BRESKEISCHE COURANT.
DE ZOON.
ALGEMEEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR
HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
No. 949.
Woensdag- 16 November 1904.
14* Jaarg.
Buitenland.
Binnenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden /0.50, franco per post door het geheele Rijk /0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELENAN te Breskens.
RuslandJapan
De belangstelling voor den oorlog in
Oost-Azië is bij Port-Arthur, dat voor
het oogenblik het eenige doelwit van
de Japanners blijkt, daar de actie ten zui
den van Moekdeu in Oyama's leger nog
zeer flauw is in weerwil van de lange pe
riode van rust.
Het schijnt wel dat de Japs het er op
gezet hebben zich eerst het bezit van het,
geheele schiereiland Liaotong te verzeke
ren, alvorens in andere deelcn van Mants-
joerjje tegen den vijand wordt geageerd.
De vesting heeft het dan ook hard te
verantw oorden en dagelijks moeten stad en
forten zoodanig met artillerie vuur over
stelpt worden, dat het geheel een hel ge
lijk is naar de menschelijke voorstel
ling van deze laatste rust(!)-plaats van zon
dige creaturen.
Het is dan ook geen wonder, dat er ge
sproken wordt van >de laatste dagen van
Port-Arthur". Zeker is het, dat de storm
aanvallen fel zijn en dat de belegeraars
menige versterking bezetten. Maar de voor
naamste forten zijn nog in het bezit van
het heldhaftige garnizoen en daarom zal
men goed doen niet blindelings geloof te
hechten aan de voorspellingen van den aan
staanden val. De forten van Liaotishan en
Itzehan bestrijken stad en haven, zoodat,
al zijn de belegeraars tot het hart door
gedrongen, zij zich toch niet kunnen hand
haven op de veroverde plaats, tenzij uit
putting en gebrek aan ammunitie bij de
belegerden hun gunstig zijn.
Zooals blijkt uit de ontzettende verlie
zen der Japanners in het begin dezer maand,
hebben moed en strjjdvermogen der bezet
tingen niet geleden, zoodat we mogelijk
nog voor groote verrassingen komen te
staan.
De groote vraag is echter: hoe staat het
met den voorraad proviand en ammunitie?
Eenerzjjds wordt bericht, dat de blok
kade sti enger gehandhaafd wordt dan ooit
en anderzijds meldt men dat zelfs groote
stoomschepen de blokkade konden verbre
ken. Jn het laatste geval zal de kranige
StÖ8Sel het met zijn flinke jongens het ze
ker nog wel een tijd kunnen uitzingen in
het andere geval is echter het lot beslist
en is het werkelijk nog maar een quaestie
van dagen.
Terwijl enkele telegrammen deden ver
moeden dat aanstalten gemaakt worden voor
een nieuwen slag aan de Sha-ho, waarbij
dan ongeveer driekwart millioen menschen
een bloedbad zouden aanrichten, geven la
tere berichten van het front de mededee-
ling, dat het nog steeds rustig is.
De indruk wordt gewekt, dat geen der
beide tegenstanders een begin wil maken.
De legers liggen daar nog tegenover el
kander, zooals zij reeds weken gelegen heb
ben, elk aan een der oevers van de Sha.
Het Russische front is in den laatsten
tijd nog meer uitgestrekt en 70 K.M. lang
met Hoeoughoetse op den rechteroever als
centrum en het zwaarste geschut aan den
spoorweg bij Shahopo, vau waar voortdu
rend Okoe's troepen beschoten worden.
En intusschen stoomt de Baltische vloot
kalm op haar doel af en heeft het Russisch-
Engelsche incident in de Noordzee een
vreedzaam verloop, wat aan het lord-ma-
yor-banket in Guildhall Woensdag jl. o
zoo vriendelijk door Engelands minister
Landsdowne verkondigd werd.
