Buitenland.
Gemengd
in Vlaanderen bevorderde bij de katoen
en linnen nijverheid, in Henegouwen bet
minwezen, in Verviers de lakenvervaardi-
ging. Wat heelt Seruing aan dien Oranje
vorst niet te danken! Het was onderzijn
bestuur dat verscheidene groote kanalen
werden gegraven. En als een man gelijk
Willem I, ook thans ons lager onderwijs
beheerde, dan zou de toestand niet zoo veel
te wenschen over laten
Hopen wjj, dat bij de herdenking van
het 100-jarig bestaan dor onafhankelijkheid
deze begrippen in België verbreid mogen
zijn dat de band tusschen Noord en Zuid
nog hechter worde en dat de Waal dan
ook goed begrijpe, dat ook Vlaanderen tot
België behoort, niet als wingewest, maar
als rechthebbende en dat de Nederland-
sche taal eene landstaal, eene nationale
taal is.
R. A. H.
Keizer Wilhelm landde Zaterdag in Tan-
ger oui kwart vóór twaalf.
De vertraging van de landing van den
keizer moet een gevolg geweest zijn van
het rune weer; echter liep er een gerucht,
dat de vertraging een gevolg zou zijn van
de ontdekking van een anarchistisch com
plot.
Het Fransche gezantschap zou de
Üuitsche legatie hebben ingelicht over een
ontdekt anarchistisch complot en zou den
raad hebben gegeven den keizer te waar
schuwen en de landing te ontraden. De
inlichting van Fransche zijde zou den
keizer zijn meegedeeld en deze zou den
oud-gezant in Marokko graat Tallenboseh
bericht hebben gezonden met verzoek een
onderzoek in te stellen. Graaf Tallenbosh
verzekerde den keizer, dat hij geiust aan
wal kon gaan.
De keizer werd ontvangen door den oom
van den sultan Abdoel-Malek, met wien
hij een lang gesprek haddaarna werd
hij begroet door de Duitsche kolonie. Het
corps diplomatique was afwezig. De keizer
begaf zich vervolgens naar de Duitsche
legatie. Inlanders en Spanjaarden bereidden
hem een warme ontvangst.
In antwoord op een toespraak van leden
der Duitsche kolonie zeide de keizer
Ik verheug me in u te kunnen begroeten
de pionniers van de Duitsche nijverheid en
den Duitschen handel, die mij steunen in
mijn taak om in elk vrij land de belangen
van het moederland hoog te houden.
De keizer ontving toen de ministers en
ontmoette beider blikken elkander en her
kende zij hem. Zij verbleekte, maakte een
onwillekeurige beweging van schrik en
fluisterde
Dartigues
Ja, antwoordde hij, bijna nog zach
ter dan zij, Dartigues die u smeekt hem
aan te hooren
Wat wilt ge van mij
Hij las in haar blik zulk een angstige
ontzetting, dat hij zich haastte haar gerust
te stellen.
U spreken over Pierre, over u, en,
als ge 't u veroorlooft, ook een weinig over
mijzelf. Vrees niets. Slechts woorden vol
eerbied zullen van mijn lippen vloeien
Ik bewonder u in dezelfde mate als ik u
benjjd.
Alweder zag zij hem aan en de uitdruk
king op zijn gelaat deed haar angst ver
dwijnen. Op zijn aangezicht lagen ernst
en diepe ontroering.
De jaren hadden tusschen hen beiden
een graf gedolven, waarin het verleden lag
begraven.
(Wordt vervolgd.)
zaakgelastigden, vervolgens notabele Ara
bieren, onder dezen ook den oud-minister
van oorlog El Menebhi.
Daarna had hij in du vertrekken van
den Duitschen zaakgelastigde opnieuw een
lang onderhoud met Abdoel-Malek en ont
ving hij de gezanten van Engeland, Spanje
en Italië, waarbij hij een lang gesprek
voerde met den Spaanschen g-zant
Verder wordt gemeld, dat het de bddoe-
Iing van den keizer was alleen de Duitsche
legatie te bezoeken om elke mogelijkheid
van anti-Fransche betoogingen te vermijden.
De bierdoor verkorte intocht en het feit
dat de keizer niet afstapte in het paleis
waar de sultan vertrekken voor hem had
doen iu gereedheid brengen en waar hij
de gast zou zijn van de Maghzen, heeft
onder de inlandsche bevolking groote ont
stemming gewekt.
De keizer vertrok om 2 uur 's middags.
BRESKENS, 4 April 1905.
Als klerk der post. en telegrafie is o.
m. geslaagd de heer A. van Male alhier,
wien Rotterdam als standplaats is aange
wezen.
Aan het postkantoor Breskens, en de
daaronder russorteerende hulpkantoren, werd
gedurende de innd M aart ingelegd ƒ1 2255.20
terugbetaald ƒ9799.82.
