BRESKENSCHE COURANT
ALGEMEEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR
HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
Mij is de wrake.
No. 825.
Woensdag 2 September 1903.
12e Jaarg.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.51), franco per post door liet gelieele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.626, voor Amerika ƒ0.826, bij vooruitbetaling.
Bjj alle boekbandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIE N.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
I)it blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij tien uitgever C. DIIXIJIW te Breskeus.
De opstand in Macedonië en het
Turksch-Amerikaansch incident.
Men kan niet zeggen, dat de leiders der
Macedonische opstandsbeweging er stil bij
zitten. Terwijl de weerbare mannen de
actie tegen Turkije met den dag bloediger
gaan voeren, hebben zij zich tot de mo
gendheden gewend met een adres, waarin
zjj de eischen formuleeren, waarvan de in
williging, naar hun meening, alleen orde
en ruslj. kunnen doen terugkeeren in Mace
donië. Deze eischen zijn
De vorming van vier provinciën: Alba
nië, Macedonië, Oud-Serviê en Ihracië, die
een administratieve autonomie zouden moe
ten genieten, doch onder het politiek en
militair gezag van den sultan zouden blij
ven.
Een Europeesche hooge commissaris,
door de zes groote mogendheden te benoe
men voor den tijd van zes jaar, zou belast
moeten worden met de handhaving der
orde in de vier provinciën.
Een Europeesche gouverneur-generaal
voor ieder der provincies zou voor den tijd
van vijf jaar, benoemd moeten worden dooi
de Porte onder goedkeuring van de mo
gendheden. j
Een Europeesche commissaris zou belast
moeten worden met de organisatie der vier
provincies, bijgestaan door een commissie
vau bewoneis dier provincies, te kiezen
door de bevolking.
Deze commissie zou belast worden met
de autonome administratie over de provin
cies tot de nieuwe organisatie geheel tot
stand zou gekomen zijn.
Een internationale bezettingsmacht, ter
sterkte van 45000 man en onder bevel van
generaals van een der neutrale Europee
sche staten, zou tijdens de werkzaamheid
der commissie in de provincies worden ge
legd, vervolgens tot op de helft van de
sterkte worden verminderd en dan onder
den naam politie ter beschikking blijven
van den hoogen commissaris.
Het heet verder, dat een deputatie van
Macedoniërs zich op reis zal begeven, om
bij de regeeriugen van de mogendheden,
die het tractaat vau Berlijn hebben onder
teekend steun te vragen voor bovenstaande
eischen en haar tusschenkomst ten gunste
van Macedonië in te roepen.
Ook wordt verteld, dat van Sofia uit een
beweging op touw wordt gezet van de zij
de der Macedoniërs, om den paus te ver
zoeken, ten guuste van Macedonië tusschen-
beiden te willen komen, «omdat Rusland,
dat de beschermer is van de orthodoxe
Christenen in het Oosten, de balkan-zaak
geheel in den steek laat".
Het is niet te verwachten, dat de mo
gendheden door deze stappen haar atwach
tende houding zullen wijzigen in een in
grijpend optreden, te minder omdat de aan
slag op den sneltrein Budapest-Konstanti-
nopel in het station Kuleli-Burgas er niet
toe heeft bijgedragen, de openbare mee
ning gunstiger te stemmen voor de zaak
der opstandelingen.
Te Konstantinopel heeft de aanslag groo
te ongerustheid veroorzaakt onder de vreem
delingen, die voor een herhaling vreezen.
Algemeen is men van gevoelens, dut de
aanslag is uitgevoerd door middel van een
helsche machine, die waai schijn lijk te So
fia of te Pbilippopel in den waggon derde
klasse gezet is en later, gedreven dooreen
uurwerk, ontplofte. Men heeft grond tot
het vermoeden, dat de bedoeling was, de
bom te doen ontploffen op het oogenblik,
dat een trein uit Saloniki en de sneltrein
BudapestKonstantinopel elkaar nabij Ku
leli—Burgas passeerden.
Wie de aanslag heeft gepleegd, schijnt
nog niet met juistheid bekend. Aan de
eene zijde wordt beweerd, dat de dader
een reiziger is, die te Kuleli Burgas uit
een voorafgaanden trein was gestapt, daar
den sneltrein uit Budapest afwachtte en
van een «onbewaakt oogenblik" gebruik
had gemaakt om de bom in derde-klasse
wagen te brengen aan de andere zijde
verdenkt men eenige Macedonische opstan
delingen, die in den trein hadden plaats
genomen, om den reeds dager, te voren be
raamden aanslag uit te voeten.
De berichten van het steeds grooter wor
dend gebied van den opstand blijven ern
stig. Ook in het viltjet Uskub blijkt hij
zich snel uit te breiden en men spreekt
van een schrikbewind, dat in het vilajet
zou heerschen.
Te Kojle vochten opstandelingen en ge
regelde troepen Dinsdag 1.1. gedurende elf
uren. Er vielen vele dooden en gewonden.
Het gerucht gaat, dat de Turksche troe
pen en baschi-bazoeks de stad Kojle bin
nendrongen, waar zij de bewoners de ver
schrikkelijkste martelingen deden onder
gaan.
Op denzelfden Dinsdag deden Bulgaar-
sche opstandelingen een aanval op de stad
Neveska, in het vilajet Saloniki, die een
garnizoen heeft van 240 soldaten.
