IMl
meuten infanterie de lichting 1898 voor
26 dagen en de lichting 1899 voor 28 da
gen de tijd van oproeping zal nader wor
den vastgesteld.
URESKEYS, 8 Maart 1904.
De postrit BreskensHoofdplaatBier
vliet is bij de gehouden aanbesteding niet
gegundde laagste inschrijving was ƒ2225
's jaars.
Bij kon. besluit is aan den heer H.
S. Gratama burgemeester van Hoofdplaat
vergunning verleend om tut 1 Mei 1905 te
Breskens te wonen.
Ook door de school-autoriteiten is hem
een gelijke vergunning verleend noodig
omdat zijne toekomstige woonplaats is ge
legen buiten het ambtsgebied van het ar
rondissement Neuzen, waarin hij school
opziener is.
Sluis, 4 Maart. In eene heden gehou
den openbare zitting van den Gemeente
raad, die door alle leden werd bijgewoond,
werd goedkeuring geschonken aan een voor
stel van Burg. en Wetli. tot verkoop van
hakhout en snoeilingen.
Yoor het kenteeken bij onbewoonbaar
verklaring van huizen werd een verorde
ning vastgesteld.
Op een adres van eenige bewoners van
Heille strekkende tot verbetering van het
voetpad van het Sluisje naar Kruisdijk ou
der aanbieding van het kosteloos vervoer
van het benoodigde zand, werd gunstig
beschikt, doch er zal een onderzoek wor
den ingesteld naar de mogelijkheid van
het verbeteren door middel van sintels, ge
lijk de fietspaden.
Bijaldien de prijs niet te hoog zou loo-
peu, gaf de Raad de voorkeur aan deze
verharding, die de verbetering meer af
doende zoude maken onder beding na
tuurlijk dat de adressanten ook het ver
voer dezer grondstof op zich namen.
Ter openbare of onderhandsche verpach
ting van den tol voor het traject Sluis-
Kruisdijk welke heffing met 30 April a. s.
eindigt, werd de machtiging van den raad
gevraagd, die het Dag. Bestuur weid ver
leend, doch niet dan nadat door den heer
Maenhout was gevraagd of hij, uit hoofde
van zjjn lidmaatschap van den Raad voor
welke functie hij per rijtuig van dien tol
gebruik m'--1
kunnen komen, Diet van tol kan worden
vrijgesteld.
Heel plechtig werd hem geantwoord, dat
dergelijke concessiën in een door H. M. de
Koningin goed te keuren belasting niet kon
worden verleend.
Als leden van het Stembureau voor de
verkiezing van leden der Prov. Staten wer
den benoemd de heeren L. Breesnee, J. C.
Stern, als plaatsvervangers I. Sanders en
J. F. Maenhout en als vierde lid de secre
taris J. J. Versluijs.
Op het kohier van de hondenbelasting
werden geplaatst 62 aanslagen le en 48
2e klasse tot een totaal bedrag van ƒ205.
In de begrooting over 1903 werden en
kele af- en overschrijvingen goedgekeurd
tot een gezamelijk cijfer van ƒ633.10.
Daarna werd de zitting gesloten.
Sluis. Met ingang van 10 Maart a. s.
is de kapelaan G. Juten alhier benoemd
naar Sas van Gent en is in zijn plaats tot
kapelaan alhier benoemd de heer Vervaart,
priester van het seminarie.
Te Breda is voor de acte nuttige
handwerken geslaagd mej. M. Minderhoud
van IJzendijke.
IJzendijkc. Vrijdag raakte alhier een
tuig paarden met wagen op den loop.
De persoon die op den wagen zat, viel
er af en bezeerde zich erg. Verdere on
gelukken kwamen gelukkig niet voor, wat
anders licht zou geschied kunnen hebben,
wanneer zoo iets gebeurt midden in het
dorp, waar tal van kinderen aan het spe
len waren.
Schoomlijlie. Aanstaande Zaterdagavond
komt het Brugsche Symphoniegezelschap
»de Vriendenkring" eene uitvoering geven
bij den heer J. J. van Rosevelt.
Waar de prijzen matig gesteld zijn en
het gezelschap een zoo gunstige naam heeft
getuige de uitvoeringen hier en daarin
ons district is het te verwachten, dat
velen zullen opgaan om het concert bij te
wonen.
Van harte hopen we, dat het aautal
bezoekers van dien aard zal zijn, dat deze
proef door meerdere kan gevolgd worden.
Oorlog-s-uieuws.
De Japansehe kanonnen die zoolang
hadden gezwegen, hebben eindelijk weer
eens gesproken, en wel op een plaats waai
de aandacht intusschen van was afgeleid.
Blijkens een telegram van het Russische
telegraafagentschap, heeft de Japansehe vloot
cent."
Aldus het bericht uit Berlijn. Bij hei
ladonieke telegram van het Russische
telegraafagentschap valt intusschen nog het
volgende op te merken. Er is slechts sprake
in van een beschietjng van de stad, de
Russische vloot wordt er niet in genoemd.