Het laatste, door dat kantoor uitgege
ven boekje, draagt het nummer 4181.
Ten postkantore te Oostburg wordt
geplaatst mej. J. C. S. Hammacher J.lld.
van Amsterdam.
Tot predikant te Boskoop is beroe
pen de Weleerw. heer Ds. H. Vermaas te
Aardenburg.
Waterlandkerkje. Ds. H. J. Meuters te
Ammerstol heeft het opnieuw op hem uit
gebrachte beroep eveneens aangenomen.
De heer J. Prins Mellema vroeger
arts te Groede, is thans benoemd tot 1ste
Assistent der chirurgische afdeeling van
het Evangelische Ziekenhuis to Keulen.
Tot kweekelingen aan de Rijkskweek
school te Middelburg zijn na gehouden
examen o. m. toegelaten F. A. Bo.-endaal
te Groede en A. A. Kole te Nieuwvliet.
Voor lid van den Gemeenteraad te
Zuidzaude (vac -Lansen Croiu) moet her
stemd worden tusschen de heeren .1. W.
de Zwart die 08 en D. Lutejjn-Luteijn die
42 st. bekwamen.
Schietoefeningen.
De Majoor-Commandant van het 4e Ba
taljon 3e Regiment Infanterie te Vlissin-
gen, daartoe gemachtigd door Zijne Excel
lentie den Minister van Staat, Minister van
Oorlog, brengt ter kennis, dat tot verhoo
ging van 's lands weerkracht, de gelegen
heid zal worden opengesteld tot beoefening
van het schieten.
Aan deze schietoefeningen kunnen deel
nemen alle kader-reservisten, miliciens met
verlof en mannelijke ingezetenen van 16
30-jarigt n leeftpd, die niet in het leger on
der de wapenen zijn, onder beding even
wel, dat zij die niet als militair hebben ge
diend, om tot die oefeningen te kunnen
worden toegelaten, moeten deelnemen of
met gunstigen uitslag hebben deelgenomen
aan het voorbereidend militair onderricht,
alsmede zij die een bewijs kunnen overleg
gen, afgegeven door den betrokken officier
onderwijzer, waaruit blijkt, dat zij met
vrucht het voorbereidend schietonderricht
hebben doorloopen.
De oefeningen kunnen bij genoegzame
deelname in de eerste plaats gehouden
worden eiken Zaterdagnamiddag en wel ge
durende de maanden
Mei en Aug. Juni en Juli.
Vlissingen 12/.j7 u., 12'/2—8 u.
Breskens l1/., 7 u 18 u.
Neuzen Groede 27 u., 28 u.
Oostburg 2'/.)7 u., 21/2—8 u.
Zij die aan vorenbedoelde schietoefenin
gen wenschen deel te nemen, of inlichtin
gen daaromtrent wenschen te ontvangen
worden verzocht zich vóór 1 Mei aanstaan
de schriftelijk of in persoon aan te melden
bij den Commandant voornoemd (bureel
Oranjestraat K 60 te l'/mingeii.)
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat in den vervolge, bij
de uitreiking van een der bewijzen van
militaire bekwaamheid en (of) lichameljjke
geoefendheid in het bijzonder op de ge
oefendheid in het schieten zal worden ge
let.
Jongelieden die aan de daarvoor gestelde
eischen niet voldoen en die te geschikter
plaatse aan vorenbedoelde schietoefeningen
hadden kunnen deelnemen, zal de tekort
koming iu het vo doea aan de voor schiet
vaardigheid gestelde eischen van het even
tueel verkrijgen van de hiervoren bedoelde
bewijzen.
Als regel wordt aan het einde van 't
schietjaar een wedstrijd georganiseerd, waar
bij verschillende prijzen zullen worden uit
geloofd, tut een gezamenlijk bedrag van
ƒ1 per deelnemer aan den wedstrijd.
Het volgende staaltje van het weer,
dat in de Golf van Biscaye heerschte, is
zeker wel vermeldenswaard.
Het Hamburger stoo i.schip Licata" van
de reederij Robert M. Sloman, vertrok 8
Maart met ten lading kolen van Newport
naar Catania. Het schip was nauwelijks
een dag op zee, toen een zware storm uit
het Z.W. opstak, die spoedig lot een or
kaan aanwakkerde. De zee was buiteng,-
woon woest en door 't geweldig werken
van het schip ging de lading naar bak
boord ovci, waardoor de Licata nog meer
aan het geweld der golven was blootge
steld. De bemanning deed vei twijfelde
pogingen om de lading te trimmen. Hoe
gevaarlijk dit werkje ook was, het moest
ondernomen worden. Reeds was het ge
lukt, de kolen zoover naar stuurboord over
te werken dat het schip zich weer begtn
op te richten, toen een geweldige stortzee
de Licata zoo ver naar bakboord overwierp,
dat de kolen nog meer dan de eerste maal
overgingen. Thans durfden de lieden niet
langer in de laadruimen blijven, daar zij
gevaar liepen onder de kolen begraven te
worden. De Licata had zulke zwaie slag
zijde, dat de geheele bakboordzijde onder
water lag en zij was hulpeloos overgele
verd aan het geweld van wind en golven,
die nu eerst recht hun vernielingswerk be
gonnen. De gansche bakboordsverschan.