De Bulgaren doodden er 200 en wierpen
rond de stad verschansingen op. Zeven
bataljons Turksche troepen kwamen op het
gevechtsterrein. Vrijdag begonnen de Tur
ken het bombardement op de verschansin
gen.
Het aantal opstandelingen in het vila
jet Adrianopel wordt nu reeds geschat op
6000 en het heet, dat de Turksche troe
pen, die van Adrianopel naar Kikkilisse
zijn gezonden, oin hen te verdrijven, door
de opstandelingen verslagen zjjn.
Het bericht van deu moord op den A-
merikaanschen vice-consul Magellsen te
Beynoet schijnt het gevolg te zijn van een
vergissing in een cijfer-telegram aan den
Amerikaarischen gezant Leihsman te Kon
stantinopel.
Thans blijkt, dat slechts een poging tot
moord heeft plaats gehad. Op den vice-
consul is een schot gelost. De kogel ging
rakeloos langs hem heen. De wali van
Beyroet bracht den consul een bezoek, om
hem zijn spijt te kennen te geven over het
gebeurde en heeft maatregelen doen ne
men om den schuldige op te sporen.
De regeering der Vereenigde Staten
schijnt echter niet voornemens, met deze
verontschuldigingen genoegen te nemen.
Zij blijft haar eischen tot bestraffing der
schuldigen handhaven en men verzekert,
dat, indien de Porte niet ohmiddelljjk ge
volg geeft aan deze eischen, het Ameri-
kaansche eskader onder admiraal Cotton,
dat Vrijdagavond van Nice uit heeft koers
gezet naar den Levant, bevel zal ontvan-
FEUILLETON.
194.
't Was een heldere sterrenacht en hij
doorwaakte dien als zoo menigen keer, dat
hij niet slapen kon gedurende zijn arrest,
aan het open venster.
Maar daar was het stil en vrjj en koel
uit den kleinen tuin der citadel steeg bloe
mengeur opwaarts, daar ruischte de nacht
wind in de boomen en sprak tot hem als
«ene geruststellende stemme.
Hier was het dof en zwoelwagengerol
e" fflenschenstemmen tot diep in deu nacht.
Hn hij kon ze niet hooren, want hij was
ziek z;e(jJVIet ongeduld wachtte hij
den dag af, hij wilde naar Tannensee.
Graaf Wolf was in Kettenstein, had de
bediende gezegd en Herbert wilde in het
geheim weg, alleen die eenige plaats zien
in het woud en dan naar zijn eigen land
goed gaan, dat daar zeer dichtbij lag.
Hij reed er heen, vroeg in den morgen
Van het station af, waar geen rijtuig
hem wachtte en waar hij het doel zijner
wandeling niet wilde verraden, moest hij
een tamelijk groot eind gaan, eer hij in
het woud was. Dat was hem reeds een
maal gebeurd, vijf jaar geleden, toen hij
Magdalena voor het eerst zag onder den
eik. Hoe geheel anders was hij toen door
het woud gegaau, hoe licht, hoe vroolijk
hoe schoon was toen de wereld, hoe klein
zijne zorg.
Hij week eerder af van den landweg
dan toen en betrad het smalle voetpad, dat
door het kreupelhout leidde naar de opene
plaats. Daar lag het voor hem, het oord
zijner herinneringen, der vroolijke zoowel
als der kwellende, welke zijne slapelooze
nachten vervulden.
Een zilig zwijgen in het rond; bijen
gonsden boven den smaragdgroenen grond
en kapellen vlogen elkander na in de blau
we lucht. In de verte hoorde men het
kloppen van de specht. Bewegingloos
stond hij daar en staarde naar het bloe-
mige kleed daar had hij gelegen in de
sneeuw en zijn bloed had purperen rozen
op die sneeuw gestrooid.
Hij stelde zich dien dag voor den geest,
dien dag, waarop Constantijn hem gered
had en vloekte hem als een ongeluksdag.
Hoe zoet en vast had hij kunnen sla
pen, reeds zoo menige dag, als die trotsohe
boom hem had getroffen. Nu deden an
dere slagen hem buigen en langzaam maar
zeker velden zij hem ter neder.
Het was zoo stil, zoo stil hij stond
in de schaduw der hooge boomen en voor
heui leefde en zweefde alles in den glans
der zon.
De kreet eener wilde duif weerklonk
die kreet gaf hem een electrisehen schok,
want dit was de kreet geweest van Con
stantijn bij hunne jongeusspelen en
toen hoorde men een ander geluid, zoo
vreemd aan deze plaats
De man, welke daar stond in de scha
duw, zuchtte luid en deze zucht verlichtte
hem het hart.
Eindelijk ging hij verder tot aan de
plaats, waar Constantijns graf moest zijn
en spoedig vond hij dit.
Een licht eenvoudig hek, doorvlochten
met bloeiende winde, welke vroolijk slin
gerde in de zachte lichtbewogen lucht, om
ringde het en weelderige varens welfden
zich over den heuvel.
Zij waren zoo langen tijd te zamen ge
gaan do»r het leven, dacht hij, hadden zoo
menigmaal te zamen gerust, o, mocht hij
hier toch naast hem liggen
Het ware zoo gemakkelijk geweest, als
slechts Constantijns doodelijke verachting
niet tusschen hen had gestaan.
Na wat gerust te hebben, wandelde hij
verderhij gevoelde zich afgemat door de
inspanning en de ongewone wandeling ia