Toestand ra Catai iistols ffi 4 Gemengd, Rechtzaken waar een rustig loopend jongmensch plot seling van een kwajongen die op dezelfde fabriek werkt als bovenbedoelde aanvaller, slagen in het gelaat ontving. Er was ook hier hoegenaamd geen aan leiding daartoe en de aangevallene had met zijn aanrander ook nooit iets uitstaande. Volgens veler beweren zijn het steeds de jongens van een en dezelfde fabriek, die straatschenderij uithalen en op deze wijze een zekere beruchtheid krijgen. IJzeudijke. Bij een landbouwer onder deze gemeente zijn enkele konijnen gesto len. Van de daders is geen spoor ontdekt. Bjj de gisteren te Middelburg ge- honden aanbesteding van het onderhoud der Rijks groote wegen, gedurende de ja ren 1904, 1905 en 1906, werd voor het 4e perceel, omvattende de trajecten Bres- keusSchoondijkeOostburg- Aardenburg- Eede-Belgische grens, ingeschreven door de heeren A. Foudraine te Goes ƒ6445, J. de Jon ge, Middelburg ƒ6440, J. J. Dronkers Pz. te Kapelle ƒ6166, W. Dekker te Veere ƒ6006, W. Woittiez, te Breskens ƒ5990, J. M. H. van de Saude te id. ƒ5987, C. de Wilde te Kattendijke ƒ5950, Ant.li. Monjé te Breskens ƒ5850, P. Monjé te id ƒ5830, J. Lindenberg Cz. te Wemeldinge ƒ5760, A. du Burck te Breskens ƒ5712, C. J. de Smit te id. ƒ5600 en A. van Male te Schoondijke ƒ5515, alles per jaar. De raming bedroeg ƒ6450. Omtrent een drietal geniesoldaten uit Utrecht, die Maandag naar Autwerpen ge deserteerd zijn, schrijft men uit Rosendaal, dat een van de drie zich reeds vrijwillig bij den marechaussee aldaar heeft aange meld. Hij deelde mede, dat zij des avonds met den treiu uit Utrecht te Rozendaal waren afgestapt, alwaar zij burgerkleeren kochten die zij in een stille straat hebben aange trokken, met achterlating van hunne uni formen, die des morgens gevonden zijn. Van Rozendaal zijn zij naar Esschen geloopen en hebben daar den trein geno men naar Antwerpen. Zondagavond omstreeks 10 uur brak op het Vaticaan brand uit in de bibliotheek- en wel in de kamer van pater Erla, den bibliothecaris. iort tipf nlfiin van St. In een oogwenk was het gansche Vati caan op de been. Gendarmes, palatijusche gardes, geestelijken, bedienden, alles liep door elkaar, en trachtte het gevaar te be zweren, maar men kwam spoedig tot de erkenning, dat de bluschmiddelen van het Vaticaan ontoereikend zouden zijn. Pater Erla was een der eersten' geweest, die met een paar kostbare manuscripten onder den arm uit zijn slaapkamer zich in veiligheid had gesteld. Merry del Val snelde naar den Paus en vroe'g dezen verlof' de Itali- aansehe brandweer telefonisch te hulp te roepen, waartegen Pius X geen bezwaar had. Van vier posten tegelijk rukte de brandweer aan en zij werkte even beslist als voorzichtig ten einde het vuur spoedig meester te worden eu toch geen water schade toe te brengen aan de geheime ar chieven, waar handschriften van onschat bare waarde zijn geborgen. Zoodra de brandweer binnen het Vati caan was kwamen ook de autoriteiten, te weten de burgemeester, prins Colonna, enz. kortom het krioelde er vau vertegenwoor digers van het Italiaansche Rome, hoog en laag. Een officier van den grooten staf, die in uniform was, bleef alleen aan den ingang staad, meenende dat zijn plaats niet binnen de muren van hei Vaiicaan was. Het was overigens een merkwaardig tooneelbrandweermannen, priesters, pau selijke en gemeentelijke rustbewaarders, Vaticaansche en wereldlijke autoriteiten al les naast elkaar in de weer om aan het blusschiugswerk te helpen. Prins Colon na kreeg in zijn ijver een volle straal in zijn gezicht uit een gesprongen waterslang. Naar men zeide wilde de Paus zelf ook naar den brand komen, maar hield zijr. omgeving hem daarvan terug. Tijd noch plaats waren dan ook erg ge schikt voor een ontmoeting van het hoofd der kerk en de vertegenwoordigers van 't wereldlijk Rome. Des middernachts was men den brand meester. Op dat uur meldde zich aan 't Vaticaan aan markies Nicolini, onder se cretaris van openbare werken, die daar zijn collega van het departement van binnenl. zaken vond. Vergezeld van Vaticaansche waardigheids- bekleeders gingen beiden de verwoesting in oogenschouw nemen. De schade is overigens nog al meege vallen. Er is geen boek of manuscript verbrand. Alleen de kamers van pater Erla zijn erg gehavend en het dak der bibliotheek is op HÉ *flV L'"L 1Ui,, hersteld twee zijner kinderen door den dood had verloren. Het echtpaar aarzelde niet de vondeling als kind aan te nemen, waarop waarschijn lijk bij de te vondeling legging ook was gerekend. Gisterenmiddag had te Amsterdam aan het Centraalstation op bet rangeer terrein een ongeluk plaats, dut gelukkig geen men.