BRESKEMSCHE C0UR1NT
Mij is de wrake.
No. 806.
Zaterdag 27 Juni 1903.
12e Jaarg.
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het voormalig 4e district.
Buitenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIE N.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAft te Breskens.
Om kwart over 10 Zondagmorgen nam
de Servische delegatie te Genève plaats in
17 rijtuigen om zich van het .Hotel de la
Métropole" uit naar den koning te bege
ven, vóór wiens huis een driehonderd nieuws
gierigen saamgeloopeo waren.
Toen de koning om halfelf in het groo
te salon zijn eutrée maakte, vergezeld door
zijn Militaire Huis, werd hij met toejui
chingen ontvangen, wat grooten indruk
op hem scheen te maken.
De president, van den Senaat, Welimi-
romitz, hield een redevoering van den vol
genden inhoud
«Sire, de Nationale Vergadering van het
koninkrijk Servië had in haar zitting van
2 Juni 1903 een inoeielijke taak te ver
vullen.
Zij was geroepen om de leemte, op den
troon van Servië ontstaan, aan te vullen.
Op dat oogenblik zijn aller oogen naar
dit land gekeerd, vanwaar men den nieu
wen vorst verwachtte, die zijn volk be
minde en hoogachtte.
Wat men van den nieuwen koning ver
wachtte, was, dat hij de verdeeldheden tus-
schen de kroon en het volk zou doen ver
dwijnen.
Wij verwachten een koning, wiens eer
biedwaardige persoonlijkheid Servië, naar
men hoopt, naar een betere toekomst zal
geleiden.
De blikken van onze vergadering zijn
op Uwe Majesteit geralleu, waardoor haar
taak gemakkelijker is geworden.
Met algemeene st. heeft de Nationale
Vergadering u tot koning van Servië uit
verkoren.
Wij, afgevaardigden van die vergadering,
volbrengen de ons toevertrouwde zending
en hebben de eer u aan te bieden het pro
ces-verbaal van de zitting der Nationale
Vergadering van 2 Juni 1903 en wenschen
Uwe Majesteit een langdurige en voorspoe
dige regeering, ter hoogste glorie van uw
persoon en van uw gezin. Leve de ko
ning van Servië
De president stelde hierop den koning
ter hand het procesverbaal, op perkament
geschreven en gesloten in een blauw sa
tijnen koker, met linten in Servische kleu
ren.
De koning gaf in zijn antwoord uiting
aan zijne groote gevoelens van dankbaar
heid en zeide als volgt
«Ik heb nu vóór mij, als koning van
Servië, de kleinzonen van de helden, die
met mijn heldhaftigen grootvader en mijn
grootmoedigen vader uitgestrooid hebben
het zaad der onafhankelijkheid van het
koninkrijk Servië, mijn vaderland en het
uwe.
Sta mij toe, mijne heeren en waarde
broeders, dat ik mijne erkentelijkheid uit
druk met deze eenvoudige woorden «Leve
Servië
Dat Gods zegen ons voortaan vergezelle
in ons dierbaar Servisch vaderland.
Nadat de koning vertrokken was, ver
klaarde Welimirowitsch»De weinige woor
den van den koning bewijzen, dat Peter I
een goed koning is, waaraan Servië behoef
te heeft. Wij achten ons gelukkig, dat
wij in onzen nieuwen koning een gemeen
schappelijk ideaal hebben gevonden.
Na de voorstelling der gedelegeerden gaf
de koning nogmaals uiting aan zijn ont
roering over het feit, dat hij na 45 jaren
ballingschap weder in zijn geliefd vader
land kon terugkeeren, daarbij betoogende,
dat hem woorden tekortschoten, doch dat
hij beschikte over een warm, een Servisch
hart, dat alleen kon kloppen voor zijn
volk.
De correspondent van de «Matin" te
Belgrado heeft naar aanleiding van de door
enkele mogendheden geëischte bestraffing
der in de samenzwering tegen koning
Alexander betrokken officieren met ver
schillende officieren gesproken
Deze achten allen een bestraffing on
mogelijk.
De revolutie, zeiden zij, is geëindigd en
man moet haar door bestraffingen niet doen
herleven.
Alle officieren zijn solidair. En zijn zoo
geestdriftig gestemd over hetgeen is ge
schied, dat zij voornemens zijn een monu
ment op te richten ter herdenking van
hunne bij den aanslag gevallen kameraden.
De officieren zijn van oordeel, dat het
buitenland slecht is ingelicht.
Het vaderland was in gevaar en de ver
wijdering van koning Alexander was nood
zakelijk.
De verbanning van den koning zou ech
ter een voortdurend gevaar voor de rust
des lands hebben opgeleverd.
Voor de binnenlandsche rust van Servië
was zijn dood dus noodig.
Wat in den nacht van 10 Juni geschied
de, was geen aanslag, maar een omwente
ling om het vaderland te redden.
De Servische pers is ook niet erg inge
nomen met de houding van het buitenland
en in hare artikelen laat zij dit dan ook
duidelijk uitkomen.
