BRESKEISCHE COURMT ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. No. 900. Zaterdag 28 Mei 1904. 13e Jaarg. F7 -v ABONNEMEN Per 3 maanden /0.50, franco per post door het geheele Rijk /0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Uit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIEEEMAN te Breskens. Een stem vóór invoerrechten. Mr. A. de Jong van Rotterdam beeft in eeue openbare vergadering van het comi té van anti-rev. kiesv. in Zeeland te Ter Neuzen o. m. over bovenbedoeld onderwerp gesproken. Ten einde onzen lezers een blik op het belangrijke van deze kwestie te geven, hebben we die vergadering bij gewoond en geven we hierbij het resumé van het te dier zake verhandelde. De invoerrechten zooals die door den min. van financiën in zijn ontwerp zijn nedergelegd, zijn geraamd op eene bate van 9 millioen gulden. Bij de 11 millioen die de thans gehe ven invoerrechten opbrengen, zouden ze dus volgens het nieuwe tarief 20 millioen worden. De min. heeft de 9 millioen noodig voor de bekostiging van de sociale hervormin gen die in uitzicht zijn gesteld. Die zijn er nog wel niet, maar die ko men er te avond of morgen toch, en een goed financier zorgt dat de gelden er zijn als ze noodig zijn. Langs welken weg moeten die 9 millioen er komen? De belastingen opvoeren is zeer beden kelijk omdat ze reeds hoog zijn f boven dien zou de verhooging dan met i/4 moe ten geschieden van de waarde die ze nu reeds hebben. Minister Pierson uit het vorige Kabinet achtte versterking van 's rijks middelen alleen mogelijk door verlio >ging der in voerrechten. Ook den buidigen minister Harte komt K. IM ha en zii 22 Mt dat 't meest rationeel voor. Zijn ontwerp heeft een tweeledig doel, een fiscaal en een beschermend. Fiscaal als strekkende om de schatkist te versterken en beschermend om de nati onale nijverheid te bevorderen. De eerste aanleiding tot de heffing van invoerrechten is de uitbreiding der middelen. En deze belasting is bovendien zoo bil lijk mogelijk geregeld. Ja, ze is zelfs zoo bescheiden, dat het soc.-dem. dagblad »het Volk" haar van zoo geringe afmetingen acht, dat er bijna geen politiek wapen te gen de huidige regeeriug uit te smeden is. De te heffen rechten zijn verdeeld over grondstoffen, die nl. welke noodig zijn voor de vervaardiging van artikelen, zooals ijzer, hout enz., verder half fabrikaten, waarvan de naam reeds aanduidt dat ze ten deele zijn bewerkt, en eindelijk heel-fabrikaten, die natuurlijk voor directe aflevering ge reed zijn. Dit alles is weer onderscheiden in arti kelen voor dagelijksch gebruik en die uit weelde worden gebruikt. Met dat alles is rekening gehouden ook de artikelen die nu reeds zijn belast, hetzij te zwaar of te licht, zijn aan eene herziening in het ontwerp onderworpen, en in overeenstemming gebracht met het lei dend belasting-beginsel van dit concept. Ter bestrijding van dit ontwerp wordt gewezen op den vrijen handel die Enge land tot zoo'n grooten bloei bracht en meu zegt dat Rotterdam aan den vrijhandel zijn opkomst te danken heeft. Uit statische gegevens is echter iets ge heel anders af te leiden. Ons land telt 5 millioen inwoners en er wordt 11 millioen guldens geïnd aan in voerrechten is opzichzelf dit reeds verre van vrijhandel, ongunstiger wordt de ver houding tegen het hoog geroemde vrijhan del-stelsel in Engeland, waar op elk getal van 5 millioen inwoners 34 millioen gul dens aan invoerrechten wordt ontvangen, dat is nog 23 meer dan bij ons. Wordt nu het vryhandel-stelsel van En geland immer gesteld als voorbeeld voor eene bloeiende staat, dan is met het cijfer der invoerrechten gelijk dat daar geheven wordt er niets tegen om ze bij ons voor sommige wat hooger en over wat meer artikelen te nemen. Slaan we de blik even over de grenzen^ dan zien we de bloei van Duitschland im mer stijgen onder de beschermende rechten. En het is dezelfde bloei die aan Rotter dam met haar transito-verkeer een groote vlucht heeft gegeven, en niet, zooals men wil beweren, de vrije handel. 't Is ook dezelfde bloei van de Duitsche nijverheid die de wereldmarkt overvleugelt, en Engeland de oogen doet openen om, nu het getg verloopt hare bakens te verzetten. Alhoewel met weerzin de naam Cham berlain door elk Nederlander wordt uitge sproken, kan hem, die in alle deèlen er op uit is de naain van zijn land op elk ge bied een uitgebreider beteekenis te geven, in dezen evenwel den lof niet onthouden worden, eene reusachtige actie op touw te zetten om in zyn land tot invoerrechten te komen, ziende dat Duitschland het trotsche Albion op de wereldmarkt overschaduwt. Zijn dat niet alle teekenen die voor ons het h. ff.-an invoerrechten rechtvaardi gen Ze zijn Uat stellig ook voor ons land waar het geldt de bevordering van de na tionale nijverheid. Door het hoogere recht van invoer zal de binnenlandscbe nyverheid gemakkelijker kunnen concurreeren, onwillekeurig zal, door dat de prijzen zullen kunnen blijven bene den die van het buitenland, meer vraag komen naar artikelen van het binnenlandi en meer afzet heeft meer arbeid tot op nieuw vervaardigen tengevolge. Dezelfde omstandigheid is waar te nemen in Dunschland, werwaarts zelfs tal van werklit-den heentrekken die hier geen werk kunnen vinden wegens slapte in verschil lende bi dry ven. Men spreekt er van dat de werkman bij een en ander weinig of niet gebaat zal zijn, omdat door de rechten tal van arti kelen, ook voor zyn gebruik bestemd duur der zullen worden. Ontkend kan niet worden dat de prys iets hooger zal worden van sommige arti kelen, maar bij eenige meerdere en betere verdienste is dat toch zonder bezwaar te overkomen. En aan den anderen kant bestaat er toch voor de verbruiks-artikelen niet een uniform-tarief; integendeel zyn massa's duurder op het platteland dan in de ste den, zelfs ondanks het vervoer, dat natuur- lyk eenige kosten met zich brengt. De denkbeeldige bezwaren tegen invoer rechten kunnen beslist niet opwegen tegen hunne gunstige zyde gelyk het bescher mende buitenland ons toont. ta en 58

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1904 | | pagina 1