GemeiigtL Buitenland. fliig'ezoiiden. Heille, gemeente Sluis, J. J. Jongbloed, is benoemd als rijks-veldwachter te Zuiddor- pe. In de laatste helft van de vorige maand zijn langs de grenskantoren van Zeeuwsch-Vlaanderen naar België gezonden 57 Nederlandsche melkkoeien en drachtige vaarzen eu wel langs Clinge 43, langs Sas van Gent 10 en langs Veldzicht (gein. IJzendijke) 4 stuks. In langen tijd is het aantal zoo gering niet geweest. De heer B. Schram van Sluis, thans onderwijzer te Schoonhoven is te 's-Bosch geslaagd vior de acte hoofdonderwijzer. Te IJzendijke is uit Transvaal weer gekeerd de heer A. Bevin, die daar ver scheidene jaren als drukker heeft doorgi- bracht. Thans was hij er molenaar. Een groot deel van den oorlog heeft hij meegemaakt. Op een verkenningstocht werd hij ge vangen genomen. Ruim een jaar heeft hij op de Bermudah-eilanden als krijgsgevan gene gezeten. Binnen enkele maanden is hij voornemens er weer heen te gaan. IJzendijke. Het muziekgezelschap »Ge- duld Overwint" alhier heeft besloten, in afwijking van het reeds gevormde besluit, om niet aan het festival te Middelburg deel te nemen. De boot, die bestemd was hen terug te varen, zou daartoe nu geen gelegenheid hebben. Woensdagmiddag is een 8 jarige jon gen van den zeeman Van der Harst, wo nende in de Nieuwe Laantjes te Scheve- ningen, van het straudhoofd tegenover den vuurtoren in zee gesprongen om te baden, hij werd door den stroom meegevoerd en verdronk. Zijn moeder zat aan 't strand kort inde nabijheid kousen te breien, toen dit onge luk plaats had. Het lijkje van den 8 jarigen knaap werd een paar uren nadat hij was verdronken, in zee drijvende gevonden door den 10ja rigen Willem Roos, die het op het droge bracht. De politie bracht het naar de ouderlijke woning. De 10 jarige T. E. van Bolsward, kwam Woensdagavond op zijn rijwiel van 't festival te Oranjewoud en reed gelijk op met de tram. Even voor Joure zou hij uitwijken voor een kar en kwam te vallen met het hoofd tegen de treeplank van de tram. In deerniswaardigen toestand werd de bewustelooze jongeling meegenomen naar Sneek, waar hij na een paar uur is over leden. tend wendde zij het hoofd om toen ging hij zwijgend heen. De heer Appel, hoewel een eenvoudige woning betrekkend, was zeer gezien in de geheele wijk. Hij was als geneeskundig assistent verbonden aan een der ziekenhui zen en behandelde de armen, die tot hen kwamen, zonder daarvoor eenige vergoeding tv verlangen. Den tijd, dien deze gratis praktijk aan zijn studie ontnam, haalde hij ■les nachts in. Hij leefde zeer matig en teruggetrokken, zonder eenig vermaak. Slechts één vriend bezat hij, een jong lid van de Kamer, René Des Barres, alge- i vaardigde voor Sarreguemines. (Wordt vervolgd.) Zondag deed een Engelsch heer, die in het hotel Roland te Veere logeerde, een wandeling naar Vrouwepolder. Het schoone strand en de kalme zee bij den molen aldaar, lokten hem tot het nemen van een bad. Hij kleedde zich fluks uit en ging te water, maar o wee. Het is een groot verschil in het water te springen of er uit te komen en dit on dervond ook onze zwemmer. Hoe hij zich ook inspande, hij kon niet uit het natte element geraken, en er was ook niemand om hem te helpen. Door de eb dreef hij zelfs hoe langer zoo meer af. Goede raad was duurhij besloot, waar hij op Wal cheren niet kon landen, dit maar eens op Noord-Beveland te beproeven. Hij zwom het veergat over en landde behouden aan. Hoe hij daar in Adams-kostuum ontvan gen werd, wordt niet gemeld. Intusschen was de zoon van den mole naar van Vrouwepolder op de plaats ge komen waar de kleederen van den zwem mer waren neergelegd eu daar hij nie mand ontdekte, kwam hij tot de slotsom dat er iemand verdronken moest zijn. Hij onderzocht de kleeren en ging, toen hij het adres van den zwemmer bad ge vonden, naar Veere en deponeerde de goe deren aldaar bij den burgemeester. Deze begaf zich onmiddellijk, vergezeld van den secretaris, naar het hotel verze gelde, overeenkomstig de welteljjke voor schriften, de zaken