BRESKENSCHE COURANT ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. Dfi lÉiiisÉ otfffli. Mij is do wrake. No. 822. Zaterdag 22 Augustus 1903. 12e Jaarg. Binnenland. FEUILLETON. ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.025, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVEIITENTIËN. Van 1 tot en met 5 regels 25 centselke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. Dl Hf,Eli A\ te Dreskens. Het nachtverkeer op de lijn Salo nika Uskub is gestaakt, maar op de groote sncltreinroute van Konstanti- nopel via Adrianopel naar Bulgarije is het verkeer normaal; ook de be kende Orient Express loopt regelma tig. Uit Uskub zijn Maandag zeventien bataljons te velde gegaan bij Mi- trovitza blijven zeven bataljons, zeker niet te veel met het oog op de Al- baneczen. Door een der vreemde gezanten te Konstantinopel is voor gesteld, dat de verschillende militai re attachénes met de Turksche troe pen zouden meegaan om te zien wat er gebeurt en hoe die troepen zich gedragen. Dit voorstel heeft bij de overige ambassades geen bijval gevonden. Van alle kanten wordt tot Kon stantinopel de vraag gericht of er iets bekend is over liet verschijnen van het Russische eseader in de Turksche wateren, maar men weet er niets. Dat eseader geeft ook de Engel- sclie pers aanleiding tot beschouwin gen. De grondtoon daarvan is, dat Rusland den toestand op den Balkan zeer verergerd heeft door zijn han delwijze, onverschillig of de Porte daardoor genoopt is meer strijdmach ten te mobiliseeren of dat zij het plan daartoe reeds te voren had ge vormd. De Standard vreest, dat de bewe ging der Russische vloot onder de leiders van den opstand de meening zal versterken dat Rusland de waar digheid van den Islam en het Otto- maansche rijk wil bedreigen, maar het blad acht het voorbarig te den ken, dat de Tsaar van plan is de tot dusver in acht genomen terug houding te laten varen. Intusschen wordt den Sultan de invoering dei- door de mogendheden verlangde her vormingen door het beknotten van zijn prestige hoe langer zoo moeilij ker gemaakt. De Daily Graphic ziet het nut van de zending van het eseader niet in. Zij komt op een ongelegen tijd stip en is slecht overwogen het fa natisme der Turksche bevolking moet er door ontvlammen en de Macedo nische opstandelingen zullen er door aangemoedigd worden. Maar niemand gelooft, dat 't Rus land te doen is om een openlijke breuk met Turkije. Rusland heeft voorloopig de han den te vol in het Verre Oosten om zich nu ook metterdaad in de Bal kan kwestie te mengen, een gedrags lijn,- die heel Europa in beweging zou brengen, te beginnen met de Donaumonarchie en dan de bondge- nooten van deze. Hoe staat de Russische pers zelf tegenover dit alles Over 't algemeen vindt zij dat de eischen der Russische regeering in verband met de vermoording van Rostkofski véél te mild zijn, terwijl de verlangens van Rusland ten be hoeve der pacificatie van Macedonië als veel te onvoldoende worden be schouwd. De teleurstelling schuilt vooral in het vasthouden door Rusland aan de hervormingen, waarin niemand meer gelooft, en de handhaving van den status quo. Het Nowoje Wremja dat aan de zijde der regeering staat is vooral voldaan over den eisch tot onverwijlde benoeming van vreemde officieren bij de gendarmerie en de politie in Europeesch Turkije 't blad is voorts blijde dat Rusland, zonder aan eenig concert gebonden te zijn, nu eens rechtstreeks met Turkije kan verkeeren. (Voor de bevorde ring van dat vrije „verkeer" moet blijkbaar ook het Zwarte Zee-esca- der dienen.) Van uit de Balkan-staten wordt de Russische pers bewerkt met de verzekering, dat het oogenblik nog nooit zoo gunstig is geweest voor een gezamenlijk optreden van. de Bulgaarsche en Servische Slaven in Macedonië als nu er is daar immers geen haat meer tusschenbeiden. De correspondent van de Petersb. Wjedomosti te Sofia meent zelfs dat Rusland de volvoering zijner taak in het Oosten nu moet overdragen aan Bulgarije, Servië en Montenegro. Over deze fantasieën stort prins Oechtomski aanstonds koud water uit en hij zet zijn correspondent te recht door de verzekering, dat het antagonisme tusschen de Balkan-sta ten even groot is, als de Oostersche kwestie in het spel komt, als tus schen de mogendheden. Bovendien