BRES1EESCHE COURANT ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. 14e Jaarg. No. 959. Woensdag 21 December 1904. ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEHAN te Breskens. Het goed recht der Openbare School o Onder zeer groote belangstelling hield de heer C. A. Zelvelder van Heerenveen voor de in dit district bestaande aid van het N. O. G. en de B. v. N. O. Vrijdagavond op de bovenzaal van de »Witte Leeuw" te Groede zijne aangekondigde rede over het goed recht der openbare school. Na een kort inleidend woord van den heer I. J. de Groote van Schoondjjke, be gon de heer Zelvelder met te wijzen op het verblijdend verschijnsel, dat onder ons volk, hetwelk over 't algemeen zeerphleg- matisch is, en niet gauw in beweging is te krijgen, thans allerwege zoo groote belang stelling blijkt in de onderwijs-zaak. Spr. zou niet oppervlakkig, maar duide lijk zijn, zoo, dat de eenvoudigste hem zou kunnen begrijpen, waartoe hij zich zou be palen, tot wat juist, waar en waarachtig is. Hij vroeg allereerst of liet niet vreemd was, dat ten opzichte van het punt waar over allen het eens zijn, nl. dat er lager onderwijs moet wezen opdat het kind ver standelijk zoodanig ontwikkeld zij, dat het overal den kost kan verdienen, juist hier over zoo'u groote strijd heerscht. Niet waar, terstond bij het intreden in de we reld, op de werkplaats, kantoor of waar ook, kan men geen jongen gebruiken die niets weet, maar is juist hij noodig omdat bij wat weet. Door het verschil op dit gebied is de politiek bedorven, oi zoo men ook wil, heeft de politiek de schoolkwestie bedorven. Die strijd is ontstaan sints in de maat schappij eene orakeering plaats had, waar door de heerschende klasse een groote knak kreeg en het zelfbewuste volk de meer vrijzinnige levensbeschouwing deed baan breken. Het was duidelijk dat na de kerkelijke en religieuse overheersching van het oude calvinisme, in ons volk een reactie ontstond, die immer het natuurlijk gevolg is van el ke belaging van geloof en religie. Het dogmatisch calvinisme heeft begre pen, dat met bet «geef mij het kind" en door de school te veroveren, eene groote macht voor haar zou ontstaan in den Staat. Het was er dus alles aan gelegen om bij de kleine luiden niets meer aan onderwijs mee te geven dan strikt noodig was, doch duarentegen op het kind beslag te laten leggen door de geestelijken van allerlei gading. De kath. kerk heeft dat ook begrepen, en vinden in het kind, dat reeds op jeug digen leeftijd tot lidmaat wordt aangeno men, een natuurlijke steun voor hun reac tionair beginsel. Dat verklaart de groote strijd om de school, als men nagaat waar het om gaat. Van welk geloof men ook zij, ja van cal vinist tot paganist, weet men, dat nuast het heilig 2X2 men ook verstandelijk toegerust moet zijn om het brood te ver dienen. Er wordt immers nooit gevraagd welk geloof een jongen op de werkwinkel heeft, maar alleen of hjj bruikbaar is voor het elementaire leven. Alle partijen zien dat in. De schoolwet van 1878, die eene wijzi gingen in tal van opzichten eene verbete ring was van die van '57, tot stand ge komen zijnde onder den toenmaligen anti- rev. minister Van der Bruggen, is rekening gehouden met de toen opgekomen reactie, die begon aan te dringen op steun uit de openbare kas. Van welke richting men ook zij, weet men dat de Grondwet, die voor allen geldt, trouw moet worden gehouden, en als men dat niet doet, gaat alles op z'n kop. Art. 192 nu dier wet zegt, dat het open baar onderwijs is een voorwerp van de aan houdende zorg der regeering. Deze aan de reg. toevertrouwde zorg sluit echter niet uit, dat in '89 eene wij ziging is gebracht in het subsidie aan het lager onderwijs op de bijzondere school. De heer De Savornin Lobman heeft in de «Nederlander" geschreven, dat eene be vrediging van de wet-'89 uitging, en het beginsel, dat het openbaar onderwijs de de aanhoudende zorg der reg. is, de steun aan de bijzondere