die aan den vermoede lijk verdronken hoer behoorden. Een poos later echter kwam iemand over het Veer van Kamperland en bij zijn aan komst bleek hij de dood gewaande dren keling te zijn, die gekleed was in een boe ren pak met hooge zijden pet op. Alle gezichten in het hotel, die op re gen stonden, klaarden weldra op en nu werd er hartelijk over dit voorval gelachen. Gelukkig dat de Engelsch man een goed zwemmer was, anders toch was hij zeker verdronken daar de plaats, door hem uit gekozen voor zijn bad, bekend staat als zeer gevaarlijk voor baders. Rusland- Japan. De correspoudent van de New-York He rald seinde gisteren uit Petersburg: De troepen van generaal Koeropatkin hebben een ernstige nederlaag geleden. Dit is het nieuws dat uit een uitsteken de bron Ie mijner kennis is gekomen, maar voorhands wordt het nog voor het publiek stil gehouden. Daarom ben ik niet in staat u eenige verdere bijzonderheden mede te deelen dan dat de zaken er voor den op perbevelhebber slecht bij staan, ofschoon men mij verzekert dat hij niet gewond of gevangen genomen is. Hier beseft men ten volle dat er ernstig gevaar is dat ge neraal Koeropatkin's terugtocht wordt afge sneden, wegens de buitengewone beweeg lijkheid van de Japanners. Verder weet men dat een nieuw gevaar dreigt, aangezien Je Japanners, zonder een oogenblik tijd te verliezen, verscheidene af- deelingen de rivier Liao hebben «pgezon- den, welke thans noodzakelijkerwijs de Rus sische achterhoede aan den westelijken kant ernstig moet bedreigen, gelijk generaal Koeroki doet aan den oostkant. De Liao loopt heel tot Moekden. Tegelijkertijd spreken bijzondere tele grammen uit Liao-jang van de plotselinge roerigbeid van de Choeu-ehoezen en van van de vijandigheid welke de Chineesche bevolking aan den dag legt. Deze laatste werpt blijkbaar het masker af. De Japan ners maken thans gebruik van het 6-voet hooge gras, wanneer zij ruiterij gebruiken om de Russen aan te vallen. Dit gras verschaft een voorteffeljjke dekking. Het stelt hen in staat zeer dichtbij te kruipen". De Petersburgsche berichtgever van de Echo de Paris tapt uit een ander vaatje. Kolonel Wolkonski, van den grooten staf, waarschuwde hem tegen de zwartgal lige berichten over Koeropatkin's positie. Hij verzekerde dat die niet in het minst gevaarlijk was. Ten slotte moge nog melding gemaakt worden van een bewering van den Tokio- schen correspondent van de Daily Chroni cle. Deze schreef den 12den Juli 1.1. Wat ik hier zeg, kan den censor niet in den vorm van een telegram passeeren, maar ik acht het belangrijk en weet dat het waar is. De Japanners maken zich sterk, dat zij Port Arthur nu of wanneer ook kunnen vermeesteren, maar vertragen opzettelijk den aanval tot de volgende maand (Augustus), wanneer de bewegiugen tegen de Liao-jang of tegen welke andere plaats ook, waar Koeropatkin stand wil houden, in vollen gang zijn. Als Port Arthur morgen aan den dag viel, zijn de Japanners bang dat de Russen op Charbin terugtrekken. De Japanners willen echter op beide plaatsen tegelijk hun slag slaan en zoo doende den oorlog ten minste voor dit jaar beslissen. J/, de Redt/kleur Verzoeke beleefd plaatsing voor het on derstaande in uwe courant. »Wees u zelf, zei ik tot iemand Maar hij kon niet: hij was niemand". Deze woorden kwamen mij onwillekeu rig in de gedachten, toen ik in uw verslag van de gemeenteraadszitting van IJzendij ke, voorkomende in het nummer van 1.1. Woensdag, de benoeming van een' onder wijzer las Waarom werd No. 1 van de voordracht niet benoemd Was de voordracht mis schien otiwillekeuiig sniet alphabetisch" opgesteld Maar No. 1 is daar op ge plaatst, omdat hij lJzendijkenaar is. On getwijfeld ik zou eerbied hebben gehad voor die 5 gemeenteraadsleden, wanneer zij, zooals uit de stemming is gebleken, no. 3 uit de voordracht hadden benoemd omdat onverantwoordelijk blijft dan echter dat zij dc lJzendijkenaar op no. 1 hebben ge zet zij toch nog de fout hebben willen herstellen, om iemand, die de capaciteiten, mogelijk er niet toe