Binnenland. voeling te krijgen met de Japansclie rui terij. Generaal Misjtsjenko rukte daarop (den 27en) naar Kasan op. Dit plaatsje ligt, evenals Tsjung-dzjoe, aan den weg die niet ver van de kust, van Wi-dzjoe naar An-dzjoe loopt, en even vóór deze laatste stad de riviertjes Tseng-tiën en Mal- lim-gang overgaat. De Russen werden den 28en bij Tsung- dzjoe, op eenige K M. ten westen van Ka- san, door de Japansclie ruiterij en voet volk beschoten. Zij bezetten toen de hoog ten bij de stad en bestookten de daar ver schanste Japanners, die het echter uithiel den totdat zij versterking kregen. Japansclie ruiters voegden zich bij de bezetting van Tsjung-dzjoe, en ook vier compagnieën Japansclie infanterie kwamen opdagen. Toen trokken de Russen in goede orde naar Kwaksan, achter Tsjung-dzjoe, terug. Vermelding verdient nog, dat de Japan ners ook Jung-pjung, ten noorden van An- dzjoe, bezet hebben (het plaatsje ligt op den weg naar Oen-san) en dat, als men een particulier bericht gelooven mag, Russische en Japansclie voorposten reeds in aanra king met elkander gekomen zijn in den omtrek van Hamheung, ten noorden van Gensan, op de oostkust van Korea. H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins zullen Dinsdagavond de residentie verlaten en eene reis naar Italië maken. Na een verblijf van drie weken aldaar keeren zij naar Nederland terug, zoodat de koninklijke familie tegen 23 April terug verwacht kan worden. Aan de negen afgevaardigden van Amsterdam ter Tweene Kamer zijn ver zonden de lijsten, voorzien van zeventigdui zend handteekeningen van personen die protest teekenden tegen het ingediende drank wetsontwerp. Het aantal handteekeningen van geheel Nederland bedraagt 250.000. KUF.SKKVN. 1 April 1001. Na gehouden examen zijn toegelaten aan de Rijksnormaallessen te Oostburg Tweede klasse Geziena van den Berg, Aardenburg. Eerste klasse Karei W. Beerens, Sluis, Abr. J. de Vlieger, Zuidzande, Rene de Vuijst, IJzepdijke, N illeminu van den Berg, Aardenburg, Johanna G. C. Gerrit sen, Catholina van Melle, Mary Poelman, allen te Breskers, Maria Lucieer, Oostburg. Voorbereidingsklasse hoogste afdeeling: Seraph. F. Mollenberg, Hoofdplaat. Laagste afdeeling: Corns. Brakman, Schoondijke, Jacs. A. Droog, Breskens, Achilles Jolivet, Aardenburg, Francois Ma- belis Sluis, Philemina van Leeuwe en Ma ria O. Willeuisen, beiden te Oostburg. Aan de Rijksnormaallessen zijn thans 56, aan de Voorbereidende klasse 17, alzoo te zamen aan de geheele inrichting 73 leer lingen. Als kweekelingen bij de Rijkskweek school voor onderwijzers te Middelburg zijn o. in. geplaatst K. W. Beerens te Sluis en A. 1. de Vlieger te Zuidzande. Men schrijft van de Belgische gren zen Onze handel in slachtvee met België is in de laatste weken zeer achteruitgaand, en geen wonder. Door den invoer van Ameiikaansch vee en van ontzaglijke hoeveelheden bevroren vleeseh uit Argentinië is de prijs van het vleesch in België zeer gedaald. Met het oog op het a. s. Paaschfeest is goede en beste kwaliteit ossenvleesch in de hallen te Antwerpen verkrijgbaar voor de volgende prijzen Hoepvleesch 30 cent het kilo, rostbeat 50 cent, worsten en gehakt 40 cent per kilo. Door de Landbouwgroep der Kamer van volksvertegenwoordigers in België zal bin nen eenige dagen een voorstel ingediend worden om den invoer van bevroren vleesch uit Amerika te verbieden. Maandagmiddag had te Terhole, ge meente Hontenisse een droevig ongeluk- plaats. Een achtjarig knaapje Lansn genaamd, liep, zooals dat wel meer gebeurd, met den tram mede toen deze van de halte vertrok en hield zich aan den platten wagen vast. Of hij nu het evenwicht verloor of mis- trapte, hij geraakte onder het wiel dat met de volgende over hem heen ging, zoodat hij deerlijk verwond met afgesneden been yjMood bleef liggen tegenover de woning van Kips. lu den nacht van Zondag op Maan den landbouwer D. B. te Axel gestolen. doch bemerkt hij dat men die taal niet volkomen machtig is, dan doet dat er niet toe, hij zal den blief aan het buitenland- sche huis wel dicteeren. De Hollanders schijnen vaak te goed van vertrouwen te zijn ui er wordt ge contracteerd doch niet voor koop iu dépot en op afrekening. De schrijver verbindt zich in den gedeticteerden brief voor een gewonen koop. Is deze koopbrief in bi) het huis