ze nu
naar de Amsterdamsche Rechtbank willen
overbrengen. In Amsterdam voor die Recht
bank over een kind, dat als jongen in 't
Wilhelutiua-gastbuis kwam en als meisje
eruit, een rariteit, waarm.de de vadergeen
genoegen schijnt te hebben willen nemen.
In de couranten zoowaar over den Utrecht-
schen Dom en den Delftsehen toren, d;e
elkaar de eer van hoogste te zijn betwisten.
En in de Tweede Kamer over de Onder
wijswet. Is het dan niet gelukki dat we
bij al dien strijd nog één kunuen zijn in
gezamenlijke liefde voor ons mooie llol
land en onze eigen taal en dut we ons als
zonen van één stam kunnen scharen om
den vast-geplanten standaard, in welke ba
nen, die boven onze hoofden vrijuit wap
peren in den koelen zeewind, het woord
»liefde" geschreven staat Maar laat ons
dan ook die liefde gestand doen voor al
wat Hollandsch is en bedenken, dat zoo
onze broeders van over zee staan onder
een andere staatkundige vlag, toch boven
ons aller hoofden waait de standaard vau
de gehichtheid voor het Hollandsehe.
En misschien dit eens de volkeren der
weri ld, hun st.rjd moede, zich allen scha
ren onder de ééne vlag van eensgezindheid
en menschelijkheid Het. Vredespaleis heeft
nu eindelijk een plaats gekregen Zal het,
verrezen, de tempel zijn, waai heen alle
n itionaliteiten der aarde opgaan in een
drachtige liefde en vertrouwen? Misschien.
Maar, wanneer niet alle teekenen ons be
driegen, schijnt voorloopig die toekomst
nog zeer verre.
Bij Kon. besluit is benoemd tot mi
nister van buitenlandsclie zaken de lieer
jhr. van Weede de Beerencamp, Hr. Ms.
gezant bij het Hof te Weenen.
De heer Pop, waarnemend directeur-
generaal der Posterijen en Telegrafie is
thans als zoodanig definitief benoemd.
BRESKENS, 17 April 1905.
Met ingang van 1 Mei a. s zijn
tijdelijk verplaatst o. a. de navolgende
kommiezen B. Klop van Zuiddorpe en
J. Roebeling van Oostburg naar IJzendijke,
L. C. van Splnnler van Breskens naar
Kouter en J. G. Prins van Lobit naar
Breskens, (deze definitief.)
Mede wordt de tijdelijke waarneming van
het ontvangkantoor der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen te Hulst met
den 29 dezer belast do heer 11. J. Vooren,
surnumerair, thans nog belast inet de
waarneming van het ontvangkantoor te
Breskens
De heer A. J. van leisel, surnumerair
uit de directie Rotterdam, is aangewezen
voor de tijdelijke waarneming van het
ontvangkantoor te Oostburg, ingaande 26
dezer. M. CL
Gostburg, 16 April. De heden gehouden
algemeene vergadering der Liberale Kies-
vereeniging in het voormalig 4e district
van Zeeland, weid bijgewoond door 69,
later door 74 leden.
Na lezing en goedkeuring der notulen
van de alg. verg. van 29 Januari, werd
overgegaan tot ballotage van 64 nieuwe
leden, die alle werden aangenomen met
algemeene ol bijna algemeene stemmen.
Medegedeeld werd dat dorjisafdeelingen
zijn opgericht te IJzendijke en Schoondijke
die hunne huishoudelijke reglementen
hebben ingezonden, en dooi het Bestuur
zij» goedgekeurd.
»l>e Vaderlander" een nieuw vrijzinnig
orgaan dat in dit distiicl op ruime schaal
is verspreid heeft zeer goed voldaan en
wordt nog steeds ter plaatse waar het ver
spreid wordt, met verlangen tegemoet gezien.
Van de besturen der afd. »West. Z. VI."
van het Nederl. Onderw. Genootschap en
»Oostburg" van den Bond van Nederl.
Onderw. is dd. 29 Maart een schrijven
ontvangen houdende dankbetuiging voor de
krachtige medewerking van de Kiesv.
ondervonden bij de verschillende propagan
da-lezingen over de school-wetnovelle.
Eu van het Hoofdbestuur der Lib. Unie
was eene missive ontvangen behelzende een
antwoord op een aan dit bestuur gestelde
vraag of het wenschelijk is om den Zvtel
van zittende oud-iiberale leden zoo mogelijk
te doen vervangen door meer vooruitstre
vende liberalen, waarop genoemd bestuur
ten zeerste aanbeveelt en adviseert om
alles Ie vermijden wat bevorderlijk zou
kunnen zijn om zulke zetels te betwisten.
Alle werden voor kennisgeving aange
nomen.