Vermoedelijk lag de laatste dan ook niet
in de haven. In aansluiting met een tele
gram uit Tokio van 5 Maart, waarbij wordt
gemeld dat een Oostenrijksche stoomboot,
die te Hokódate is aangekomen, mededeelt,
dat het Russische eskader te Wladiwostok
vandaar 29 Februari is vertrokken. Men
vermoedt dat het in de noordelijke wateren
kruist, in de hoop Japansehe koopvaardij
schepen te vangen.
Het zou natuurlijk mogelijk zijn dat de
Russische schepen, welke zijn de groote
gepantserde kruisers Rossia, Roerik en
Gromowoj en de pantserdekkruiser Bogatir,
inmiddels terug waren gekeerd maar aan
den anderen kunt zou het slechts van goede
strategie getuigen als zij, in de verwachting
van een Japanschen aanval, niet in de ha
ven gebleven, waar, gelijk te Port Arthur
gebleken is, stilliggende schepen een zooveel
gemakkelijker prooi voor torpedo's zijn.
Bovendien dient men zich te herinneren dat
de Russische schepen de gemeenschap met
de zee slechts konden onderhouden door de
vaargeul, welke de groote IJsbreker Jermak
geregeld in de haven moest openhouden.
Het gevaar van bewegingloos een vijande
lijken aanval af te moeten wachten was
dus vrij groot voor hen vooral om hun
vrijheid van beweging te herwinnen zullen
zij dus het ruime sop gekozen hebben.
Aan den anderen kant zal de Japansehe
vloot wel opzettelijk het tijdstip van de
afwezigheid van de Russische kruisers te
baat hebben genomen, om de stad te be
schieten.
Zal zij daarbij niet in de eerste plaats
hare aandacht geconcentreerd hebben op
den, voor de Russen zoo kostbaren, ijs-
breker
De Japansehe oorlogschepen die thans
in de buurt Wladistok zijn samengetrok
ken, opereeren waarschijnlijk geheel onaf
hankelijk van de vloot die voor Port Ar
thur gelegen heeft.
De Japanners hadden reeds onlangs imj
een divisie kruisers de noordelijke wateren
afgezocht naar de Wladiwostoksche sche
pen, maar kwamen toen terug met de
boodschap dat hqt Russische smaldeel te
Wladiwostok was teruggekeerd.
1
van zijne moeder, zijne zuster en een 13.
jarig broertje, die den gewezen koloniaal
het mes afhandig wist te maken.
De twist was hiermede evenwel niet ge.
eindigd, maar werd op de straat tusschen
den vader, die inmiddels zijn bed verlaten
had, en den zoon voortgezet.
Het einde was, dat de vader, bang dat
zijn zoon hem met het mes verwonden
zon, op den loop ging.
Op het straatrumoer en het moord
geschreeuw kwam de 21 jarige werkman H.
van der Hoven met een kameraad aan-
geloopen, en ziende wat er aan de hand
was, ging hij op den jongen Vis af, liem
toevoegende: »Wees wijzer om je vaderte
slaan, ga naar huis, doe het mij, »je moest
je schamen om je vader te slaan". Zonder
eenige verdere aanleiding haalde C. Vis
een groot broodmes uit zijn zak en stal
dit met kracht Van der Hover, in de lin
ker zijde van het lichaam, zóó dat hef
mes den getroffene tot in de linkerlonê
en met het gevolg dat hij hevig bloedend I
ineenzakte.
De dader werd dadelijk daarop door 1
politie-agenten, kort 11a het gebeurde tei
plaatse verschenen, gearresteerd en over
gebracht naar het politiebureau in de
Hoflaan, waarheen men ook den zwaar ge
wonden Van der Hoven vervoerde en dr.
van Seius de eerste hulp verleende.
Op diens advies is de gewonde 111 uiwiaur
het ziekenhuis vervoerd, waar men zijn
toestand gevaarlijk, ofschoon niet direct
doodelijk achtte.
De gearresteerde C. Vis werd naar
het politiebureau in de Meermansstraat ge
bracht en daar, na door den commissaris
van politie, den heer L. J. C. Vuyk, in
verhoor te zijn genomen, in arrest ge
steld.
Ook Van der Hoven kon in het zieken
huis nog door de politie gehoord worden.
Het 111 Et bloed bevlekte mes, waarmede
de verwonding werd toegebracht, isdoor de
politie in beslag genomen.
Woensdagochtend 5 uur is het ijzeren
tjalkschip Jannette Marina, schipper Faasaej
thuisbehoorende te St. Philipsland en gela
den met suiker, terwijl bet door het Malie-
gat in de richting van Dordrecht voer,
aangevaren door een ijzeren aakschip, dat
trachtte het aan de zijde van 's-Graven-
deelschen dijk achterom voorbij te varen,
hetgeen echter niet gelukte, zoodat de aak
met den kop achterop de tjalk liep en deze
een zwaar lek toebracht, zoodat zij onmid
dellijk begon te zinken, en er nauwelijks