BRESKENSC
COURANT.
ALGEMEEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR
HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
No. 879.
Woensdag 9 Maart 1904.
13e Jaarg.
Buitenland.
I
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post -door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIE N.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit klad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. BIELEJIA.V te Breskens.
Rusland—Japan.
De stilstand in de verrichtingen op het
oorlogsterrein heeft volgens de N. R. C. in
de eerste plaats zijn oorzaak in de omstan
digheid dat de tegenwoordige weersgesteld
heid de Japanners verhindert, hun landings
troepen op te schuiven. Begin Maart begint
de ijsgordel die de knst van noordwestelijk
Korea en het schiereiland Liao-tong omgeeft,
langzaam los te raken, en eerst daardoor
komen de Japanners in de gelegenheid,
van hun vrijheid van beweging ter zee ten
volle partij te trekken. Natuurlijk loopen
de berichten uit Oost-Azië veelal op gebeur
tenissen vooruit die misschien later werke
lijkheid zullen worden. Al naardat een
correspondent zich een voorstelling heeft
gemaakt van de bedoelingen van het Japan-
sche legerbestuur, noemt hij deze of gene
haven als plaats van de eerstvolgende lan
ding. In het algemeen overweegt de mee
ning dat voorshands Tsjinampo, in noord
westelijk Korea, als etappe-haven gebruikt
zal worden, daar van hier uit de troepen
die om Pingjang liggen, sneller en gemak
kelijker versterkingen en alle behoeften
kunnen nagezonden worden dan langs 'de
lijn TjemoelpoSëoel. De winst in tijd
bedraagt ten minste vijf dagen bij goed
weer. Thans, nu de dooi is ingevallen
de lente schijnt dit jaar in Oost-Azië vroeg
hare intrede te doen en de toch al
slechte wegen diep doorweekt zijn, zou men
echter nog veel meer tijd besparen met
ontscheping te Tsjinampo, nog daargelaten
dat men de troepen spaarde.
Nochtans is noordelijk Korea nu niet het
gebied, waarvan groote strijdkrachten van
de twee oorlogvoerenden elkander het bezit
betwisten. De Russen zijn stellig niet met
een groote troepenmacht Korea binnenge
vallen. Zij bepalen zich tot strategische
verkenningen door de Transbaikalsche
kozakkenbrigade die door kleine afdeelingen
infanterie gesteund wordt. Het is twijfel
achtig, of er aan de Jaloe meer dan een
brigade infanterie ligt, en biedt het rivierdal
waarvan de overtocht moeilijk is en dat
zich pas bij den mond tot een delta ver
breedt, ook een sterke hindernis voor het
front van een oprukkend leger, zoo kan
deze stelling toch met een flankbeweging
omgetrokken worden, zoodra de landing in
het westelijk van den Jaloe-mond gelegene
Takoesjou mogelijk wordt. De Russen
hebben er geen belang bij zich aan een
nederlaag bloot te stellen, en men mag wel
aannemen dat zij langzaam terugtrekken
(de Times vernam dan ook uit Tokio dat
de Russische troepen ten zuiden van Andzjoe
alle naar de Jaloe afgetrokken zijn), al zullen
zij met hun voortreffelijke ruiterij ook den
vijand tl achten bezig te houden.
Er pleit veel voor de veronderstelling dat
de Japanners de beslissing zullen zoeken
aan den Oost-Chineeschen spoorweg (Port
ArthurDalniFoetsjouKaitsjouNioe-
ts jwangHaitsjeng Moekden-Tieling-Char-
bin). Daartoe zou de insluiting van Port
Arthur aan de landzijde noodig zijn en bo
vendien een opmarsch langs de spoorlijn
tegen de ten zuiden van Charbin gelegerde
Russische hoofdmacht. Naar het heet, ver
sterken de Russen reeds een stelling bij
Haitsjeng ten oosten van den spoorweg.
De Japanners kunnen binnenkort als pun
ten voor een landing gebruiken Nioetsj-
wang, waar da Oost-Chineesche spoor de
zee nadert, en Pitsewo (of Poe-tsoe-wo),
aan de oostkust van het schiereiland Liao-
tong. Op het laatste punt zijn zij in 1894
geland toen zij tegen Port Arthur optrokken.
Het gemeenschappelijke doel van de Japan-
sche legerafdeelingen zou dan Haitsjeng
zijn, terwijl een derde legercorps naar het
zuiden zou kunnen gaan, om de vesting
Port Arthur van alle verbindingen af te
snijden.
De volgende kleine statistiek toont aan,
hoe Japan uit wijze voorzorg rechttijdig
een grooten voorraad Engelsche steenkool
heeft opgedaan, welke als brandstof voor de
vloot verre te verkiezen is boven de Ja-
pansche steenkool. Van Cardiff uit zijn van
het begin van het jaar tot 4 Februari niet
minder dan 130.000 ton steenkool naar
Japan verscheept en wel met 24 stoom
schepen. Verder werden 4 stoomschepen
met 20,600 ton voorshands naar Hongkong
en 3 stoomschepen met 13,300 ton naar
een onbekende stemming afgezonden. Dat
maakt te zamen 31 scheepsladingen steen
kool van te zamen 164,200 ton.
Rusland heeft daarentegen in December
en begin Januari alleen van Cardiff uit te
zamen 14 stoomschepen met ongeveer
70,000 ton Engelsche steenkool geëxpedi
eerd, dus minder dan de helft van de Ja-
pansche inkoopen. En daarbij moet men
in aanmerking nemen dat Japan in eigen
land ontzaglijke steenkoolvoorraden heeft,
die het desnoods eveneens voor zijn oorlogs
schepen kan gebruiken.
Te Scöel, Korea's hoofdstad, heeft een
bommenaanslag plaats gehad vóór het huis
van den minister van buitenlandsche zaken.
De materiëele schade is zeer belangrijk
een drietal personen, de secretaris van den
minister «n een paar ambtenaren werden
gekwetst, alhoewel niet ernstig.
Men zoekt de schuldigen onder de mannen
der anti-Japansche party.
Er zou dus sprake moeten zijn van een
aanslag met een politieke bedoeling, waarbij
het weer vreemd mag genoemd worden,
niets te weten van de onvrijwillige afwezig
heid des ministers, die, in staat van be
schuldiging gesteld zijnde, naar een huis
van bewaring was overgebracht.
De Dreyfus-zaak, alhoewel ze niet
meer die agitatie van weleer zal verwek
ken, komt dezer dagen weer op veler lippen.
De vorige week is het proces opnieuw
aangevangen dat ditmaal naar alle waar
schijnlijkheid op een «onschuldig" zal uit-
loopen en een rehabilitatie van den destijds
veroordeelde ten gevolge zal hebben.
Zoowel door den raadsheer-rapporteur
Boyer als door den procureur-generaal
Baudouiu zijn de punten, waarop Dreyfus
is veroordeeld geworden na grondig onder
zoek bevonden als te berusten op eene
combinatie van valsehlieden.