ALGEMEEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR
HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
Ir:
Not 857.
Woensdag 23 December 1903.
13" Jaarg#
Provinciale Tollen.
Buitenland.
'ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENT1ËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee u
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELElllV te Breskens.
- Het volgend nummer van de
BRESKENSCHE COURANT zal
in plaats van Vrijdag- op Donderdagavond
verschijnen.
DE UITGEVER.
~n.
(S L O T.)
In dezelfde zitting waarvan we hier
boven sprakeu, werd de heer v. W. J. be
noemd tot lid van Gedeputeerde Staten als
opvolger van wijlen den heer uir. Snouck
tlurgronje.
Hij verkreeg dus door tot die betrekking
geroepen te zijn, mede aandeel in de recht-
streekscke regeeriug der provincie en werd
ook ten deeie verantwoordelijk voor bet be
heer harer fondsen.
In verband met een en ander willen we
het licht laten vallen op de omstandigheid,
dat noch sints de heer v. W. J. en later
ook de heeren mr. Lucasse en Van ltompu
tot leden van Ged. Staten zijn benoemd,
noch nadat de Provinciale Staten van eeue
verjongde garde met meer hedendaagsehe
begrippen, voorzien is geworden, de tol-
alschaffiug op het tapijt is gekomen, ook
niet nadat nu reeds ettelijke jaren tot die
op de rijkswegen is besloten en het vrije
verkeer is geopend.
Zijn we geneigd in vorenbeschreven fei
ten het vermoeden te zien, dat de provin
cie de opbrengst der tollen niet missen kan,
we zullen trachten aan te toonen, op wel
ke aannemelijke gronden dat vermoeden voor
ons een meer vasten vorm verkrijgt.
Bij de laatste verpachting van de tollen
werd in de geheele provincie eene som van
ƒ13156 bedongen, waarvan in het voor
malig IVde district aanvankelijk voor
1765 werd ingeschreven voor de vijf be-
staande tollen.
Alleen de tol op het traject Rijksweg
Groede werd terstond voor de geboden som
van ƒ990 per jaar gegund, ondanks dat
dit bedrag ruim ƒ206 minder was, dan een
vorige drie-jarige pachttermjjn.
Voor de overige tollen waarvoor gezame-
lijk ƒ775 was ingeschreven, werd eene her-
pachting uitgeschreven omdat blijkbaar de
opbrengst te laag was.
De gunning kon dus niet geschieden al
vorens enkele guldens per jaar méér kon
den worden geïnd,
Niet alleen in Westelijk, maar ook in
Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen vond ten op
zichte van enkele tollen hetzelfde plaats.
Zoo zijn dezer dagen in het land van
Hulst op het traject HulstWalsoorden een
tweetal tollen herverpacht die nu 920 's
jaars minder opbrengen, dan in eene voor
gaande periode.
Nu vindt de verminderde inschrijving zijn
natuurlijke oorzaak in het verminderd ge
bruik, dat van de provinciale wegen wordt
gemaakt, sints door liet verharden en van
een kunstbedekking voorzien der polderwe
gen, deze in elk seizoen zeer gemakkelijk
berijdbaar zijn en de provinciale wegen met
hunne tollen doet vermijden.
Waar het nu blijkbaar bij de opbrengst
op een luttel bedrag méér aankomt, moet
dit bet gevolg zijn van de noodzakelijkheid
om eenigszins het evenwicht te herstellen
tusscben inkomsten en uitgaven, besteed ten
behoeve van de bij de provincie in onder
houd zijnde wegen.
■Tegenover de jaarlijksche opbrengst van
ƒ13150 zien we voor 1903 voor het aan
leggen en onderhouden van de provinciale
wegen en werken eeue uitgaaf van ƒ47.110,
waarvan ƒ7324 komen ten laste der we
gen in Westeljjk Zeeuwsch-Vlaanderen.
De ontvangsten staan alzoo in verhou
ding tot de uitgaven als 1 4.