De opmerkingen in de afdeelingen der
Tweede Kamer gemaakt, met betrekking
tot de vraag of op dit oogenblik verster
king der middelen noodig is en of in dit
geval verhooging van den accijns op het
gedistilleerd aanbeveling verdient, zijn ver
meld in het atdeelingsverslag over de al-
getneene beschouwingen naar aanleiding
der Staatsbegrooting voor 1905.
De aandacht der regeering werd geves
tigd op de wenschen der branders, die ge
grond worden op de bij de aanneming van
de voorgestelde verhoeging nog klimmende
directe en indirecte nadeelen, welke de ac
cijns-wetgeving, met de daaraan verbonden
verplichting tot het volgen eener bepaalde
wijze van werken, voor hen oplevert. Zij
vragen in de eerste plaats het verleenen
van een uitvoerpremie van ƒ3.50 per HL.
ad 50 pCt. en in de tweede plaats heffing
van een invoerrecht van ƒ1.75 per 100
K.G. van melasse, voor de kokerij bestemd.
De gevraagde premie wordt billijk ge
acht, opdat de den branders toegedachte
vergoeding een werkelijkheid worde, en zij
met de vele landen, waar reeds een uit
voerpremie wordt verstrekt, op de buiten-
landsche markt kunnen concurreeren. Met
betrekking tot het invoerrecht op melasse
wordt aangevoerd, dat een kilo melasse
minstens 50 c.L. gedistilleerd ad 50 pCt.
levert, en dat, om een geljjken druk te
leggen op het gedistilleerd, gestookt uit
geïmporteerde melusse, als op het geïm
porteerde gedistilleerd, een invoerrecht van
ƒ1.75 per 100 kilo zou moeten worden
geheven, terwijl beperking van den invoer
van vreemde melasse geen schade zou doen
ontstaan voor de binnenlandsche suiker-in
dustrie en deze integendeel bevoordeeld zal
worden, wanneer de binnenlandsehe melas
se tot hoogeren prjjs kan worden verwerkt.
Van andere zijde werd gevraagd, of,
wanneer de heffing van een invoerrecht van
ƒ3.50 per H.L. moest dienen als vergoe
ding voor de onkosten en bezwaren, tot
welke het werken onder accijns aanleiding
geeft, het niet veel rationeeler zou zijn
deze onkosten rechtstreeks voor rekening
van den staat te nemen en de bezwaren
zooveel niogeljjk te verwijderen, dan daar
voor een zoo omslachtig en, zooals geble
ken is, zoo onzeker middel te kiezen, waar
door men bovendien ten opzichte van de
spiritus-industrie zou gaan op een weg, die
eindelijk op het gebied der suikerpremiën
door internationaal overleg is verlaten.
Eenige leden zouden gaarne zien, dat de
minister bjj deze gelegenheid teveDS de in
lichtingen verstrekte, van hem verzocht bjj
besluit der Kamer van 23 Dec. 1901, ten
opzichte van adressen, waarin beffing van
een surtaxe op melasse-spiritus werd ge
vraagd.
Voorts werd gevraagd, of, als de accijns
weder verhoogd wordt, het niet raadzaam
ware enkele bepalingen betreffende den in
slag van gedistilleerd te herzien. Reeds
31.
Dat kan ik wel begrijpen
Zeg eens, geen beleedigingen En
wat voer jij hier uit? vervolgde zij, terwijl
zij ongegeneerd haar hoed afzette. Geen
vrouwen hier Niet Dat doet
me plezier of eigenlijk, 't spijt me
voor jou 1 Heb je 'n sigaret voor me
Dankje.
Zij stak een Vizir Hongroise aan en
plapperde verder Ik weet wel, wat je
hier uitvoertVerkiezingen
Mijn bankier ook
Watblief? Wie is die gelukkige dan
Remanpon 1 Hij moet zijn geluk dik
betalen 1 Weet je 't niet?
Er zijn van die dingen, waarnaar ik
nooit vraag.