sing en reeling sloegen weg, de bakboords
reddingsboot ging niet een stortzee over
boord. De laadruimen begonnen zich met
water te vullen, in het stookruim stond het
water zoo hoog dat de vuren onder de ke
tels slechts met de allergrootste moeite
aangehouden konden worden. Had het sto-
kerspersoneel niet met eigen levensgevaar
de vuren onderhouden, dan was het schip
met de 25 opvarenden naar de diepte ge
gaan, want dan hadden de lenspompen he'
in de ruimen binnendringende water niet
kunnen verwijderen en dan had ook de
machine niet meer kuiinen werken, waar
door het schip tenminste nog met den kop
op zee gehouden werd.
Meermalen, als een bijzonder hooge zee
over het schip heenbrak en van boven af
in liet stookruim stortte, moesten allen uit
hel stookruim aan dek vluchten, daar het
water op de heete ketels en de vuren in
gloeiend heelen stoom veranderde en het
ruim vulde. Daar de lenspompen het wa
ter ten slotte niet meer overmeesteren kon
den, liet kapitein Wultf bet water in het
stookruim met de groote aschputsm op
vangen en aan dek brengen. Het hielp
ten minste iets om den ondergang van 't
schip te vei hoeden.
Zeven dagen en nachten lang waren de
lieden op deze wijze werkzaam. Van rust
kwam zoo goed als niets. De eenigste
plaats op 't schip, waar men zich veilig
kon ophouden, was aan stuurboordszijde
boven in de gang, die van de commando
brug naar hit achterschip liep. Om het
ongeluk nog erger te maken rukte een
stortzee het luik van het achterste laad
ruim los. Met bovenmenschelijke krachts.
inspanning slaagde uien er in, het luik
weer te bevestigen.
De geheele bemanning was ri eds vol
komen uitgeput, toen op 1"> Maart liet met
stukgoed vuil Liverpool naar Genua be
stemde Engelsche stoomschip «Seholar" in
't gezicht kwam. Onmiddellijk werden
noodseinen geheschen. De storm was ech
ter steeds nog te hevig en de zee ging
nog altijd te hoog, oui den Engelschman
in staat te stellen hulp te bieden. Maar
de «Seholar" bleef in de nabjjheid van de
«Licata" om, als de catastrophe intrad, tot
hulp gereed te zijn.
In den namiddag van den volgenden dag
eindelijk ging de storm iets liggen en door
de bemanning van de «Scholar" werd nu
onmiddellijk met het reddingswerk begonnen.
In een kleine reddingsboot kwamen zij naar
de Licata" over, namen eerst de helft
der schipbreukelingen op, brachten die
behouden naar de «Scholar" en keerden
toen terug, om ook de rest te redden.
Beide tochten slaagden gelukkig en allen
kwamen zonder ongelukken aan boord van
den Engelschman.
Het was trouwens meer dun tijd, want
de «Licata" zonk eenige oogenblikken latei-
in de diepte.
De geredde lieden, die niets van hun
bezittingen konden redden, zelfs de scheeps
papieren moest men prijsgeven, werden
aan boord van de «Scholar" goed verzorgd
en te Vigo geland, van waar zij thans met
bet stoomschip «Cap Frio" naar Hamburg
zijn teruggekeerd.
Behalve de «Licata" zijn deze maand
in de door den zeeman zoo terecht ge
vreesde Golf vau lhscaye vergaan het
Noorsche stoomschip «Alslad", het Spaan-
sche stoomschip «l'edro Menende/," en 't
Deensche stoomschip «Ester". Van dit
laatste stoomschip werden de opvarenden
gered door het Nederlandsche stoomschip
«Mercurius."
Botsing van buurtreinen. Ter plaatse
Les Balances, op het grondgebied van
Salzines (Namen) is de werkmanstrein die
Namen ten 7 ure 7 verliet, iu botsing ge
komen met den trein, die dut uur uit
Saint Gérard moest aankomen.
De twee treinen reden met aanzienlijke
snelheid en daardoor was de schok buiten
gewoon hevig. Ook werden beide loco
motieven geheel of gedeeltelijk verbrijzeld.
Een stoker en een machinist zijn doode-
lijk gekwetst. Er ziju nog een groot dozijn
audere gekwetsten, onder wie de paBtoor