De meeningen van het buitenland wor
den vrij hooghartig behandeld en bijv. over
het bedanken van koning Karei van Roe
menië als chef van een Servisch regiment,
merkt de «Mala op Het regiment zal
dus niet langer zijn naam dragen. Dat
zal voor ons een verlies zijn, dat lichter te
dragen is dan koning Karei zich schijnt
voor te stellen.
De Turksche pers heeft van de censuur
last gekregen over de moorden in Servië
te zwijgen.
De Duitsche regeeringspers buiten
Pruisen stelt den Rijks-kanselier Von Bu-
low, verantwoordelijk voor de aanvankelij
ke zegepraal der socialisten.
Het «Leipziger Tageblatt" geeft den
raad, het met een nieuwen Rijkskanselier
te beproeven.
De politiek van Von Bulow heeft
volgens genoemd blad - een algemeene
ontevredenheid gewekt en zoodoende het
succes der socialisten voorbereid. In ge
lijken geest spreken tal van andere bladen.
Zeer fel is de toon, die wordt aangesla
gen door de couservatieve pers in de Sak
sische hoofdstad. De bedoelde Dresdensche
bladen stellen niet meer of minder voor
dan de afschaffing van het algemeen kies
recht en een krachtige onderdrukking van
het socialisme.
Aan den anderen kant wordt de stroo
ming in de liberale en vooruitstrevende
175.
XXIV.
Graaf Herhert had zijn eenzaam maal
geëindigd. Hij zat daar, het hoofd ge
steund door de hand, zonder zich te ver
roeren. Eindeloos lang, naar het den be-
dienenden jager toescheen, die tersluiks
opnieuw steeds naar het uurwerk keek.
Het licht der lampen weerkaatste schit
terend het zilveren tafelgerei en den fon
kelenden wijn in de kristallen karaffen,
maar het verhelderde niet het bewolkte
gelaat van den man, die alleen zat aan
zijn rijken disch.
Zijne hand brak gedachteloos de aman
delen, die voor hem stonden, zonder dat
hij ze proefde alleen bracht hjj af en toe
zijn glas aan de lippen.
H ij was den vorigen avond wedergekeerd
van Buchendorf, het landgoed zijner over
leden vrouw, waar haar lijk was bijgezet
in het familiegraf en eenige uren geleden
had de opening van het testament plaats
gehad. Immer was het lot hem gunstig
op het laatste oogenblik, zij het dan ook
door groote, diep ingrijpende gebeurtenis
sen.
Het had weinig gescheeld, of zij had
den inzet verbeurd, dien hij gewaagd had
voor zijn vermetel spel.
Zijne gemalin had, buiten zijn weten, in
de laatste dagen haars levens een testa
ment gemaakt, waarin zij het kind, dat zij
wachtte, bestemd had tot erfgenaam van
haar vermogen en haar gemaal slechts een
tamelijk bescheiden aandeel had toegezegd,
een zaak, welke de weinige vriendelijke
herinneringen, die hij aan haar bewaarde,
veranderde in een bitter gevoel
Maar alleen zijn stemming werd aange
daan door deze beschikking, niet zijn ui-
terlijken toestand.
Het pasgeboren kind was spoedig ge
scheiden van het leven, dat door geen
moederliefde werd verwarmd en had door
deze zelfstandige daad den vader eindelijk
gebracht tot het onbetwist bezit van den
rijkdom, waarnaar hij zoo achteloos had
gestreefd. Nu was hij vrij en onbeperkt
heervoor hem vertoonde zich het leven
vol helderen glans, eene overweging, wel
geschikt, om zijn borst te doen zwellen en
nochtans steeg een zware zucht daaruit op.
Die toon trof zijn eigen oor bij de die
pe stilte, welke heerschte in den kleinen
netten spijssalon. Hij was het zoo ge
woon op zichzelven te letten, dat zjjne
zinnen nog waakten, al waren zijne ge
dachten verre.
Hij keek op en wendde zich om alleen
de bediende stond geduldig op een wenk
wachtend aan het buffet en bij kwam tot
zichzelven.
De wereld zou het rouw genoemd heb
ben, hijzelf, zijne lippen krulden verachte
lijk, als hij der doode gedacht, die hem
had willen bedriegen om den prijs van
zijnen strijd, hijzelf, hij zeide het zich met
onverbiddelijke scherpte, welk gevoel hem
vervulde. Een onbeschrijfelijke oververza
diging was het, een leegte en een afkeer
van het leven.
Het was een wilde vertwijfelende jacht
geweest en nu was hij moe, doodmoe en
wilde rusten. De geheime zorgen, welke
hem gekweld hadden en voor den tijd be
roofd van zijne frischheid, zij waren ge
bannen berouw vond geen plaats in zijne
ziel, het was iets anders, dat heden hem
aandeed. Uit zijn zak haalde hij een klein
voorwerp, dat bij op tafel legde en op
merkzaam beschouwde een der kristallen
karaffen wierp een schaduw daarop en hij
schoof die op zijde, om beter te kunnen
zien. Hierdoor schoven de glazen tegen
elkander aan, wat een zachten klank ver-