I
gingen eene voortvarendheid die bergen
van bezwaren kan uit den weg ruimen,
doch die evenwel langzamerhand luwt en
de geringste opoffering te zwaar maakt.
Het is niet te veel gezegd, dat de te
genwoordige secretaris van het Ziekenfonds,
die destijds het penningmeesterschap boven
dien waarnam op eene wijze, die immer in
de vergadering van dat fonds werd gepre
zen, de druk der werkzaamheden daaraan
verbonden te veel heeft gevoeld en mits
dien bedankte.
Zelfs de betrekking van secretaris is
hem te bezwarend geworden, tengevolge
waarvan hij in de jongste vergadering ins
gelijks deze functie moet hebben nederge-
legd.
Maar we willen terug komen op het
penningmeesterschap, dat heusch zonder
irgoeding niet waar te nemen is, een tnee-
ng die ook de secretaris deelt en daar
in meermalen heeit getuigd.
Dat de benoeming tot penningmeester
ans gedaan, is aanvaard met de bedoe-
ig het fonds liefderijk ter wille te zijn,
is bezwaarlijk aan te nemen, en zonder dat
daaromtrent eene beslissing is uitgelokt,
komt het ons nogtans voor, dat de voor
stellers van de candidatuur des tegenwoor-
digen penningmeesters speciaal op het oog
hebben gehad om dezen te bezoldigen de
middelen van het fonds laten dat toe en
uit de rekening is bovendien gebleken, dat
anderen die iets ten bate der vereeniging
doen zeer ruim worden vergoed.
Het voorstel om een bode te benoemen,
kwam ons het meest rationeel voor.
Deze kon vooral èn den secretaris èn
den penningmeester te nutte zijn, terwijl
de financiëele verantwoordelijkheid voorts
zoude moeten berusten bij een penning
meester, die deze met vertrouwen kan dragen.
Maar men heeft dit niet gewild, ja zelfs
tegengewerkt, om redenen die buiten het
verband van het fonds lagen en niet vreemd
zijn aan persoonlijke kleinzieligheden.
Of deze op den duur dienstbaar kunnen
blijven gemaakt aan het belang van zulk
eene vereeniging, zal de tijd moeten leeren.
Il/.eildljke, 15 Febr. De hedenmorgen
gehouden zitting van den Gemeenteraad
werd door alle leden bijgewoond.
Na lezing en goedkeuring der notalen,
deelde de voorz. mede, dat een schrijven
was ingekomen van Th. J. de Rijckke, te
bennen gevende, dat hij een mandaat heeft
ontvangen groot 50 wegens het opzicht
der gemeentewerken over 1903, doch in het
duister verkeerende of de gemeentewerken
te boven gegaan, terwijl hij voorts nog
verschillende begrootingen en schetsteeke-
ningen heeft gemaakt waarvan de raming
gezamenlijk ƒ4051.85 beliep.
Hij nam de vrijheid den Raad voor deze
werkzaamheden 1 °/0 dezer raming toe te
staan.
De voorz. deelde mede, dat Burg. en
Weth. geen termen aanwezig achtten om
op dit verzoek in te gaan de uitgevoerde
gemeentewerken zijn beneden 1000 ge
bleven. Zij stelden voor het verzoek af te
wijzen, waartoe werd besloten.
I. Het bij de woningwet vereischt be
redeneerd verslag over de volkshuisvesting,
loopende van 1 Aug. 31 Dec. '03 werd
den Raad overgelegd.
II. Omtrent het bekende adres tot af
schaffing van de Prov. tollen, verklaarde
de heer Leenhouts zich tegen afschaffing.
De heer Hendrikse zou de afschaffing
toejuichen hij heeft er reeds op gewezen
dat ook in Noord-Brabant daartoe is over
gegaan en de heffing is vervangen door eene
paardenbelasting.
Dhr. Carpreau bleef er bij dat wanneer
van de wegen gebruik wordt gemaakt, er
ook maar voor moest worden betaald.
Dhr. Hendrikse zeide dat het Rijk met
de afschaffiing is voorgegaanindien nu
ook de Provincie ze afschaft zullen de par
ticuliere volgen.
Dhr. Carpreau meende, dat dit laatste
wel achterwege kon blijven.
De voorz. stelde voor een adres te pre
senteeren tot afschaffing.
Dhr. Hendrikse zeide laatst te hebben
gelezen, dat een voorzitter, geen lid van
den raad zijnde, niet is bevoegd voorstellen
te doen.
De bemerking van den heer Hen
drikse, ontleend aan die welke gemaakt is
nopens den Burgemeester van Ter Neuzen,
vindt zijn oorsprong in het bepaalde van
art. 6(j der Gemeentewet, waar men leest
»De Burgemeester is voorzitter van den
Raad, en heeft daarin, zoo hij geen lid is,
eene raadgevende stem".
Hoewel daarin niet voorkomt, dat hij
geene voorstellen mag doen, put men uit
de toegestane bevoegdheid der raadgevende
stem, tevens de niet-bevoegdheid om voor
stellen te doen.
We zijn 't met zoodanige wets-uitleg-
ging niet eens.
Als de wetgever den Burgemeester eene
adviseerende stem toekent, dan sluit dat o.
i. ook de bevoegdgeid in zich om voor
stellen te doen, te meer daar het doen van
een voorstel waarover men zelve geene be
slissende stem uitbrengt inderdaad niets
anders is dan het geven van den raad om
tot de zaak in zulk een voorstel vervat over
Dientengevolge werd goed gevonden enkel
het verzoek tot adhaesie-betuiging in stem
ming te brengen.
