BRESKEHSCHE COURANT. DE ZOON. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. No. 926. Zaterdag 27 Augustus 1904. 13" Jaarg. Buitenland. FEUILLETON. abonnement. Per 3 maanden /0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 ce"t elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruim .ij abonnement lager tarief. Advertentiën wordei .gewacht tot Dili lag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. ïMEEKlIAA te Breaking, Frankrijk. Het is nu weer de werkstaking onder de zeelui te Marseille, die veel hoofdbre kens en zorg baart. Het zeevolk wil, dat de dienst aan boord gelijk gemaakt zal worden aan den dienst op land. Dat is ren onmogelijkheid, de discipline aan boord kan niet verslapt worden, zoodat de goedmoe digheid, die aan wal heerseht, ook op zee zou gelden. Maar de zeelui stonden op hun eisch en men bood aan over deze aan gelegenheid met drie hunner afgevaardig den een gesprek te voeren. Eén ding is toen toegestaan, een verhooging van loon voor het geval, dat een boot een extra-reis moet afleggen terstond na haar aankomst in de haven. Dat was van die gevolgen, dat het per soneel van de Compagnie transatlantique eenige dagen geleden het werk beeft neder- gelegd. Alle werklui van de maatschappij staken, zoodra een schip binnenkomt laat de bemanning het over aan zijn lot. Een der grootste maatschappijen is bang, dat de werkstaking zich zal uitbreiden over alle maatschappijen en dat men binnen eenige dagen verwachten kan, dat de dienst van Marseille op andere havenplaatsen ge heel zou stilstaan. Men ziet geen oplossing van de moei lijkheden, want zelfs al loopt deze werk staking nu met een sis-er af, dan breekt zij morgen aan den dag toch uit in een andere Fransche haven en zoo zal de toe stand blijven zoolang de regeering de wet niet toepast. Het zeevolk, de ingeschre venen bij de marine, zijn deserteurs als zij staken en als zoodanig moeten zij behan deld worden zoo niet, dan is er nooit ze kerheid voor die maatschappijen en nooit zekerheid voor het publiek. De Fransche handel verkeert in een treurigen toestand, onophoudelijk worden onze havens bedreigd met twisten. Bovendien is er ook nog een werkstaking van de scheepsofficieren te duchten. Zij zijn van de onmacht moe de waarin men hen plaatst, zij willen niet langer de bevelen afwachten van de vak- vereenigiug van het zeevolk. Engeland. Koning Edward heeft weer eenigszins de aandacht getrokken op het politiek too- neel. Verleden week werd hij bewierookt door de Oostenrijkers, toen hij met Keizer Franz Jozef wederzijdsche bezoeken wis selde, tijdens zijn bezoek aan Mariënbad, waar Z. M. een kuur ondergaat. Thans weer naar aanleiding juist van die kuur, duiken geruchten van 's Kouings min der gunstigen gezondheidstoestand op, die zelfs door die kuur niet schijnt onderdrukt te kunnen worden. Zelfs beweert men dat zijne doktoren zeer bezorgd zijn. Inmiddels zal Edward VII toch naar Rusland gaan om het peetschap te aan vaarden over den Russischen troonopvol- gcr. Hoewel de Koning als een nabestaand oom van de Tsarina deze formaliteit uit familie-oogpunt zal vervullen, is men nog- tans zeer spoedig geneigd daar achter een politieke overweging te zoeken, voorname lijk in verband met de bekende gevoelens die de Britten koesteren tegenover de Rus sen. Du itscliland. Wie bij den tegen woo rdigen lagen water stand op den Rijn vaart, ziet overal op de rivier groote zandbanken uitsteken, welke den indruk maken van onbegroeide eilan den, tusschen welke de schepen en vlotten zich voorzichtig een weg moeten banen. Bij Lorch en in de Rheingau beslaan die zandbanken een groote oppervlakte. Hier en daar ziet men de jeugd uit de buurt op de zandbanken spelen. Uit het zand ste ken af en, toe klippen op, die anders niet te zien zijn en de schippers tot bizondere voorzichtigheid vermanen. Sedert 1842 moet het peil van den Rijn niet zoo laag zijn geweest. Bij het laatste hoogwater in de vorige eeuw, in 1882, stond de Rijn te Mainz 6 M. hooger dan nu. In het zwaar geteisterde Silezië is het weer thans omgeslagen. Na een droogte van elf weken, is het Maandagnacht be gonnen te regenen. Dinsdag hield de re gen nog aan. De rivieren beginnen te wassen. Italië. Men zegt, dat Italië- wederom met een algemeene spoorwegstaking wordt bedreigd- In 1902 heeft de bedreiging inet het zelfde wapen - althans zoo meenen de spoorweguianuen den Italiaanschen staat genoopt meer dan 20 millioen lire aan eco nomische verbeteringen voor het spoorweg personeel te besteden en de leiders trach ten thans door eenzelfde dreigement nog eens nieuwe eischen ingewilligd te krijgen, die op een zes en dertig millioen zouden komen te staan. Maar het mooiste is de instructie, welke de afgevaardigden van hun lastgevers heb ben meegekregen bij hun reis naar Rome zij hebben enkel te vragen om die 36,000,000 en