in bet buitenland aangekomen, dan komt het be drog spoedig uit. VVnnt dat huis, dat te goeder trouw is, acceppeert en wil leveren en de Hollander wil wèl ontvangen doch in dépot en niet in gewonen koop. De handelsreiziger heeft intussehen zijn provisie te pakken, want die wordt hem uitbetaald als de informaties naar den koo- per goed zijn uitgekomen, zoodat wel de kooper als bet huis de dupe is. Ontslag van den reiziger volgt, doch te laat, en verhaal op dezen is er gewoon lijk niet. De Dordt. Crt. acht het in het belang van den reëelen handel dit te publiceeren, zoo wordt aan zulke praktijken het best een einde gemaakt. Een troep militairen trok Zondag nacht te Utrecht onder groot rumoer naai de kazerne in de Kroeselaan. Een politieagent, die hen op deze on hebbelijke handelwijze attent maakte, werd uitgeschreeuwd en op scheldwoorden ont haald. Herhaaldelijk spooide deze hen nog aan om zich fatsoendelijk en ordelijk te gedra- den, doch zijn woorden vermochten niets op de jeugdige en verhitte gemoederen. Eindelijk het nuttelooze hiervan inzien de, besloot deze agent de rustverstoorders naar de kazerne te volgen en aldaar de namen van de belhamels op te eischen. Dit werd ten uitvoer gebracht. Doch nauwelijks had hij den comman dant der kazeruewacht daaromtrent eenige vragen gedaan, of een nantal militairen kwamen met ontbloote wapens het gebouw weder uitstuiven en takelden den ijverigen politie-dienaar op geduchte wijze toe. Deze trachtte aanvankelijk aan den on- verwaebten aanval te ontkomen, doch toen hem door zijn belagers daartoe de gele genheid ontnomen werd, trok hij zijn ge laden revolver, en loste daarmede, voordat iemand het vermoedde, ter beschsrming van persoonlijke veiligheid, een schot, dat een soldaat in het rechterdybeen trof, kte hazen vloog vervolgens hebben, in 1768 ongehuwd aldaar is over leden. Wij willen hopen dat hij behoord heeft tot dat ouderwetsclie slag van knechts, die hun werk niet enkel als een plicht maar als een eerezaak opvatten, die in .de week hun uiterste best deden opdat zij 's Zondags, als zij door den polder kuierden oiu elkanders labeur op te nemen, in de oogen vau hun makkers een goed figuur zouden maken, wier glorie hel was de door hen gevoerde paarden glimmend vet te hou den waarvoor zij weliswaar somtijds wat meer uit de boonkist schepten dan hun de baas bad toegestaan - en die in het win tel-seizoen de beesten zoo trouw verzorgden alsof zij hun zelf hadden toebehoord. Zoo nu en dan op kermissen en koopdagen moest er de jeugd eens uit, dan deden zy den dansvloer dreunen en daveren en klon ken hun luidkeels opgezongen liederen tot in de dakpannen toe, maar als die dagen voorbij waren zetten zij de gedachten aan zulke pret weer voor een heel jaar uit het hoofd, telden de geldbeurs eens goed na, schuurden de mooie koperen gespen van het paardenwant, opnieuw, dat zij flonker den in het zonnelicht, togen weder naar den akker om den ploeg door de zware Zeeuwsch-Vlaamsche klei te drijven of an deren arbeid te vei richten, en als zij dan oogen lieten rusten op het kloeke span, hm paarden, dat daar zoo vkrulsch" en zoo vbendig" voor hen uitging, spreidde zich over de stugge, harde trekken van het ver weerde gelaat een glans van genoegen. Aan de omstandigheid dat Notebaart een tijdlang van den Armen is onderhouden, hebben wij het te danken dat er eenige stukken omtrent hem zijn bewaard geble ven, die ons een kijk gunnen op het bestaan van de boereknechts in het land van Cad- zand nu ruim anderhalve eeuw geleden. Wij leeren er uit hoeveel er destijds al zoo door hen werd gewonnen, wat zij op zijn zuinigst aangelegd aan kleederen en lijfs- benoodigdheden behoefden, waaruit deze bestonden en nog het een en ander meer, dat in het vervolg ter sprake zal komen. Gelijk ik reeds zeide nam Notebaart's ondersteuning uit de armenkas in 1742 een aanvang. In dat jaar en de volgende, be halve 1743. 1748 en 1749, worden tal van uitgaven verantwoord, die voor hem zijn gedaan, doch uitsluitend den aankoop van kleeren betreffende. Maar op 1 Januari 1750 kwam zijn geheele onderhoud ten laste van de diaconie. Zij besteedde hem toen voor twee jaar en vier maanden bij zekeren Gerrit Lansberge, te weten het eerste jaar

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1904 | | pagina 2