RRESKENSCHE COURANT. DE ZOON. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. No. 944. Zaterdag 29 October 1904. 14e Jaarg. Buiten land. FEUILLETON. ABONKEME N T. Per 3 maanden ƒ1).50, franco per post door liet gelieele Rijk /Ü.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAN te Breskens. Het incident op de Noordzee verdringt voor 't oigenblik als 't ware de belang stelling voor wat dezer dagen op bet oor logsterrein gebeurt. Aan de hand van een zeer levendige beschrijving opgevangen uit den mond van een kapitein van een stooiukotter, die zich in de visschersvloot bevond, deelen we de volgende bijzonderheden mede. Vrijdagnacht waren er ongeveer veertig stooiutreilers van de vloot uit Gamecock aan het visschen in de Noordzee, ten zuid oosten van Doggersbauk. Het was een mistige nacht met motre gen, en wij waren verspreid over een uit gestrektheid van eenige mijlen. Tnsscben elf en twaalf uur bad de admiraal van de visschersvloot, volgens de gewoonte, uiet vuurpijlen en gekleurde lichten geseind, in welke richting de vloot dien nacht moest stevenen. Of dat iets te maken bad met hetgeen volgde, weet ik nietalles is een mysterie. Maar daar zagen wij door den mist en den regen een aantal lichten van schepen, groote en kleine. Daar wij wisten dat de Oostzeevloot op bet punt was om te ver trekken toen wij in zee gingen, en daar wij zagen dat de schepen recht op het Ka naal aanstuurden, vermoedden wij natuur lijk dat het de Russen waren. Maar, eer lijk gezegd, had ik op dat oogenhlik niet kunnen zeggen, wat voor schepen het wa ren. Al wat ik weet is dat er vele waren, dat zij elkander met lichten seinden, en dat zjj met hun geweldige zoeklichten elk onzer onderzochten. Plotseling begonnen eenige van de oor logsschepen op ons te vuren of liever op ongeveer twintig booten die het dichtst bij hen waren. In het eerst dachten wij natuurlijk dat het losse schoten waren, en de bootsman van de Tomtit, die dicht bij lag, nam twee groote visschen in zijn han den en hield die op armslengte voor zich uit. Sommigen zeggen dat hij het voor de grap deed, als om de visch aan de Rus sen aan te bieden. Anderen denken dat hij wist dat de schoten scherp waren en hij de Russen wilde beduiden dat wij vreed zame visschers waren, en niet vijanden die kwansuis op treilers waren. De oorlogsschepen waren zoo dicht bij enkele van de booten dat zij, met behulp van kijkers en zoeklichten, met gemak had den kunnen zien, hoe de manschappen aan dek de visch ontweiden, want alle booten waren daarmee doende, toen de eerste scho ten gelost werden. Wij waren verbijsterd toen wij begon nen te beseffen dat men in ernst op ons vuurde, dat de schoten goed gemikt wa ren en er menschen gewond en treinen be schadigd werden. Algemeene verwarring en schrik volgden. Sommige booten waren bezig hun sleepnetten in te halen, toen de beschieting begon zij sneden de vleet af, maakten stoom en gingen er vandoor, zoo hard zij konden. Ik denk dat het vuren zoowat een half uur duurde en dat het kwam uit snelvuur kanonnen aan boord van de kruisers, te oordeelen althans naar de snelheid van het schieten. Ik heb enkele projectielen in de boot zien vastzitten. Zij hadden ongeveer de doorsnede, maar niet de lengte van een groote komkommer, en hadden koperen koppen. Wegens de duisternis en den regen kon den wij de Russische booten niet zien, al leen hun stoomwolken en zijlichten, en de groote zoeklichten verblindden ons boven dien. Wij waren volkomen hulpeloos wij konden niets doen om ons bekend te ma ken, en het zag er naar uit dat wij alle in den grond geboord zouden worden, de een na den ander, zonder een woord van opheldering. Maar gelukkig hielden de kanonnen na dertig minuten vurens in welken tijd dozijnen en nog eens dozijnen projectielen op ons werden gemikt plotseling op en stoomde de vloot snel weg naar liet Ka naal. Waarom zij heengingen, weet ik nietmisschien bemerkten zij de vergissing. Zooals ik zeg, alles was een vreeselijk my sterie voor ons, toen en nu nog. De treiler Crane leed het meest van al aan den aanval. Den schipper van de Crane werd het hoofd geheel van de romp gescheiden, en een ander projectiel doodde den stuurman, het sneed zijn halve hoofd weg van de kin tot het haar. De geheele bemanning van zes koppen werden gewond, enkelen ernstig, en de bootsman verloor zijn linkerhand. Niemand wist dit nog op dat oogenhlik. ofschoon men hoorde kreunen, tot men de Crane zag zinken. De schipper van de Gull, die het dichtst bij lag, zette dadelijk een boot uit en klampte de Crane aan. Hij vertelde mij dat het dek er vreese lijk uitzag, bloed, overal bloed, de hoofde- looze romp van den kapitein en het af zichtelijk verminkte lijk van den stuurman zonder gezicht, en de gewonden weggekro pen waar zij maar konden. »De lage stinkerds, de verdoemde moor denaars barst de kapitein plotseling uit, daar hij hij de herinnering aan de verschrikkingen van dien nacht plotseling woest en zijn