school niet uitsloot. De vrijzinnigen, die niet reactionair han delden, hebben zich daarbij neergelegd en verklaard, dat die steun aan het bjjz. on derwijs kan worden verleend, doch met be houd van het beginsel van art. 192 dei- grondwet. Met de ingediende wijziging op de Ia- ger-onderwijswet blijkt echter duideljjk, dat bij die aanhoudende zorg voor het open baar onderwijs, de bordjes worden verhan gen. Door de steun die deze reg. aan het bij zonder onderwijs aanbiedt, krijgt deze het karakter van bare aanhoudende zorg, die in lijnrechten strijd is met de Grondwet. Ten opzichte van het toekomstig belang onzer kinderen, kunnen we het eens zijn, is beweerd, en dan zal op het gebied van het onderwijs de strijd uit zijn. En wanneer men dit kon veronderstel len, dan zou spr. den raad willen geven, laat ons er dan maar allen vóór zijn. Maar er zijn tal van waarschuwende tee kenen, die er op wijzen, dat die strijd in lange na niet uit zal zijn. (De heer Blum knikt al van neen I zei spr.) Hij herinnerde aan de feestrede, bij ge legenheid van het jubileum der vereenigiug van chr. onderwjjzers in ons land en ge houden door deszelfs eere-voorzitter, dr. A. Kuyper, waarbij deze zeide, dat de prin cipieels schoolstrijd uit heeft. Spr. toonde met verschillende citaten aan, dat ze veeleer sedert '89 in heftigheid is toegenomen. En in die rede, die dr. Kuyper uitsprak, met buitensluiting van zjjne kwaliteit als minister evengoed als spr. thans optrad niet als districts-schoolopziener doch als particulier belangstellende wekte die eere-voorz. den chr. onderwijzers op om met energie en kracht mee te strijden en het overige 2/3 deel des volks te bewerken voor de bjjz. school, en zulks niet alleen in de school, terwijl het aan de openbare onderwijzers immer euvel is en wordt ge duid, dat zij zich buiten de school met de openbare zaak bezig houden. De schoolstrijd zal niet uit zijn, zegt de redacteur van het anti-rev. blad »Het Noor den", ook al zal dit ontwerp tot wet ver heven zijn, omdat de strijd tegen de open bare school, het kind van het modernisme en geboren uit een bijwijf, moet volgehou den totdat ze geheel ten onder is. Onder die omstandigheden mag men zeg gen dat het aanvaarden van het geschenk in '89, toen de pacificatie werd beloofd, verkeerd is geweest, en is er meer dan vol doende reden om nu niet in 't donkere voort te hollen, te minder wanneer de voor gestelde onderwjjs-novelle inderdaad een ramp voor ons vaderland is. Oppervlakkig beschouwd heeft het ont werp spr's. sympathie, waar in hoofdzaak de opleiding van aanstaande onderwjjzers zal plaats hebben uitsluitend aan kweek scholen. Van de vier systemen van oplei ding, nl. aan kweekscholen, normaallessen, die onder één hoofd, minderwaardig omdat het een africhtingssysteem is, en die in een zeer bjjzonder geval van eigen opleiding, geniet het eerste verreweg de voorkeur, mits 't goed ingerichte kweekscholen zjjn. De Minister is hetzelfde beginsel toege daan. Maar, zegt het ontwerp, de school moet gevestigd zjjn in een eigen gebouw. In strjjd met de letterljjke beteekenis hiervan leest men in de Memorie van toe lichting dat aan dat «eigen huis" eene bij zondere beteekenis kan worden toegekend, doch bljjkbaar met geen ander doel dan om de zuideljjke coalitie-broeders ter wille te zijn, die niet zullen achterbljjven kweek scholen te stichten, maar niet kunnen vol doen aan die bepaling van het eigen ge bouw, met het oog op hun «belofte van armoede" die alle eigendom uitsluit, ook van een gehuurd huis, verklaart de min., kan men spreken als van zjjn eigen, eene uitlegging die spr. betwistte. Voorts achtte hjj zoowel het maximum leerlingen van 24 als het minimum onder wjjzers van 4, geheel verkeerd. Het gaat er mêe als met éénklassige schooltjes, die overal zullen verrijzen. Ook het toezicht over die kweekscholen, dat niet bij het rijk, maar bij den directeur zal berusten, zal eveneens aanleiding zjjn