In verband met die groote offers welke
de wegen eisehen zien wij in de omstan
digheid, dat de heer v. W. J sints zijn op
treden als lid van Ged. Staten, van welk
college het meeste initiatief uitgaat tot het
doen van imperatieve voorstellen, nimmer
meer een voorstel tot afschaffing der tollen
heeft gedaan, eene aanwijzing dat hij zich
niet zoude verantwoord geacht hebben tegen
over de geldmiddelen der provincie, en waar
uit de conclusie voor de hand ligt, dat de
provincie die opbrengst niet derven kan.
De heeren mr. Lucasse en Van Rompu,
die zich mede voor tol-opheffing hadden
verklaard en korten tijd daarna ook als lid
van Gedeputeerde zijn opgetreden, hebben
blijkbaar evenmin lust gevoeld om deze
zaak andermaal te berde te brengen, even
min als laatstgenoemde of de beer de Jon
ge, nadat voor hen in de jongste najaars
zitting der Prov. Staten, daartoe eene ge-
reede aanleiding bestond, dienaangaande
eenig voorstel in uitzicht gegeven of eenige
toezegging gedaan heeft.
Indien nu de grond voor ons vermoeden
dat de provincie die opbrengst niet missen
kan, juist is, en we meeneu daartoe vol
doende aanwijzingen te hebben aangevoerd
dan is het werkelijk niet te verwonde
ren, dat genoemde heeren met den heer v.
W. J. aan het hoofd deze kwestie hebben
laten rusten, want met deze schaduwzijde
voor oogeu, lost elk beginsel zich op in de
flnanciëele verantwoordelijkheid. En wat
het zwaarste weegt, moet dan maar het
zwaarste wegen ook.
In het tegenovergestelde geval zou de
heer v. W. J. daarvoor stond ous zijn
plichtbeseffend karakter borg wel niet
gerust hebben alvorens deze zaak was op
gelost.
Waar hjj, door de vele offeis, die ook op
ander gebied van de provinciale fondsen
werden gevergd, bljjkbaar niet in de moge
lijkheid was en dus onafhankelijk van
zijn goeden wil deze zaak tot een goed
einde te brengen en die toestanden wel niet
zoo'n verandering hebben ondergaan, dat de
provincie thans dat otter wèl zou kunnen
brengen, meenen we, dat de beweging te
gen de tolheffing inderdaad ontijdig is.
Immeis eene andere belasting in het le
ven roepen of verboogen, in casu zon
een aequivalent moeten gevonden worden
om de opbrengst eener af te schaff'ene te
dekken, is niet rationeel en zeker geen ra
dicale oplossing van eene belasting-grief.
We twijfelen dus voorhands aan den goe
den uitslag der aangewende pogingen van
de anti-tol-bewegiug, omdat er voldoende
redenen aanwezig zijn om te meenen, dat
de provincie werkelijk deze opbrengst niet
kan missen en er geen redelijke bron kan
ontdekt worden, die het gemis behoorlijk,
geëvenredigd en onbezwaard zal kunnen
aanvullen.
Over den tegenwoordigen stand van de
crisis in Oost-Azië schrijft de correspondent
van de Eöln. Zeitung
Bij de jongste onderkan delingen tusschen
Rusland en Japan moet Japan aau de Rus
sische regeering den eisch gesteld hebben,
het protectoraat te verkrijgen over Korea,
in dezer voege dat Rusland onvoorwaarde
lijk Korea zou beschouwen als hehoorende
uitsluitend tot Japan's belangensfeer, eii
dat Japan een overwegenden invloed zou
uitoefenen op de staatkunde van het Ko-
reaamche rijk.
Daarentegen wil Japan de thans tus
schen Korea en Rusland bestaande han
delsverdragen, met inbegrip van de conces-
siën aan de Jaloe erkennen, en Rusland
ook voor de toekomst al zulke handelsvoor-
rechten toekenned die Korea (in overleg
met Japan, natuurlijk) aan andere buiten-