Binnenland.
Gemengd»
iemand, die uitstekend met liet rijtuig ver
trouwd was. Maar wie kan er voor, dat
er ongelukken gebeuren, als een overweg
niet veilig is
De wegwackter liouffy, door wiens schuld
het ongeluk plaats had, is in hechtenis ge
nomen en naar Melun overgebracht.
Hij is eindelijk zoover, dat hij zich de
omstandigheden van het geval weer goed
kun voorstellen. Zijn verhaal luidt aldus
ik zag geen rij cuig aankomen en zoo haaste
ik mij niet den afsluitboom dicht te doen.
Ik was aan het praten met mijn buur
man. Wij hadden het over de verkiezin
gen, en ik vroeg hem of hij ook bij de
opening van de stembus tegenwoordig zou
zijn, toen ik, plotseling een stofwolk zag
en tuf-tuf hoorde; daar kwam een automo
biel aanvliegen. Ik begreep, welk gevaar
die menschen liepen, als zij op den weg
kwamen, want juist was mij van 't station
Ozouer geseind, dat de sneltrein er aan
kwam. Ik sprong voor de automobiel, op
gevaar van mij te laten verpletteren en
zwaaide met de pet en riep ho ho
Dadelijk remde de chauffeur, maar hij kon
den wagen niet op tijd meester worden.
Had ik ze hun weg maar laten vervol
gen, huilde de rampzalige wegwackter. dan
hadden ze misschien nog wel tijd gehad
de spoorlijn over te komen. De automo
biel is aan den achterkant aangereden, één
radomdraai meer, dan was het ongeluk
niet gebeurd.
De Regeering heeft bij de behandeling
van de Drankwet eene wijziging voorge
steld om art. 1 van het ontwerp aldus te
lezen
1. Onder sterkedrank verstaat deze wet
alcoholhoudenden drank, met uitzondering
van wijn en bier, waarvan het alcoholge
halte een bij algemeenen maatregel van
bestuur vast te stellen maximum niet over
schrijdt.
2. Onder gegisten drank verstaat deze
wet wijn en bier, waarvan het alcoholge
halte het in het eerste lid bedoelde maxi
mum niet overschrijdt. Andere alcohol
houdende drank, waarvan het alcoholge
halte dat maximum niet overschrijdt, kan
bij algemeenen maatregel van bestuur voor
de toepassing dezer wet met gegisten drank
worden gelijkgesteld.
3. Onder verkoop van sterkedrank in
het klein wordt in deze wet verstaan ver
koop bij hoeveelheden van minder dan 10
liter.
4. Deze verkor," -
a voor gebruik ter plaatse van ver
koop
b. voor gebruik elders Jan ter plaatse
van verkoop.
5. Het vierde lid is niet van toepassing
in eene gemeente met minder dan 5000
inwoners en in eene andere gemeente door
Ons, Gedeputeerde Staten gehoord, daarvoor
bij algemeenen maatregel van bestuur aan
gewezen, een en ander voor zooveel betreft
den verkoop in eene voor het publiek toe
gankelijke lokaliteit, uitgezonderd dien in
een logement alleen aan logeergasten.
De verkoop, bedoeld bij letter b. van
het vierde lid, geschiedt niet anders dan
in gesloten, over kurk en bovenrand van
den hals door metalen doppen of luk, om
sloten flesschen, kannen ot kruiken, inhou
dende ten minste 2 deciliter.
7. Bij algemeenen maatregel van be
stuur kan worden bepaald, welke bitters
en dergelijke alcoholhoudende dranken, die
alleen na toevoeging aan anderen ster
ke drank worden gebruikt, bij geringere
hoeveelheid dan twee deciliter verkocht
kunnen worden.
URESKË.VS, 6 Mei 1904.
Geslaagd voor de hulpacte de dames O.
S. Risseeuw van Retranchement, E. P.
Wisse van Breskens en M. W. Ie Fèvre
van Aardenburg.
Tevens slaagde mej. Wisse heden voor
het examen der vrije- en orde-oefeningen.
Tegenover het aftr. lid der Staten de
heer H. Loois voor Ylissingen stelt men
zich van liberale zijde voor de heer dr. J.
J. van der Harst, arts te Koudekerks can-
didaat te stellen.
In Goes moeten anti-rev. en kath. tot
overeenstemming gekomen zijn om geza
menlijk de heer J. P. G. Timans te stel
len voor de vacature Kakebeeke.
In Zierikzee zijn door de anti-rev. ge
steld de heeren 0. Hage, C. J. Boogerd
en J. Bouwman.
In het district Sluis is de gedragslijn
der anti-liberale partij nog niet vastgesteld
een gerucht dat wederzijdsche candidaten
door beide partijen zullen gesteld worden,
heeft zich nog niet bevestigd.
Annlciihur»'. Met ingang van 16 dezer
is de kommies 2e klasse bij 's rijks belas
tingen J. van Goethem van Sas van Gent
overgeplaatst naar hierterwijl de alhier
gestationneerde kommies 2e klasse F. Re-
merij is bevorderd tot kommies le klasse.
Hoofdplaat. Woensdag herdacht onder
vele blijken van belangstelling. het echt.
