BRESKENSCHE COURANT. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. No. 864. Zaterdag 16 Januari 1904. 13e Jaarg^s Buitenland. Binnenland. ABONNEMENT. Per 3 maanden /0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bjj alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIBIiEHDi te Breskcns. RuslandJapan. Waar nu reeds geruimen tijd de meenin gen over oorlog en vrede heen en weer werden geslingerd, gelooft men nu toch langzamerhand, dat de hoop op eene be vredigende oplossing der crisis vrijwel uit gesloten is, ook al veronderstelt men dat Japan deze zoekt. Er treden dan ook weinig bijzonderhe den meer op den voorgrond, die nieuwe lichtpunten ontsteken. Het is ten minste niet nieuw als we le zen dat het vertrouwen op de Russische wapenen onder het publiek ook zeer groot is, en wat de landmacht aangaat, zeker niet ongegroud. Ongelukkigerwijze zal deze oorlog in de eerste plaats een zeeoorlog zijn in ieder geval zullen de eerste wapenfeiten, waarvan zooveel afhangt, zich op zee afspelen. De gematigde houding van de pers, al was ze dan ook niet vrijwillig, kon op den duur het publiek niet tevreden stellen, en hier en daar hoorden we dan ook al an dere stemmen opgaan het nieuwe blad Roesj bijv. schreef al in een der eerste num mers .Liever oorlog dan deze pijnigende onzekerheid, die den staat dagelijks schatten kost, en die, wanneer ze lang aanhoudt, onze oorlogsmiddelen uitput, vóór een oor log begint. Liever onmiddellijk oorlogs verklaring, dan deze schandelijke vrede." De hoop op vrede is nu niet anders te beschouwen dan als een uit vurig wenschen geboren hoop op het behoud van een door de wetenschap opgegeven ziekte. Maar in alle klassen der maatschappij dringt het bewustzijn van den naderenden oorlog door. De kooplieden beginnen te klagen over den stilstand van zaken in de nieuwe Rus sische steden in Mantsjoerjje en aan den Grooten Oceaon. De dienstplichtige zonen worden onder de wapenen geroepen en men hoor 't volk spreken van afscheidnemen voor den oorlog Men verwacht geen officieele oorlogsver klaring. Beide tegenstanders willen zulk een stap ontwijken. De Russen zouden den oorlog 't liefst op dezelfde wijze zien be ginnen, als indertijd met China, maar toen hadden zij heel wat bondgenooten aan hun zijde. Bij het uitbreken van den oorlog neemt de Tsaar, in zijn hoedanigheid als opperste krijgsheer, het opperbevel over leger en vloot op zich, wat er op berekend is. den moed en de tucht der troepen te verhoo- gen. Grootvorst Alexej, de opper-admiraal (in vredestjjd) krijgt dan den titel van minis ter van marine. Do stand van het geschil blijft onveran derd. De groote moeilijkheid staat, naar de Londensche correspondent van de Koln. Ztg. bevestigt, niet in verband met Korea, maar met het blijkbaar vaste besluit van Rusland, om Japan buiten de onderhande lingen over Mantsjoerije en buiten de daar eventueel aan .blanke mogendheden" te verleenen concessies te houden. Japan dat het leeuwendeel bezit van den handel in Mantsjoerjje, is echter echter even vastbe sloten, om zijne gelijkgerechtigde positie daar te handhaven en de Russische inlij ving van Mantsjoerije door tractaten en door zjjn vestiging aan den drempel van Korea te dwarsboomen. Over deze kwestie zou ook de pas te Tokio vastgestelde nota, ter beantwoording van Rusland, loopen. Volgens de telegrammen in de Londen sche bladen, zou die nota wederom jn hof- feljjken vorm zjjn gesteld en de deur open laten voor verdere onderhandelingen. Maar, naar betrouwbare zjjde verzekerd wordt, is zjj tevens zoo ingekleed dat al leen een bevestigend of ontkennend ant woord mogelijk zal zjjn. Met dezen staat van zaken houdt verband de haast waarmede de Vereenigde Staten en Japan de uitwisseling van de bekrach tigingen van het met China gesloten han- delstractaat over Mantsjoerjje hebben door gedreven, opdat nog voor het uitbreken van een oorlog consuls benoemd kunnen zjjn voor de plaatsen die in Mantsjoerjje voor den handel geopend worden Men schrjjft aan de Ar. C. In allerlei gissingen verdiept men zich omtrent de beteekenis van de ontvangst van dr. Kuyper door de Belgische regeering. Naar men ons mededeelt, wordt die be teekenis veel te hoog aangeslagen. De zaak heeft zich veel eenvoudiger toegedra gen dan de Belgische journalisten het voor stellen. Koning Leopold had door den Belgischen gezant hier te lande kennis verkregen van de gewoonte van dr. Kuyper, om na Kerst mis eenige dagen rust te nemen in Brus sel. Hierin vond de Koning aanleiding om te pogen met den minister kennis te ma ken. Daartoe nu werd de premier aan zjjn tafel genoodigd. Dit voorbeeld werd door den Belgischen minister van buiten- landsche zaken gevolgd. En daarvan hebben de journalisten wel wat al te groote drukte gemaakt. Minister Kuyper had het stellige voor nemen zjjn reis uit te strekken naar St. Petersburg. Dat bjj daarvan moet hebben afgezien, zal zeker wel kunuen toegeschre ven worden ten eerste aan het oponthoud door het diner bij den minister van bui- tenlandsche zaken en vervolgens aan de verschijning van het Voorbopig Verslag betreffende de Drankwet, dat onmiddellijk de aandacht van den minister vraagt. De Deutsche Zeitnng veronderstelt ech ter, in tegenstelling van de velerlei geruch ten dat het niet waarschjjnljjk is dat men ten koninklijken paleize te Brussel een toe nadering op het gebied van de tolpolitiek en een diplomatiek samengaan in verschil lende kwesties voorbereid heeft. In Duitschland zon men nochtans eene zoodanige toenadering bij de naburige sta. ten met hun grootendeels stamverwante bevolking met genoegdoening begroeten. Echter, verkeeren wjj geen oogenblik in twijfel dat de vriendschap voor Duitschland niet als beschermende genius gezweefd heeft over de conferentie-kamer te Brussel, eer der het tegendeel maar op den duur zou een Nederlandsch-Belgisch bondgenootschap moeielijk een scherpen kanttusschen Duitsch land kunnen houden.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1904 | | pagina 1