zullen Bulgarije en Ser vië het niet klaar spelen tegen den Sultan, en Rusland is niet meer van plan te hulp te snellen als de nood aan den man komt. De Petersb. Wjed. denkt overi gens, dat er ernstige gebeurtenissen in het innerlijk leven van Turkije op handen zijn, wier afloop niemand voorzien kan. Door den Commissaris der Koningin in deze provincie is aan de burgemeesters eene circulaire gericht, bevattende inlich tingen en bepalingen betreffende de Land- weerwet. De aandacht wordt gevestigd op de vol gende bepalingen der genoemde wet Art- 24. De verlofganger van de land weer meldt zich binnen dertig dagen na den dag van zijn overgang naar de land weer of na dien waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den burgemeester zijner woonplaats aan, ten einde deze den ver lofpas, hem bij de landweer of laatstelijk bij de militie uitgereikt, voor gezien of opnieuw voor gezien teekene. De verlofganger van de landweer, die 191. Minder wist hij af van Herbert. Het prachtige huis, dat ui het begin van den winter met zooveel praal geopend was en zoo groote verwachtingen had opgewekt ten opzichte der gezelligheid, lag stil en eenzaam daar, sedert men de jonge levens lustige gebiedster begraven had en haar gemaal, tengevolge van het duël, een lang durig vestingarrest onderging. liet ontzaggelijk opzien, dat deze zaak gebaard had, was nog in het geheel niet verminderd en de gevangene werd een be langwekkend onderwerp voor de dagefijk- 'che gesprekken, evenals hij eenmaal de gezochte dandy was geweest. be verschrikkelijke wroeging der eerste uren en dagen werd bij hem wel spoedig overwonnen door de heerschappij, welke hij over zichzolven vermocht uit te oefenen en bij de verhooren, welke hij moest onder gaan, toonde hij zich helder en voorzich tig als immer. Verder had hem niemand gezien, dan zijn moeder en graaf Wolf, wiens bemid deling tot een verkort rechterlijk onder zoek hij verzocht in een kort onderhoud. 't Was een koele ontmoeting geweest, Herberts voorbereiding tot deze samenkomst onnoodig. Want ofschoon de oudere Wangerloh nauwkeurig was ingewijd in de omstan digheden, zoo vermeed hij toch iedere aan merking, welke daarop betrekking had, ie der woord van troost of spijt. In dit opzicht versmaadde hij het, den schijn aan te nemen, als geloofde hij aan Herberts onschuld. Het verzoek, gedaan op een in lang niet meer gehoorden hartelijken toon,schonk lig slechts eene koele opmerkzaamheid. Mijn eigen belang eisebt eiken steun, welke betrekking heeft op een spoedig be sluit in deze pijnlijke aangelegenheid, had graaf Wolf geantwoord, ik hoop, dat dit de laatste gemeenzaamheid is tusschen ons, wij beiden weten het, dat wij innerlijk niets met elkander te maken hebben. Een ontzaggelijke geringschatting lag in den toon van den ouden man, de onbe wimpelde bekentenis, dat hij hem had doen zien en Herberts hoogmoed zwol op in machtelooze woede. Maar zou hij ver der gaan op het gevaarlijk terrein, zou hij dingen bijbrengen, welke hem slechts moes ten verstrikken in een dichter weefsel van logen, of zou hij zelfs, verantwoording vorderend, zijnen oom tegemoet treden en aan het bloedig drama een naspel toevoe gen, dat de openbare meening over hem slechts nog dieper zou doen zinken Na zoo langen geheimen strijd, na de overspanning en de martelingen der laat ste dagen, gevoelde hij allengskens een groote geestelijke verslapping hij had een gevoel, als ware hij bedrogen door de ge beurtenissen, welke hij gemeend had te beheerschen. Ja, hij had ze gewonnen, de vrjjheid, welke de rijkdom verschaft, maar hij had ze betaald met de dienstbaarheid eener voortdurende voorzichtigheid en waakzaam heid, met het onaangename gevoel, bespied te zijn en verdacht. Hij had het van zijn moeder gehoord, op welk eene in het oog vallende wijze men Constantijn de laatste eer had bewe zen ergdenkend, als het schuldbesef is, zag hij in deze bewijzen van achting, den doode gegeven, de eerste luide aanklach ten tegen zichzelvec. Daarbij gevoelde hij zich lichamelijk af gemat ten doode toe. Niets meer te zien en te hooren van datgene, wat daar buiten gebeurde het eenzame vestingarrest wenkte hem als een plaats der ruste.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1903 | | pagina 1