bezat, als onderwijzer te benoemen. Maar bezat no. 1 die bekwaamheid niet? ik moet wel aannemen van ja, daar de gemeenteraad zelf hein het brevet van be kwaamheid heeft uitgereikt. Ik weet wel er zijn veel menschen, die te weinig onafhankelijk zijn, om in ge meentebelangen zich zelf te zijn, een ie mand te kunnen zijn. Maar zouden dezul ken, vooral wanneer zij dit van zich zelf weten niet beter doen, ja is het niet bun plicht, dat zij zulke plaatsen ver laten, waar zij niet een iemand kunnen of durven zjju, maar waardoor zij tenminste toonen, dat zij geen niemand, maar een ie mand willen zijn V En de gemeentenaren zelf? Mogen zij toelaten, dat de belangen van hunne ge meente worden opgeofferd aan eigen of partijbelangen Ik verwacht iets beters van hen. Maar mocht ik mij hierin zien teleurgesteld; het doel van mijn schrijven is, dat ik niet de verantwoordelijkheid wer.sch te dragen mannen te verkiezen voor onze gemeentebelangen, die zoo duidelij toonen, dat zij niet willen of niet durver zij n een iemand. HOMO QUIDAM. P.S. Wie homo quidam is? zult f vragen Och het doet er al weinig ai af. Maar wilt gij het weten Homo qi dam is een ieder, die oordeelt, dat de ge meentebelangen gemeenteraadsleden eischen, die teen iemand" zijn. Ie liupclle St. Pieter onder Nieuwvliet. Ofschoon reeds in 1505 Filips de Schoo ne de schorren en aanwassen xaan weers zijden van het Zvvartegat en het kanaal tusschen Wulpen, Cadzand, Oostburg en Groede", het tegenwoordige Nieuwvliet met andere woordeu, ter bedijking uitgegeven had aan zijn raad en kamerling, Willem van Croy, heer van Chièvres eu ridder van het Gulden Vlies, en aan Jeronimus Lau- reijn, heer van Watervliet, bleven deze landen nog vele jaren na dien onder wa ter liggen, en toen eindelijk aan hun be dijking de hand werd geslagen, waren het niet de oorspronkelijke concessionarissen Croy en Laurejjn meer die haar onderna men, maar verschillende leden van de Brug- sche familie Adornis, aan welke zij hun recht hadden overgedragen. Achtereenvol gens werden drooggelegdin 1527 het Tuinekenssehorre, insgelijks in het octrooi van 1505 begrepen en naderhand St. Jans polder geheeten, in 1535 de Adornis, deze beide door Jan Adornis, de heer van Nieu- wenhoven in 1540 of 1542 de Metteneije door diens weduwe Catharina Metteneije in 1554 de Nieuweuhoven door Jeronimus en Jacob Adornis en in 1602 de St. Anne door Anselmus Opitius Adornis. Gebruik makend van het recht, bij het octrooi van 1505 aan de bedijkers toege kend, bepaalde messire Jan Adornis zich niet tot inpolderen alleen maar stichtte, toen hij het Tuinekenssehorre had droog gelegd, daarin ook een dorp en kerk. In October 1528 werd tusschen hem en den abt van St. Baafs te Gent, wien als pa troon de benoeming toekwam van de pas toors in Aardenburger-ambacht (waartoe ook Nieuwvliet behoorde), een schikking getroffen, waarbij de abt aan Adornis toe stond dat hij »op zijn heerlijkheid, dewelke hij uit de zee bedijkt heeft, zal mogen doen maken een parochiekerk, die men noe men zal de kerke vau Nieuwvliet". Ador nis en zijn rechtverkrijgenden, zoo werd tevens vastgesteld, zouden gedurende 100 jaar den pastoor van Nieuwvliet benoemen, met dien verstande dat de bisschop van Doornik de gedane benoemingen telken reize zou moeten goedkeuren, en dat na het ver- loopen van genoemden termijn het recht van benoeming aan den abt moest verval len. Verder zou de pastoor verplicht we zen in persoon op Nieuwvliet te wonen en zijn parochie zelf moeten bedienen, acht tien jaar lang van Adoruis een dotatie be komen voor zijn salaris en daarna van den abt een jaarlijkscbe wedde ontvangen van 6 pond. Uit de bewoordingen, waarmede in deze overeenkomst van de kerk op Nieuwvliet wordt gewaagd, moet men af leiden dat zij op dit tijdstip nog niet in wezen was. Zij zal echter spoedig daarop zijn gesticht want een stuk van 1533 ver meldt uitdrukkelijk dat bij den vloed van 1530 het gansche Tuinekenssehorre of St.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1904 | | pagina 2