gezicht rood werd van op winding. Het duurde een paar minuten, voor hij door kon gaan. Maar dan, vervolgde hij, de dooden en gewonden werden juist bijtijds van de Cra ne gehaald, voor zij zonk. Zij had groote gaten op zij, door welke het water naar binnen gutste. De gewonden werden aan boord van het kerkschip Sarah Myles ge bracht, dat haar lichten bedekte, ofschoon de Russen toen al ver genoeg waren. Verscheidene andere treilers werden ge havend. De Mino kreeg acht of negen schoten boven de waterlijn, en de beman ning moest beddegoed in de gaten stoppem om haar drijvende te houden. Het is onmogelijk, zoo besloot de kapi tein, om te denken dat torpedo-jagers er als treilers zouden kunnen uitzien. De geheele bouw van onze schepen is anders en gemakkelijk te herkennen. Elke boot droeg hare lichten volgens de reglementen van het ministerie van koophandel een dubbele lantaren met wit licht recht voor uit, rood licht aan bakboord en groen aan stuurboerd met een witte kogellantaren aan den top van den mast. Ik denk dat de Russen hun kop kwijt raakten, in verwar ring er op los schoten en daarna wegstoom- Zeg liever smeer dan van mij", want zoo is je meening. Ik weet zeer goed, dat een vrouw tevergeefs haar kind opvoedt en verzorgt, dag en nacht, om hem sterk te maken en schoon. Heeft zij haar doel eenmaal bereikt dan gaat een jong meisje voorbij, dat hij den vorigen dag niet kende, hij ziet haar, volgt haar, en al les is vergeten hij kent niemand buiten haar, hjj is tot alles bereid om aan haar minste grillen te voldoen, om haar glim lach te zien, haar lief kozingeu te verwer ven. Ik weet, dat zulk een ondankbare het hart zijner moeder onder den voet zou treden wanneer hij daardoor spoediger zijn geliefde kon bereiken en dat hij zich bij deze zou beroemen op zijn wreedheid Zij barstte in snikken Appel wist niet meer, hoe haar te troosten hjj besef te, dat de smart haar helderziende maak te en beefde bij de gedachte, welke gevol gen een plotselinge bevestiging van haar onbestemden angst zou hebben Een toe val was voldoende om haar bekend te ma ken met de ontmoeting tusschen vader en zoon. Eene nieuwe niet-ouderteekende brief, besteld in zijne afwezigheid, en de arme vrouw zou, geheel onvoorbereid als zij was, tot in het diepst van haar moederhart ge troffen worden. Al de toewijding, waar mede hij haar gedurende twintig jaar om ringd had om haar schadeloos te stellen voor het lijden, dat een ander haar had berokkend, zou in één oogenhlik vruchte loos zijn gemaakt. Dat wilde hij niet. Francine was getroffen door de wijze, waarop hij haar aanstaarde. Wat wilt ge 1 vroeg zij. Ik heb nagedacht over hetgeen je zooeven hebt gezegd, lieve vrouw, en ge deeltelijk heb je mij overtuigd. Ik hen van oordeel, dat je niet geheel en al on gelijk hebt en dat je recht hebt door je zoon bemind, neen, aangebeden te worden als een godheid. Maar verlies niet uit het oog, dat Pierre niet weet al wat hij aan je verschuldigd is. Gedreven door een kieschheid, die ik waardeer, heb je hem 't gedrag van zijn vader verborgen gehouden, evenals den beklagenswaardigen toestand, waarin deze jou en hem heeft achtergela ten. Een kleine uitlegging hieromtrent ware voldoende om Pierre de oogen te openen. Vindt je 't goed, dat ik mij daar mede belast Op welke wijze vroeg Francine, wier angst vermeerderde. Door hem terug te roepen, of zelf tot hem te gaan. Waarom Bijna dreigend zag zij haar echtgenoot aan. Waarom hem nu in te lichten omtrent een verleden dat ik steeds angstvallig voor hem heb voorge houden Waarom moet hij weten, wat hem gisteren nog onbekend moest blijven Wat houdt je mij verborgen Voor het eerst, sinds twintig jaar, treedt de herin nering aan Dartigues tusschen ons beiden. -- Eens moest dit uur aanbreken Is het thans gekomen Daarop kan alleen Pierre ons een antwoord geven. Wat vreest gij dan Hij zweeg. Wat is er van Dartigues geworden ging zij op somberen toon voort. Dat is de eenige wolk die onzen horizon verduis tert. Ik heb, door kieschheid gedreven, er nimmer met je over gesproken, doch ik dacht onophoudelijk aan dien ongelukkige, uit angst hem terug te vinden. Leeft hij nog Is hij nog te vreezen Zij wond zich steeds meer en meer op. Zweer mij, dat je geen tijding omtrent Dartigues hebt ontvangen Zweer mij, dat ik geen reden heb, mij ongerust te maken. Ik weet er niets van riep Appel uit. Je verzwijgt mij de waarheid, omdat je geen onwaarheid wilt spreken ge wilt mij sparen Maar ik herhaal het, twijfel kwelt pijnlijker dan zekerheid Het betreft mijn zoon Zeg mij, het geen ik het recht heb te weten 1 Appel weerstreefde niet langer. Welnu, het is zoo. Dartigues is weder versche nen. Waar? Te Maillane. Heeft Pierre hem gesproken Ja. Sinds een week is hij niet van zijn zijde geweken. Eu sinds een week hebben wjj geen tijding van hem ontvangen 1 Wat heeft die ellendeling toch wei kunnen doen om

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1904 | | pagina 1