Kijk wat 'n onschuld 1 Ja, Reman-
pon, is mijn heer en meester. Hij moet
hier 'n tjjdje bly ven voor de verkiezing-.
candidatuur heet zoon ding, geloof ik
van een van z'n kornuiten. Hij telegra
feerde of ik hier bij hem wou komen, en
nu profiteer ik er van, door me van jou te
laten omhelzen. Doe 't nog 'res, zeg
Hij voldeed weder aan haar verlangen,
doch thans niet met dezelfde bereidwillig
heid van zooeven. De luchthartige Parjj-
zenaar, die door baar verschijning was op
gewekt, was weder de Pierre van de laat
ste dagen geworden. De naam vau den
vriend zijns vaders had hem tot nadenken
gestemd. Amandine de Tresmes kon hem
misschien nader inlichten omtrent de krin
gen, waarin zjjn vader zich bewoog, daar
uit zou hij waarschijnlijk gevolgtrekkingen
kunnen maken, die hem den weg zouden
wijzen, welke hij kiezen moet. Hij nam
zich voor, haar ongemerkt handig te on
dervragen.
Dus, Amandine, jij zit tegenwoordig
ook in de politiek
Nou, of! En jij werkt voor Des Bar-
res Koint er niet ventje Hjj heeft
alles tegen zich, de regeering, de geeste
lijkheid, den handel, alles Waar re
ken jij dan op
Op het volkl
Het volk? Maar dat paait men im
mers met beloften En beloven kunnen
mijn luidjes 1 Gouden bergen, hoor
Dan moet je maar eerst eens den candi-
daat zelf kennen.
Ken je dan mijnheer De Maillane
Slechts van aanzien, maar Reinanpon
heeft me veel van hem verteld Schat
rijk En ondernemend Alles
bouwt hjj, steden, havens, spoorwegen, ka
nalen Als er maar 'n millioeutje te
verdienen valt.
En oneerljjk, niet waar? vroeg
Pierre, terwijl hij moeite deed haar niette
laten bemerken, hoe zijn stem beefde.
Oneerlijk? Wel neen, business is bu
siness heeft een Lord ook 'n bescher
mer van me mij eens geleerd.
Zij zullen niemand bestelen, maar
maar al te nauw kunnen zij het met
hun geweten niet nemen, natuurlijk.
Deugdzaam zijn is heel mooi, maar je
blijft er gewoon doodarm bp. Dat is^een
brave vent, maar stom wordt er van ie
mand gezegd, die al wat hij deed eerst op
een goudschaaltje woog. Dat is me een
kerel, die is bij-de-hand heet het van den
man, die recht op zijn doel afging, zonder
eerst te wikken of te wegen, of 't wel met
de strikte eischen eener te ver gedreven
nauwgezetheid overeenkomt.
- En Remanpon en zjjn vrienden zjjn
bjj-de-hand, niet waar?
Dat zou ik denken 1
Zjj laten zich niet door hun gewe
ten van hun doel afbrengen?
Geweten Daar wordt niet naar ge
vraagd, nu zjj 't eenmaal zoover gebracht
hebben. Maar wat ik zeggen wou
Maillane wordt gekozen, dat is zeker, en
Des Barres, met al zijn socialisme, bljjft er
stilletjes buiten. Je zult het zien.
Pierre zweeg. Wanneer men hem acht
dagen geleden gezegd had, dat Des Bar
res bij de verkiezing het onderspit zou del
ven, zou hjj opgestoven zijn Wat had
de laatste week hem veranderd
Mjjnheer de Maillane is getrouwd
niet waar? Hjj heeft een dochter.
Neen, die is van mevrouw d'r eerste
man 'n soort generaal, president van
een republiek aan 't eindje van de wereld.
Zjj was weduwe, toen zjj met Maillane in
't huweljjk trad.
Maar Maillane was vroeger ook ge
trouwd, heeft meu mjj verteld.