ALGEMEEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR
HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
Provinciale Tollen.
No. 856.
Zaterdag 19 December 1903. 13' Jaarg.
Binnenland.
'ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
3ij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTEjNTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee u
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag: Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAX te Breskens.
L
Gelijk we laatst mededeelden, gaat van
it het Vde district, op initiatief van den
eer Jos. van Waesberghe, het pas geko-
m lid der Prov. Staten te Hulst, eene be-
eging uit om de Provinciale tollen afge-
;haft te krijgen.
Begrijpelijkerwijze is dit pogen door de
ergadering der afdeeling Hulst van de
jeeuwscbe Landbouw-ruaatschappij, in wel-
;e dit voorstel is gedaan, met gejuich ont-
pngen.
Daarbuiten zal bet wel met evenveel,
bo niet met meer instemming zijn be
roet.
!In dezen geest wordt immers elk voor-
el, dat vermindering van belasting of van
ïanciëelen druk beoogt, tegemoet getre-
in.
We twijfelen er dan ook geen oogen-
!ik aan of de adhaesie, die aan de andere
'deelingen dier maatschappij zal gevraagd
orden, zal met graagte worden verleend.
Het zou ons zelfs niet verwonderen als
rentueel ter ondersteuning aangeboden
Iressen een petitionnement zouden vormen
)0 algemeen, als voor onze provincie maar
ogelijk is.
De tolheffing is nu eenmaal impopulair.
We schreven dan ook in ons nummer
in 1 Oct. '98, naar aanleiding van de
istjjds door de regeering gedane toezeg-
lig om tot afschaffing van de rijkstollen
rer te gaan, dat voorheen het beginsel
ivie de lusten heeft moet ook de lasten
•agen" als een zeer aannemelijk principe
ocht gegolden hebben voor de tolbelas-
ng, thans dit uitvloeisel van dat begrip
zeer als eene belemmerende maatregel
lor het vrije verkeer wordt beschouwd.
Dit idee was wijlen de heer van Waes-
irghe Janssens, lid van Ged. Staten onzer
provincie reeds langen tijd toegedaan, en
aan de hand der geschiedenis van den door
hem in de Prov. Staten aangebonden strijd
tegen de tollen, willen we enkele grepen
doen om te kunnen nagaan of het pogen
des zoons van wijlen dat achtbare Staten
lid met meer succes zal kunnen bekroond
worden dan het aan den vader is mogen
gelukken.
In de zomer-zitting van de Staten onzer
provincie van 1893 kwam o. m. in behan
deling een voorstel van het Gedeputeerd
college tot afwijzing van het verzoek van
F. Staal te Axel en anderen in het Vde
district om de tolheffing op de provinciale
wegen af te schaffen.
Voornoemde lieer v. W. J. opende toen
over deze zaak met de rij der spiekers te
vens een principieel debat au fond over de
kwestie der tolheffing, en deed zich als een
vurig tegenstander daarvan kennen.
Hij trok dan ook krachtig te velde tegen
het advies van Ged. Staten, dat het voorstel
tot afwijzing van genoemd verzoek nader
omschreef en waarin o. m. werd aange
voerd, dat de Prov. Staten meermalen, en
het laatst in de zitting van 6 Juli 1888,
hadden uitgemaakt, dat de provincie de
opbrengst der tolheffing niet kon missen.
Dit argument werd door hem zeer sterk
in twijfel getrokken, daar het offer, het
welk de provincie bij tol-afschaffing zoude
brengen slechts ongeveer ƒ7500 's jaars
zoude bedragen.
De heer Fruytier schaarde zich terstond
aan zjjne zijde en sloot zich met volle in
stemming aan bij het gevoerde pleidooi voor
tol-afschaffing.
Ook hij beschouwde de overweging van
Ged. Staten, dat de Provincie eene som
van plus-minus ƒ7000 een bedrag dat
inmiddels door dit college veel hooger was
berekend niet konde missen, niet zoo
klemmend.