-cheulevens heeft gekost. Door het onhandig verzetten van een wissel, kwam de rangeerende locomotief in een verkeerden stand, waardoor de achterge- haakte wagens er met vaart tegen aan botsten, met het gevolg dat de locomotief omver gestooten werd en de voorste derde klasse-wagen schier vertikaal tegen de lo comotief' kwam te staat. Stoker en machinist wisten zich bijtijds te bergen, zoodat er alleen materieele schade is. Het drama te Walsoorden. Bij bevelschrift der Arrondissements- Rechtbauk te Middelburg is naar de open bare terechtzitting dier Rechtbank verwe zen le. P. W., oud 24 jaar, 2e P. S. oud 40 jaar en ten 3e Th. S. oud 38 jaar, al len van beroep visscher, geboren en wo nende te Bouchonte (België) en thans in hechtenis in het huis van bewaring te Middelburg, ter zake dat zij den lOen Oc tober 1903, des avonds omstreeks 101/2 uur te Walsoorden, gemeente Hontenisse, in en bij de herberg van J. F. Andrieseen, met vereenigde krachten, met andere onbekend gebleven personen, door geweld opzettelijk den brigadier der Koninklijke Marechaussee J. Geleijnse en den Marechaussee A. van der Linde hebben gedwongen het consta- teeren van overtreding der gemeente-ver ordening op het sluiten der herbergen, door de in die herberg aanwezige bezoe kers, na te laten, doordien in de herberg, toen bovengenoemde brigadier zich gereed maakte de namen der bezoekers in zijn op schrijfboekje op te teekenen, na gezegd te hebben, dat hij hen moest bekeuren en dat niemand weg mocht vóór dat hij de namen der bezoekers had opgeteekend en nadat bovengenoemde marechaussee zich voor de deur had geplaatst, de le beklaagde meergenoemden brigadier een Aan de beklaagden is ambtshalve als verdediger toegevoegd de heer Mr. J. F. van Deinse advocaat te Middelburg. Filips, aartshertog van Oostenrijk, grave vau Vlaanderen enz. Allen, die dezen brief zullen zien, saluut. Wij hebben ontvan gen het ootmoedig verzoek der ingelanden, ingezetenen en bewoners van het eiland Cadzaud in onzen lande van den Vrije na bij onze stad Sluis, inhoudende hoe dat genoemd eiland, gelegen in de zee en van deze omringd zoodat men er alleen per schip in en uit kan komen, en groot ze ven duizend gemeten of daaromtrent, altoos geweest is en nog is een zeer vruchtbare streek en om die reden voorheen zeer volk rijk was en bewoond werd door rijke en vermogende lieden, die in het opbrengen van de landsbelastingen gecombineerd wa ren met die van Aardenburg. Nu is het alzoo gelegen dat, tengevol ge van de laatste oorlogen in Vlaanderen inzonderheid ten gevolge van de krijgsbe drijven bij onze stad Sluis, diezelfde inge zetenen eti bewoners, verzoekers, na in ge noemd eiland metterwoon gevestigd te zijn geweest, gedurende die gepasseerde ver deeldheden groote schade aan hun vee en anderszins hebbende geleden, genoodzaakt waren dit eiland en hun woonsteden te verlaten en de wijk te nemen binnen ste den om hun leven zeker te wezen totdat die oorlog voorbij was, gedurende welken tijd de dijken en sluizen in genoemd ei land tegen de zee liggende, die tijdens hun afwezigheid en omdat er zij niet bij kon den komen door hen niet konden hersteld en gerepareerd worden, zoodanig vervielen dat sedert dien het eiland groot gevaar liep te overstroomen en te vloeien. En ofschoon na den vrede en het eindigen van die oor logen de inwoners en ingezetenen van Cad zaud hun best hebben gedaan om die djj- ken en sluizen te herstellen en te reparee- ren, hebben zij dit echter niet zoodanig of zoo goed kunnen doen als de nood en ge legenheid zulks vorderde en dat uit hoof de van hun groote armoede en dewijl het derde gedeelte van de inwoners gedurende die oorlogen is gestorven en insgelijks het derde gedeelte van de landerijen vaag en onbebouwd ligt, en bovendien is onlangs gedurende een slecht weder en een storm achtige booze zee Cadzaud aan de noord zijde en aan den kant van het Zwariegai en- D

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1903 | | pagina 2