Sluis. Dinsdag is te Utrecht overleden
de weleerw. heer J. C. Verhoef, emeritus
predikant bij de Ned. Ilerv. gem.
In 1849 deed hij zijne intrede in deze ge
meente en na een verblijf' van 10 jaar
alhier vertrok hij naar Amersfoort en ver
volgens naar Utrecht.
Een klein meisje van den werkman
J. v. A. te Zaamslag bevond zich met ge
sloten deur in huis.
Geen weg wetende om er uit te komen
sloeg zij een ruit stuk, van welk glas nog
een stukje bleef staan.
Toen zij zich door de geopende ruimte
wilde heenwerken om naar buiten te komen,
verwondde zij zich aan den buik, op welk
pijnlijk gevoel zij zich liet vallen, met het
gevolg, dat zij zich zoo erg verwondde,
dat haar de ingewanden uit het lichaam
hingen.
In dezen toestand liep zij naar de op
eenigen afstand van hen wonende buren,
waarna dadelijk geneeskundige hulp werd
ingeroepen.
Wonderlijk genoeg deed deze gruwelijke
verwonding haar zichtbaar geen pijn, hoe
wel zij niet buiten gevaar is.
De heer J. Mulder, Ontvanger van
's rijks belastingen te Ossendrecht, is be
noemd tot adjunct-inspecteur der belastin
gen te Utrecht.
Te Parijs is Maandagoaeht de oud
raadsheer Amédée Taillefer, 75 jaar oud,
levend verbrand.
Toen hij op zijn slaapkamer de kaars
wilde uitblazen, vatten zijn baard en zijn
haar en vervolgens zijn onderkleerenrvuur.
Zijn vrouw, niet heel vlug ter been,
kwam op zijn hulpgeroep toeloopen maar
was niet bij machte hem te helpen.
Zij riep de buren, die den ouden heer in
dekens wikkelden en het begin van brand
bluschten.
Het was evenwel te laat geweest: Tail
lefer stierf enkele uren later, na een vree-
selijken doodstrijd.
De Doopsgezinden fe Meuwvliet.
I.
Waar ergens onder Nieuwvliet de »Men-
nistekerk" is te vinden, behoeft de in dien
omtrek bekende lezers van dit blad niet te
worden aangewezen. Een ieder weet ze te
staan, de eenvoudige arbeiderswoonste in
het waren Belgen de Nieuwvlietsche
Mennonieten al zoo herkomstig waren.
In 1629 dan getuigde de baljuw van
Waarschoot voor het Hof' van Vlaanderen
te Gent »dat nu geleden drie jaren Bar-
tiiolomeus Muiier met zijn huisvrouw en
huisgezin uit die parochie is vertrokken en
gaan wonen in het eiland van Cadzand,
blijkbaar om de vrijheid van do secte of
religie (der Mennonieten), vermits hij al
daar is geworden hun voorlezer, hoewel hij
vóór zijn vertrek noch lezen noch schrij
ven konste, gelijk hij ook vóór zijn ver
trek was een eenvoudig wever, daar hij nu
zeer rijk en welgegoed is, hebbende onder
anderen in dat eiland een huis onlangs
doen bouwen waard meer dan 600 pond
grooten, hebbende in het eerste van zijn
aankomen gelogeerd geweest bij den bis
schop (voorganger) van de genoemde her-
doopeis, alwaar hij is onderricht geworden
in zulker voege dat hij hun voorlezer is
geworden en voorts voortgeholpen bij de
gene van die secte op zulke wijze, dat hij
tegenwoordig is gekomen tot grooten rijk
dom".
Krachtig en sterk door de stille deug
den, die de Doopsgezinden overal sierden,
hun ingetogenheid en naarstigheid, en door
liet broederlijke gemeenschapsgevoel, dat
hen te allen tijde heeft gekenmerkt, schij
nen zij ook te Nieuwvliet hun Gerefor
meerde medeburgers spoedig in welvaart en
vermogen voorbij te zijn gestreefd. »Nu
(zegt ds Dobbelaer in 1659) zijn zij een
groot getal en worden dagelijks sterker
weinig of' geen tegenstand vindende, heb
ben een groot gedeelte van de heerlijkheid
in beslag genomen, bezitten de grootste en
schoonste hofsteden in dezelve, daar zij
aan geraken door het koopen als zij maar
veil vallen door het sterven en overlijden
van de onzen (de Gereformeerden)".
In die woorden lag werkelijk niet de
minste overdrijving, want van elders is het
bekend dat in ditzelfde jaar 1659 van de
1003 gemeten lands, welke de heerlijkheid
bevatte, verreweg het grootste gedeelte,
niet minder dart 650 gemeten, door Doops
gezinden werd gebruikt.
Dat zij zich, stoffelijk zoo zeer vooruit
gaande, voor het houden van hun Gods
dienstoefeningen niet langer wenschten te
behelpen met het afdak van een schuur,
spreekt bijna van zelf. In April 1655
kochten zij van den heer van Nieuwvliet
(een lid der familie Adornis) een partij
land in den Grooten St. Annapolder en
daar vhebben zij (zegt Dobbelaer) over 2
2 :.i,r&w,r\'v o'ia eigen kosten een