Eenigszins in strijd met die bewering
was het idee dat hij aan de hand gaf om
ter demping van den put, die door de af
schaffing zoude ontstaan, 11/2 procent méér
te heffen op de hoofdsom der grondbelas
ting op de ongebouwde eigendommen, als
zijnde meer in overeenstemming met de
belangen van den landbouw, die door de
afschaffing zouden gebaat zijn.
We willen er ten overvloede op wijzen,
dat ons deze noodbelasting nog onregel
matiger zoude toeschijnen, dan eene tol
heffing, welke wordt opgebracht uitsluitend
door hen, die van de tollen gebruik ma
ken.
De zeer breedvoerige discussie, waarbij
wederzijds het vóór en het tegen dezer zaak
werd in het licht gesteld, had evenwel tot
gevolg, dat van de 38 aanwezige leden,
zich 24 verklaarden voor afwijzende beschik
king op het verzoek.
Tot recht verstand der zaak diene. dat niet
alle voorstemmers tevens voorstanders wa
ren van de tolheffing als principiëele kwes
tie.
Immers tal van bijkomende omstandig
heden zullen van invloed geweest zijn op
de stem van sommigen, die meegingen met
het voorstel van Ged. Staten.
Dat kwam vooral duidelijk uit, toen de
heer v. W. J., met de gevallen beslissing
de tolkwestie niet afgedaan achtende, een
voorstel deed om Ged. Staten uit te noo-
digen een onderzoek in te stellen naar de
mogelijkheid om in deze provincie te ko
men tot afschaffing van al de tolheffingen
op de weger, in het algemeen, dus ook van
die, ingesteld ten bate van gemeenten en
polders, en welk voorstel toen werd aan
genomen met 23 tegen 14 stemmen.
Voor de draad der geschiedenis mag ech
ter niet onvermeld blijven al is door
den toenmaligen loop der omstandigheden
eene beslissing dienaangaande niet geno
men, het teit, dat door den heer Fruy
tier nog was voorgesteld aan adressanten
te kennen te geven, dat de Prov. Staten
van meening zijn de provinciale tollen eerst
dan af te schaffen, als die op de rijkswe
gen afgeschaft zullen zijn.
In de Noverober-zitting van datzelfde
jaar kwam de heer v. W. J. op deze zaak
terug en deed toen een definitief voorstel
tot afschaffing van de Prov. tollen, hetwelk
echter door de Staten werd verworpen.
We vinden onder de medestanders van
deze afschaffing o. m. de heeren Lucasse,
van Rompu en Fruytier, en we noemen op
zettelijk en in hoofdzaak de namen dezer
mannen omdat zij door de stem, die zij
uitbrachten, met den heer v. W. J. niet
alleen van oordeel, maar er zelfs van over
tuigd waren, dat de opheffing der tollen
niet bezwaarlijk was voor de geldmiddelen
der provincie, en ook omdat hunne latere
positie in de provinciale regeering niet van
belang is ontbloot voor deze kwestie.
(Wordt vervolgd.)
UitESKE.YS, 18 December 1903.
Dinsdagavond gaf de muziekvereeniging
Uit het VolkVuor het Volk haar eerste
concert in dit seizoen, in het Hotel de Com
merce, dat druk was bezocht.
Het achttal uitgevoerde muziekstukken
werd als altijd met instemming begroet,
terwijl de verschillende dilettanten, die ach
tereenvolgens de komische voordrachten »ik
durfde welik durfde niet" 1 »de vier brui
degoms", >de lastige buurman" en »de
Brandweer van Gribbelhuizen" ten gehoore
brachten, een uitbundig succes hadden.
Dat die perzik naar meer smaakt, geloo-
ven we stellig.
Nadat het programma op flinke wijze was
afgewerkt werd heel wa taan »Terpsichore"
geofferd, en bleef men nog langen tijd ge
zellig bijeen.