dat deze kweekscholen hun naam onwaar dig zullen zijn en slechts zullen wezen min der waardige opleidings-iustituten, die prac- tisch en zedeljjk lager zullen staan, dan de openbare kweekscholen. De toekenning van het jus promovendi is toe te juichen, maar dan ook dat recht erkend aan de openbare kweekscholen, ter- wjjl de bjjz. bovendien goed ingericht moe ten zjjn en niet zooals nu wordt voorge steld, waarbjj zjj niet aan dien eisch kun nen voldoen. Besliste afkeuring verdient onder dat recht de toekenning van ƒ800 voor elk afge leverde ouderwjjzer, omdat het geven der acte toch niet afhankelijk mag gesteld worden aan het ontvangen van geld. Zon der kwade trouw te willen veronderstellen, mug men toch niemand aan die verleiding bloot stellen. De afscheiding van zwakzinnigen als na- deelig voor wederzjjdsch onderwjjs, is eene goede verbetering. Minder deugdeljjk is de regeling van het salaris van het hoofd in overeenstemming met het aantal kinderen, die in sommige streken tot zeer zonderlinge praktjjken aan leiding kan geven. Voorkeur verdient het stelsel naar het aantal dienstjaren. Bij de bepaling dat het eind-examen aan de kweekscholen zal geschieden ten over staan van één ot meer gecommitteerden van rjjkswege, dan denkt spr. weer aan de ge- coaliseerden derregeeringspartjj die er slechts éen geestelijk adviseur op na houden, en dus met dien, krachtens de wet, als gecom mitteerde kunnen volstaan. In verband met de toezegging in 1901 gedaan aan het toenmalige Kamerlid voor Sliedrecht, dr. A. Kuyper, dat het subsidie voor den schoolbouw ook aan bjjzondere scholen zou verstrekt worden indien bleek dat deze in mindere conditie kwamen door de invoering van de leerplicht, wees spr. op de achterstelling van de openbare bjj de bjjzondere school onder dezen minister ten opzichte van de financiëele regeling. Als we dan art. 192 der Grondwet hier naast leggen, dan mag dat punt uit het ontwerp eene verkrachting van haar begin sel heeten. Een der eerste gevolgen van bet aanne men dezer wet, zal zjjn een verdeeldheid zaaien tusschen de ingezetenen des lands. Lettende op de kwalificatie van de open bare school, die door meergenoemden anti- rev. redacteur, hoe onkiesch de uitdruk king ook is is genoemd een kind van een bjjwjjf, dan moet die openbare school toch wel sleeht zjjn. En wat zien we in de praktjjk Dat geen Katholiek, ook al staat hjj op denzelfden wortel des geloofs van de anti- rev., ooit zjjn kind naar een protestantsche school zal zenden, noch een protestantsche calvinist naar een katholieke school, maar steeds, bjj gemis van een eigen geestver wante school, naar de openbare. En als die dan zoo slecht is, als is afgeschilderd, ligt dan de gevolgtrekking niet voor de hand dat de bjjzondere school in hun oogen noch slechter moet zjjn 'i Rest nog de wachtgelden. Deze zijn zeer onvoldoende geregeld. Niet direct voor zoovele jeugdige onder wjjzers, die nog in andere betrekkingen te recht kunnen, maar voornameljjk voor de ouderen, die reeds hoofd van een gezin en vader van kinderen zjjn. Wjj zouden van uit ons humanistisch beginsel, zeggen, dat de zoodanigen geene zorgen behoefden te hebben voor te groote nadeelen. Die wachtgelden dienden verbeterd. Maar als de regeering die aanvankeljjk voldoen de geregeld bad, dan zou men daarmêe den 8chjjn op zich genomen hebben alsof men bedoelde de openbare school te ontvolken. En die schjjn moest gered. Ten slotte wekte spr. alle vrienden en belangstellenden in het openbaar onderwjjs op om lid te worden van Volksonderwjjs", opdat deze vereeniging groot in aantal een machtig adres kan nederleggen aan den voet van den troon om dit ontwerp niet tot wet te verheffen. (Applaus.) De heer De Groote, dank brengende aan den inleider, verleende daarop gelegenheid tot debat. Allereerst werd daarvan gebruik gemaakt door den heer J. H. Blum van Ylissingen.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1904 | | pagina 1