BRESKENSGHE GOURAIT.
ALGEMEEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR
HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
No. 845.
Woensdag 11 November 1903.
13e Jaarg.
Politieke Abuizen.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.60, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel uieer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bfj abonnement lager tarief.
Advertentiëu worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever IHIXIDIW te Rreskens.
i.
Ons tweeledig artikel over de Staatkun
dige bondgenooten, en zulks naar aanlei
ding van den verkiezingsstrijd te Hulst
gevoerd, heeft de aandacht getrokken van
de redactie van »Zelandia".
Ze wijdt daaraan een opstelletje, dat, in
tegenstelling met het bruschke optreden, 't
welk we meermalen van haar zagen, op
slechts kalnien toon er op wijst, dat in
ons artikel eenige onjuistheden voorkomen.
Die »eenige" onjuistheden bepalen zich
slechts tot een tweetal.
Het voornaamste punt van uitgang,
waarop onze artikelen rustten, gaat ze
voorbij op eene wijze, die bij elk welden
kend en ingewijd lezer, de indruk verwekt,
dat de redactie van Zei."ten dezen is schaak
mat gezet.
Ze noemt echter onze voorstelling scheef
en onjuist, waar we in ons tweede artikel
zeiden, dat de voormannen der Kath., ge
concentreerd in hun orgaan »Zelandia", zich
zoo uitdrukkelijk te weer stelden tegenover
het beginsel der anti-rev., hunne bondge
nooten.
Scheef en onjuist niet alleen omdat de
redacteur alleen streed voor de candidaten
der georganiseerde R. K. Kiesv., en dat
noemt bij zijn plicht maar ook, omdat
wij de voormannen der Kath. verwarden
met de redactie van »Zel."
Als er nu sprake zou zijn van een schee-
ve en onjuiste voorstelling, dan zou dat
verwijt aan ons zijn en allerminst aan de
redactie van »Zel."
We hebben immers om met het laat
ste punt te beginnen toch niet beweerd,
dat het Kath. blad »Zel.", het moge dan
genoemd worden of zijn het orgaan der Kath.
in Zeeuwsch-Vlaanderen, het blad is dat
alle Katholieken bevredigt en dat hen allen
in ééne bedding geleidt, o, neen, we weten
wel beter.
Bij de laatste verkiezing is meer dan
duidelijk gebleken, dat »Zelandia" niet an
ders is dan we hebben 't trouwens reeds
gezegd de spreekbuis van eenige toon
aangevende Kath.
En nu moge dat blad zich geërgerd heb
ben aan onze uitdrukking, dat die leiders,
die voormannen, geconcentreerd in »Zel."
door de vooropgestelde leuze van dat blad
bij de verkiezingen, in eene andere verhou
ding zijn komen te staan tegenover de a.-r.
in de Staten, wij kunnen niet verhelen, dat
de heeren Fruijtier, Ysebaert, Dumoleijn en
Van Waesberghe, leden van de Staten, te
vens vormende het bestuur van »Zel.", teu
deele verantwoordelijk zijn voor die strijd
leuze, waar zij ten opzichte van een door
de redactie opgenomen ingezonden stuk,
over die opname hunne sterke afkeuring
uitspraken, doch nopens de argumentatie
van de redactie, dat »elke zetel door de
Kath. moest gered worden, ten koste van
lib. en auti-rev. candidaten", het stilzwij
gen bewaarden, waaruit dus de conclusie
getrokken moet worden, dat zjj het daarmee
eens, althans niet oneens waren.
Zeiden we te veel, dat we die leiders de
voormannen noemden
Neen immers, want we hadden louter de
mannen op het oog, die bij »Zel." betrok
ken waren, en natuurlijk niet degenen, die
zich in de oogen van »Zcl." minder willig
en minder volgzaam toonden, en mitsdien
menige afstraffing kregen, ja waaromtrent
men zich niet ontzag deze anoniem te laten
aan de kaak stellen, eene handelwijze waar
over zelfs Z. D. H. mgr. Leijten, de bis
schop van Breda, zijne afkeuring uitspreekt,
en dergelijke diep treurige toestanden ver
zoekt niet te doen bestendigen.
Niet onjuist was dus onze bewering, dat
de actie dier voormannen, door niet tegen
de gevaarljjke strijdleuze, gelijk ze dat wel
deden tegen de opname van het ergerende
anoniem ingezonden stuk, op te komen,
heu ten deele daarvoor verantwoordelijk
stelt.
En is het ook niet onjuist, in weerwil
van de bewering van de red. van »Zel.",
dat we de actie bij de stembus afkeurden.
Immers, we hebben gezegd, dat het op
den> weg van elke partij lag om zich bij de
Statenverkiezing in het Vde te roeren, en
we het mitsdien niet konden laken, dat ook
de Kath. zich voor deze zetels beijverden.
Maar wel wezen we op het vreemde ver
schijnsel, dat die actie door »Zel." geleid
werd onder de leuze om de zetels te redden
ook teu koste van de anti-rev. candidaten.
En we moeten er op blijven wijzen, dat,
door aan het verwinnen der zetels door de
Kath., de beteekenis te hechten, dat ze dan
gered zijn ten koste van lib. en anti-rev.
candidaten, meer dan voldoende is aange
toond, dat deze mandaten in handen der
candidaten van genoemde partijen en
dus ook in die van hunne bondgenooten
niet veilig zijn.
We houden ons alzoo vast aan het on-
wederlegbare feit, dat eene partij, die de
zetels uit de handen van andere moet red
den, beslist en vierkant staat tegenover die
partijen, en dus geen hunner hare bondge-
uoote kan zijn.
Al moge de toestand der partijeu in do
btaten van dien aard zijn, dat partij-be
ginselen bijzaak worden en dus, daar, waar
Kath. en anti-rev. elkander niet kunnen
missen voor die hoofdbeginselen een oogje
toeknijpen, toch is het feit niet meer te
loochenen, dat in de Staten van ons gewest
de katholieken en anti-rev. ten opzichte
van eene zuivere toepassing van beginselen,
onherroepelijk tegenover elkander staan.
Dat men aau de zaak eene andere wen
ding wil geven, en dat men ons eene schee-
ve en onjuiste voorstelling wil toedichten,
gelooven we volgaarne.
Het ligt immers voor de hand, dat men
van de uiting dier woorden spijt heeft, en
meer nog van de omstandigheid, dat ze in
vlammende letters den volke worden voor
gehouden.
M ie weet of niet te avond of morgen
de verklaring komt, dat ook deze zwart op
wit staande strijdleuze een abuis was, even
goed als »Zel." verklaart, dat het stemmen
door den heer Fruijtier vóór het welbekende
amendementHouterman in de zomerzit-
ting der Staten, een abuis is geweest.
De releveering van dit feit noemde Zei."
daarom de tweede onjuistheid.
We waren alzoo met onze gevolgtrekking
onjuist, omdat de heer Fr. een abuis beging
bij het uitbrengen van zjjn stem.
Straks lezen we misschien nog dat de