geen praatjes aan te hooren. Als de regeering niet ja zegt, dan wordt onmiddellijk de algemeene staking gepro clameerd. Dat de regeering aan een dergelijk ulti matum geen gehoor zal geven spreekt wel haast van zelf. Zij is niet van plan onder zulke omstandigheden iets te doen en be raamt reeds maatregelen tegen de leiders der beweging. Buitendien staat haar tegen over de staking het van voor twee jaar bekende en krachtig gebleken middel van militarisatie der spoorwegen ten dienste. Rusland—Japan. Ondanks dat af en toe het vuur der Ja panners te Port-Arthur met tusscbenpoo- zen aanhoudt, is er toch eene betrekkelij ke kalmte ingetreden. Het is ook mogelijk dat de stilte, die slechts door het werpen van enkele zware bommen in de stad wordt verbroken, het gevolg is van schaarschte aan ammunitie voor de belegerings-kanonnen Ondertusschen doen de Russen met de zwakke aanvallen hun voordeel om in stil te nog meer ondergrondsche mijnen te leg gen. Uit eene berekening is opgemaakt dat Japan aan de beschieting van Poit-Arthur niet minder dan 28000 dooden en gewon den ten koste heeft gelegd. Bij meerderen aanvoer van voorraden wordt echter eene hernieuwde bestorming 8. In haar gedachten vertoefde zij bij haar vader, zij zag hem op de kade, bij de boo ten toezicht houdende op het laden en los sen. Daarna maakte hij zijn dagelijksche wandeling naar de courantenkiosk, waar hij Tzijn avondblad kocht. Die herinnering aan haar jeugd reet haar het hart vaneen. Zij werd in haar droomerijen gestoord, doordat er aan de deur werd geklopt. Zij verbleekte, toen het valsche gelaat van Claude Brun op den drempel verscheen. Hij was nog niet bij haar teruggekomen, sinds den dag waarop hij in tegenwoordig heid van Appel de deur was uitgejaagd. Dat hij thans durfde verschijnen, was wel 'n bewijs dat lip verwachtte, Francine in wanhoop en vertwijfeling aan te tref fen. Zij zag, zonder dat één spier van haar gelaat vertrok, hoe hij haar met over dreven beleefdheid naderde en in 't midden van het vertrek staan bleef. Daar zij ech ter bleef zwijgen en hem onbeweeglijk aanstaarde, zeide hij Ik kom namens uw man, juffrouw Dartigues. Hij heeft met mij met een boodschap voor u belast. Zij zag hem met zulk een blik vol min achting aan, dat hij verbleekte van woede. -- Hadt u dan niet verwacht, dat hij eenige kleinigheden wilde medenemen, al vorens heen te gaan Hij meende haar hevig te doen ontstel len, door haar Jean's vertrek als vastbe sloten aan te kondigen. Zij gaf echter nog steeds geen enkel teeken van belang stelling in hetgeen hij zeide en bewoog zich niet. Hij werd woedend doordat zijn woorden zoo zonder eenige uitwerking ble ven. Dus u weet, dat hij heengaat V Zij wilde hem niet de voldoening geven te kunnen opmerken, dat zij het wreede van zijn aandringen gevoelde en vroeg op kalmen, vastberaden toon Wat wil hij meenemen? Zijn horloge, dat hij hier heeft la ten liggen, zijn papieren en z'n linnen goed. Hij liegt; zijn horloge heeft hij ver pand, veertien dagen geleden, en het bank- van-leeningbriefje heeft hij verkocht. Zijn papieren heeft hij niet noodig voor het werkje, dat luj gaat ondernemen, ik be houd ze. En wat zijn linnengoed betreft zie daar Zij bond eenig ondergoed en zakdoeken in een handdoek en legde het pakje bin nen het bereik van Brun op een stoel. Goeden avond. Hij wilde echter zoo spoedig niet heen gaan en vroeg U schijnt niet nieuwsgierig te zijn naar hetgeen Jean van plan is te doen Neen. Wilt u niet weten, waarheen hij gaat? Neen. Is het omdat hij mij heeft gestuurd, dat u zoo slecht te spreken zijt Toen verloor zij haar geduld en bleek als een doode riep zij hem toe Neem het pak mede en ga zoo spoe dig mogelijk de deur uit! Och, juffrouw Dartigues, bent u nog boos op mij wegens dien dwazen streek van laatstU hebt ongelijk, u deedt ver- staudiger door naar mij te luisteren, zoo wel in uw eigen belang als in dat van den kleine. Ik heb het goed met u voor en wil u slechts van dienst zijn. Ik ben op uwe diensten niet gesteld. Men moet niemand te gering schat ten. Als u den toestand beter zoudt be grijpen, zoudt u mij niet zoo onheusch ontvangen Uw man is een dwaas, die niet weet wat hij doet. Als ik hem aan zijn lot overliet De hemel geve, dat gij hem aan zijn lot overliet Een toontje lager 1 Met een dwaas als hij is alles mogelijk. Hij heeft groote kans op stroo te sterven, maar ook, dat hij slaagt. Als alle vrouwen zoo nauw keken, zou 't er mooi uitzien. Ik meen 't goed, en om u daarvan een bewijs te geven, zal ik ii zeggen, waar Jean op mij wacht. Verwonderd keek zij hem aan. Welk belang hebt gij er bij om hem te verra den Altijd het belang! Waarom zou ik het niet uit vriendschap jegens u doen Wilt gij hem spreken Ja. Vt hij wacht mij in het koffie huis Jlace d'Anvers".

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1904 | | pagina 1