Het werd verworpen met 4 tegen 3 st.
vóór de heeren Hendrikse, Doens en Galon,
tegen de overigen.
III. Aangeboden werd een staat van
posten ter af- en overschrijving wegens
overschrijding, tot een gezamenlijk bedrag
van i/743.72r'.
Dhr. Hendrikse zeide, ten vorigen jare
reeds gewezen te hebben op het ongunstig
verschijnsel van de groote overschrijding
Dhr. Carpreau gaf in overweging de uit
gaven ruimer te begrooten.
De voorz. zeide, dat zich veelal onvoor
ziene omstandigheden voordoen, waarop
bij de begrooting niet kan worden voorzien,
terwijl de uitgaven niet ruimer kunnen ge
raamd worden zonder verhooging van den
hoofd, omslag. Ook werd in het minst niet
voldaan aan de geuite wenschen van Burg.
en Weth. om elke 3 maanden de rekeningen
in te zenden Alsdan is het hoogst moei
lijk om een overzicht te verkrijgen, terwijl
in het tegenovergestelde geval de raad over
de eventueele overschrijding terstond kon
gehoord worden.
Bij wijze van straf werd bepaald, dat zij,
die aan den wensch van B. en W. geen
gehoor geven, gedurende een paar jaar
zullen uitgesloten worden van te doene
leveranties.
IV. Alvorens over te gaan tot benoe
ming van een onderwijzer aan de School
in de kom, waartoe de voordracht bestaat
uit de heeren J. du Burck alhier, I. J. van
Rosevelt te Schoondijke en A. Lucier te
Retranchement, vroeg de heer Carpreau
of het waar was, dat het aantal leerlingen
het maximum slechts met 1 overschreed,
waarop de voorz. antwoordde dat er 2
meer zijn.
Dhr Hendrikse eischte allereerst over
legging der lijsten van de schoolgaande
kinderen, omdat hem ter oore is gekomen,
dat de heer Andriessen, die in de termen
zou gevallen zijn om op wachtgeld te wor
den gesteld, een leerling kunstmatig op die
lijst heeft doen brengen.
Hij stelde voor de benoeming aan te
houden en te zien of met die lijsten is ge
fraudeerd, waaruit zou af te leiden zijn,
dat we geen onderwijzer noodig hebben.
Den heer Carpreau kwain eeu en ander
ook verdacht voor, en kau zich dus met dit
voorstel goed vereenigen.
Dhr. Hendiikse voegde er nog aan toe,
dat hij bij het bezoek, 't welk hij van den
nn^m-nrivir." zliv HiXlfn ItL Tl OO f -C&fljo OjfiI- 1
werd kehandeld in eene zitting met geslo
ten deuren, waartoe de openbare werd ge- j
sloten.
Vervolg en Slot van de zitting der Gezond
heidscommissie te Oostburg.
ff. nog is in overweging bij het bestuur
dier gemeente de behoorlijke afvoer van
huishoudwater der bewoners aan de ooste
lijke zijde, der Markt te Oostburg.
h. zekerheid bestaat dat binnen korten
tijd afdoende verbetering zal komen in de
Korte Zandstraat te Breskens, waarvan de
toi stand voor de bewoners bij regeu ondra-
ge.ijk De in uitzicht gestelde ver-
be aring een gevolg van de opheffing van
het, ge 4 over den onderhoudslast tusschen
het gcmeenti bestuur en dat van den polder
Oud en Jong Breskens
i. is dooi het gemeentebestuur van
Breskens een einde gemaakt aan de om
standigheid, dat in de waterleiding beneden-
dijks aan de Boulevard en in den West-
spuiboezem, thans steeds met water bedekt,
allerlei vuil wordt geworpen.
j. mede is eene gunstige wijziging ge
bracht in den afvoer van urine uit een
paardenstal, die op de openbare straat te
Oostburg sueerde.
k. de aandacht van het gemeentebestuur
van Sluis is gevestigd op eene omstandig
heid als in j omschreven en op die, waarbij
bij regen het hemelwater dc huizen in de
Dinsdagstraat aldaar binnen stroomt, door
dat de achter die huizen gelegen erven
hoogcr zijn dan de woningen.
Burg. en Weth. wendden zich tot debe
trokken eigenaren om verbetering aan te
brengen.
De toestand van den put bij de R. Kath.
pastorie aldaar in welke put het gootwater
terecht komt, dat weer vrijelijk in den tuin
van den pastoor loopt, is nog in onderzoek.
Voorts is door de Comm. de aandacht
vau enkele gemeentebesturen gevestigd, op
de wijze van ophalen van het straatvuil, dat
na reiniging van de straat door de omlig
gende bewoners meestal een gansche dag
in hoopen bleef liggen.
Hoewel weinig, is er toch iets in goede
richting waar te nemen.
De toestand van het alcoholisme kau
iets minder ongunstig genoemd worden dan
het vorige jaar te rekenen naar het minder
aantal veroordeelden wegens openbare
dronkenschap.
Nopens de volkshuisvesting valt weinig
te vermelden dat de lezers nog niet weten
uit de verslagen der raadszittingen van de
betrokt-»»