Ten slotte ueid lezing gegeven van een
schrijven van den heer Mr. P. C. J. Hen-
mquin waarin deze tc kennen gaf, dat hij
aanvankelijk vast besloten was eene eveu-
tneele candidatuur niet meer te aanvaarden,
dat intusschen, van het Bestuur dezer
kiesvere. niging niet het minst, vau ver
schillende zijden bij tem is aangediongen
op dat besluit terug te komen, dat hij lang
geaarzeld heeft dienaangaande een besluit
te nemen, maar ten slotte voor het ernstige
van den poLt.eken toestand zwichtende zich
nogmaals bereid verklaart eene candidatuur
te aanvaarden.
Intusschen bracht de heer Hennequin
zijn hartelijken dank aan deze en aan alle
andere vereenigingen alsmede aan de vele
particulieren voor de meest ondubbelzinnige
blijken van sympathie hem geschonken
welke mede van zeer grooten invloed op
dat besluit zijn geweest. t
Met applaudissement werd dit schrijven,
dat voorloopig voor kennisgeving werd
aangenomen, begroet.
De rekening over 1904 waarvan dc be
scheiden werden gecontroleerd door de
heeren P. Verhage van Biervliet en P. M
Dikkenberg van Zuidzande, werd goedge
keurd onder dankzegging aan d n Penning
meester Mr. J. 1'. Sluis voor zijn gevoerde
administratie.
De begrooting voor het loopend jaar
werd eveneens vastgesteld.
Als leden van het bestuur waren aan de
beurt van aftreding de loeren J. A. Nee-
teson te IJzendijke en I. de Hultu te
Schoondijke.
Alvorens tot stemming over te gaan vroeg
de heer W. C. de Smidt te Schoondijke of
cr iets tegen was om de benoeming bij ac
clamatie te doeu geschieden.
De voorzitter, de heer Hammacber, meen
de dat er principieel wel iets tegen te zeg
gen was, eerstens is het nooit voorgekomen
en ten anderen zou het de vrijheid der le
den in hunne keuze kunnen belemmeren
en is 't daarom niet gewenseht, terwijl het
eindelijk bij bet reglement verboden is.
Van wege de atd. Schoondijke werd een
procesverbaal van stemming over de aftre
dende bestuursleden ingeleverd.
De voorzitter verklaarde deze beslist in
strijd met het reglement. Als geschiedenis
van het bewust artikel kan spr. mededeelen
dat dit juist alzoo is bepaald opdat zulke,
stemmingen uitsluitend op de algemeene
vergaderingen plaats vinden om te voor
komen dat bij eveutueele herstemmingen
niet weer alles naar de afdeelingen behoeft
te worden gerenvoyeerd en dezstemmingen
dns in ééne vergadering kunnen afloopen.
Daarna werden herbenoemd de heeren
De Hullu met 70 en Neeteson met 69 st.
zijnde voorts uitgebracht op den heer M.
M. Meijer 3, en op elk der heeren P. M.
van Maarleveld en Dr. J. Schouten 1 st.
uitgebracht en 1 briefje in blanco.
De voorzitter wenschte beiden geluk met
hunne herbenoeming hen tevens vragende
of zij deze weder aanvaardden.
Beiden verklaarden onder dankzegging
voor het in hen gesteld vertrouwen, zich
deze keuze opnieuw te laten welgevallen.
Naar aanleiding van den ingekomen brief
van Mr. Hennequin, wees de voorzitter er
op dat ingevolge art. 12 van het reglement
4 ot meer weken vóór eene verkiezing in
eene algemeene vergadering een groslijst
van candidateu wordt opgemaakt om daarna
een of meer definitieve candidaten te stellen.
Nu de algemeene vergadering bij besluit
van 29 Jan. jl. en de afdeelingen eene
motie hebben gestemd om den aftredenden
afgevaardigde dringend te verzoeken op zijn
eenmaal genomen besluit terug te komen,
zou het bestuur de toepassing van art. 12
thans louter eene komedie achten als we
later nog eens bij mekaar nidesten komen
om te doen wat we feitelijk nu reeds kunnen
doen blijkens het algemeen verlangen.
Hel is uit dien hoofde dat het bestuur
hoofdelijk doch niettemin eenparig voor
stelt thans een besluit te nemen omtrent
de candidatuur voor de 2e Kamer.
De beer W. G. de Smidt, het genoemde
art. 12 altijd als eene komedie-vertooning
beschouwd hebbende, ondersteunde het
voorstel van het bestuur ten sterkste.
Met daverende instemming werd het
voorstel om mr. P. C. J. Hennequin als
candidaat te proclarueeren aangenomen.
De voorzitter constateerde uit het ap
plaudissement 't er gerust voor te kunnen
houden, dat de candidatuur met onverdeel-
deelde sympathie is ontvangen.
Met genoegen had hij deze verklaring
van de vergadering vernomen en wenschte
haar en het district 0o3tburg geluk met
het verkregen succes, dat mr. Hennequin
zich opnieuw beschikbaar heeft gesteld.
Maar nu rust ook op ons allen en op al
le vrijzinnigen de dure plicht om die can
didatuur met kracht te bevorderen.
Die plicht hebben natuurlijk alle vrij
zinnigen ook cdders, om te voorkomen, wat