BRESKEBSCHE COURANT ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. No. 903. Woensdag 8 Juni 1904. 13e Jaarg. Binnenland. A BO N N E M EN T. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling, alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnemeut lager tarief'. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Hit blad verschijnt elkeu Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. Dl KLEIMAN te Breskciis. Maatschappelijke opvoeding door den Krijgsdienst. Omtrent de zeer gunstige vooruitzichten, die in den laatsten tijd voor het vrijwillig kader, speciaal bij de korpsen der Infan terie, zijn ontstaan, wordt ons van welin gelichte zijde het volgende medegedeeld De nieuwe pensioenwetten, welke sedert ongeveer een jaar in werking zijn getreden, en die onder meer de gelegenheid boden om na een korteren diensttijd dan voorheen deu dienst met pensioen te verlaten, waren oorzaak, dat reeds in den loop van dit jaar in de verschillende ouderoffieiersgra- den tal van vacatures zijn ontstaan. Gesteund door het pensioen, waarop zij ingevolge de nieuwe wet, op betrekkelijk jeugdigen leeftijd aanspraak konden maken, vonden bedoelde onderofficieren achtereen volgend de gelegenheid, hunne maatschap pelijke positie te verbeteren, door het aan vaarden van betrekkingen van allerlei aard, en ook bij de onlangs opgerichte Rijks-ver zekeringsbank. Uit den aard der zaak had dit. ieit nood wendig tengevolge een betrekkelijk snelle opschuiving van het jongere kaler. Neemt men nu daarbij nog in aanmer king, dat tengevolge van het besluit tot het oprichten van nieuwe regimenten in fanterie waarmede door de oprichting van het 9e en 10e Regiment reeds een aanvang werd gemaakt de behoefte aan jeu deugdelijk kader in de toekomst nog pal toenemen, dan ligt het voor de hand, t vooral thans eene vrijwillige dienstver- ïtenis hij het Wapen der Infanterie aan "3T Ui aa wt je energieke jongelieden zeer goede vooruit zichten belooft. Wanneer men voorts bedenkt, hoe moei lijk het soms valt, om onbemiddelde jon gelieden een eenigszins bevredigende toe komst te openen, daar moet het dikwijls verwondering baren, dat men bij het pogen daartoe geen oog schijnt te hebben voor de voordeelen, die zouden kunnen voort spruiten uit eene verbintenis als hierboven bedoeld. Onbekendheid met die voordeelen moet daarvan wel de oorzaak zijn. Behalve toch, dat aan iederen vrijwilliger bij de Infan terie den nagenoeg kosteloozen weg tot den Officiersrang openstaat, zijn boven dien de vooruitzichten voor den onderoffi cier tengevolge van de hierboven opge somde redenen thans zoodanig verbeterd, dat zij eene vergelijking met tal van bur ger-betrekkingen met glans zouden kunnen doorstaan. Doch nog afgescheiden daarvan opent de onderofficiers-positie op lateren leeftijd dikwijls den weg tot burgerbetrek kingen, waarbij het bezit van eigenschap pen, die bij het leger in hooge uiate wor den aangekweekt (orde, tucht, tact om met minderen om te gaan, enz.) van den ad- spirant worden geëischt. Eu dat die eigenschappen in de burger maatschappij op hoogen prijs wolden ge steld, bleek nog onlangs uit het feit, dat een groot industrieel den zoon, waarop hij later het beheer zijner zaken wilde over dragen, met voordacht eene verbintenis bij het Instructie-Bataljon deed aangaan, in de overtuiging, dat juist dat dienstverband zeer heilzaam zou werken op de karakter vorming van zijn aanstaanden opvolger. Moge het vorenstaande ernstig overwo gen door jongelieden, die bij het kiezen eener carrière op veel bezwaren stuiten en zien zij daarbij niet over het hoofd, dat het bezit van kennis, gepaard aan ijveren goed gedrag zeer zeker ook in de militaire maatschappij tot hun recht komen en een zeer bevredigende toekomst waarborgen. De Middelb. Crt. schrijft: Wij moeten nog eens terugkomen op 't Maandagmiddag op het Molenwater te Mid delburg met een milicien gebeurde. Wfl doen dit slechts noode, maar mee- nen, waar ons eene eenigszins andere le zing daarvan is gegeven, vooral ook omtrent de aanleiding tot het voorgevallene, het nuttig, noodig en vooral billijk tegenover de daarbij betrokken personen, die nadere voorstelling onzen lezers mede te deelen. Een door ons, naar aanleiding daarvan, ingesteld nader onderzoek heeft het volgen de aan het licht gebracht Het is een feit dat de jonge man in een oogenblik van drift deed wat wij meldden, maar het is beslist, niet waar dat er van de zijde van den sergeant kwestie van eeni- ge plagerij is geweest. Deze moge zeer streng zijn in zijne opvatting van den dienst, mjar bij liera bestaat allerminst zucht om den manschappen onaangenaam te zijn. Eu wat deu betrokken luitenant betreft, ons is verzekerd dat zijn optreden tegen over den bewusten milicien eenvoudig ten doel had dezen te wijzen op een zwakheid, waarvan hij nog dezer dagen bljjk had gegeven. In ernstige woorden of die altijd, vooral op dat oogenblik, gelukkig gekozen zijn geweest, zullen wij daarlaten on derhield hij hem daarover, wees hem op 't verkeerde van een afkeurenswaardig euvel, dat voor hem zeer nadeelig en waarvan verbetering hoogst gewenscht is. Die woorden nu moeten een verkeerden indruk hebben gemaakt op den persoon, die vooral geprikkeld werd door het feit dat ze geuit werden in tegenwoordigheid van zijn kameraden en de luitenant, volgens zijn en anderer gevoelen, te ver op het on derwerp inging, Later, toen hij weer tot kalmte was ge komen, en de luitenant met hem nog eens onder vier oogen sprak, is hem de bedoe ling dier woorden nader verklaard. Er is dus bij deze gebeurtenis weer ge bleken, hoe men een zaak van verschillen de kanten kan beschouwen, en hoe licht een misverstand mogelijk is. Tegelijkertijd is ons verzekerd en wij vermelden dit ten slotte, in verband met een in hetzelfde bericht voorkende be wering, als zouden hier in het garnizoen meermalen onheusche bejegeningen van minderen door meerderen plaats hebben dat de verhouding tusschen onderofficieren- instructeurs en de recruten niets te wen- schen overlaat. Wij geven ook deze mededeeling zooals zij ons is gedaan. Uit het feit dat H. M. de Koningin met den Prins Zondagmorgen niet ter kerk eei gel roe kw wa een 1 vro sex geh Iers tehi O iaai m a »t

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1904 | | pagina 1