BR1SKEMSCHE COÜRAMT. Mij is de wrake. No. 805. Woensdag 24 Juni 1903. 12e Jaarg. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor liet voormalig 4e district. Buitenland. FEUILLETON. Binnenland. ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Uit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELKMAX te Ureskens. De correspondent van de xFrankf. Ztg." meldt uit Belgrado Uit de papieren die in beslag zijn ge nomen bij den vorigen minister van bin- nen! indsche zaken en in het studeer-ver- trek van koning Alexander, is men het volgende te weten gekomen. Op denzelfden dag waarop, heel in de vroegte, het koninklijke paar is omgebracht, zou Alexander zich naar Topsjider hebben begeven naar de plaats waar 35 jaar ge leden vorst Mikhoel gevallen is. Een individu, wiens naam niet opge schreven is, had daar een paar revolver schoten op den koning moeten lossen. Op grond van dezen schijnaanslag wilde men dan alle verdachte officieren en lei ders van de liberale partij in hechtenis nemen en voor een krijgsraad dagvaarden, om een groote opruiming onder hen te houden. De samenzweerders hadden geen vermoeden, welk onheil een eventueel uit stel van den aanslag over hen en vele an dere menschen zou gebracht hebben. Men hoopt van Todorivits, den gewezen minister van binnenlandsche zaken (die niet dood is, zooals eerst gemeld werd, maai- integendeel beter wordt) en van den gewezen stadsprefect Masjifsjanin nadere bijzonderheden over de schijnaanslag te vernemen, die sterk herinnert aan den geruchtmakenden aanslag op Milan in 1899, en ook den naam pseudomoordenaar te weten te zullen komen. Doorgaans hoort men niets anders dan kwaad spreken van koningin Draga. Een bekende Boheerasche toonéelspeel- ster, mevrouw Hanna Koapil, die meerma len aan het Servische hof had vertoefd, weet eindelijk eens wat goeds te vertel len. Volgens haar was de Koningin een bui tengewoon sympathieke persoonlijkheid, die een blijvenden indruk vestigde bij al wie met baar in aanraking kwam. In den loop van de herhaalde gesprek ken, welke zij met haar had gevoerd, had Draga een bijzondere belangstelling in de vrouwenbeweging getoond en naar de vor deringen er van in Oostenrijk. De Koningin was volstrekt niet spilznch- tig en tuk op eerebewijzen, gelijk men haar doorgaans voorstelt. Onder anderen had zij vergund, dat ongehuwde meisjes opau- diëntes zouden mogen verschijnen in een voudige, witte japonnen en gehuwde vrou wen in zwarte zijde. Voor dat zij Koningin werd ging het bij het huishouden in den Konak allerou- geregeldst toede meest, buitensporige verkwisting had plaats. Maar toen Draga meesteres werd, kwam er plotseling in dat alles veranderingzij voorkwam onnoodige uitgaven en wist al les in orde en regelmaat te brengen. Vermoedelijk heeft haar dit geen goed gedaan in de opinie van het paleis-perso neel. Koningin Draga heeft tal van familie betrekkingen in Oostenrijk, o. a. den heer Czery, oud-burgemeester van Praag, en den heer Von Placzek, een welbekend lid van den Rijksdraad. Het »Nenes Wiener Journal" publiceert 174. Ik streed ook voor u, riep zjj levendig uit, ik geloofde aan u, steeds ten allen tijde. Ik sprak u vrij in iederen traan, dien ik om u heb geweend, in ieder woord, dat ik sprak tot de weinigen, welke het treurig geheim kennen, in iedere liefkozing" welke het verlaten kind ontving. Lang en onderzoekend keek hij haar aan. Gij geloofdet aan mij ten allen tijde, zeide hij eindelijk diep ademhalend, hoe goed mij dat doet, gravin Nu heeft het leven nog waarde voor mij. Hij boog zich over hare hand en kuste die dit oogen- blik maakt jaren goed. Maar nu help mij, om mij eenigszins te schikken in den vreeselijken toestand, waar in men mij heeft geplaatst. een document, dat een somber voorgevoel aantoont bij koningin Draga. De brief, misschien de laatste dien zij geschreven heeft, is gedateerd van den 9en en gericht aan een intieme vriendin van de koningin. De geadresseerde ontving den brief op hetzelfde oogenblik als het bericht van den moord. In dien brief leest men o. a. het vol gende »Ik houd veel van Sacha (koning Alexan der) die goede en trouwe ziel, en zou niet aarzelen hem mijn persoon op te offeren en mij van hem te scheiden. Ik weet dat ik gehaat word en dat de afwezigheid van een kind. van een troonopvolger, de geva ren vermeerdert, die ons bedreigen. Als de koning zich met de uiterste radicalen verzoende, zou het kunnen gebeuren dat de tweede koningin van Servië de eerste in ballingschap volgde. Ik word vervolgd door sombere voorgevoelens, en vaak zie ik 's nachts het verschrikkelijke beeld voor iuij van den stervenden Michael (oud-oom van Alexander) die zijn bloedende han den uitstrekt naar zijn moordenaars met de smeekbede »Ne motje bratscha, dosta" (Houdt op broeders, het is genoeg.) Alleen Sacha is goed gestemd en heeft een onwankelbare trouw in de ster der Obrenowitch". Zooals men weet, is H. M. de Konin gin-Moeder de vorige maand incognito een uitstapje wezen maken in België, en naar de »Spaarne-bode" uit een haar particulier schrijven leest, heeft zich daarbij het vol gende aardige geval voorgedaan. Nabij Ottingue bevinden zich de groote en prachtige ruïnen van de oude abdij van Villiershier is H. M. ook een dag gaan zien, en na afloop in een in de nabijheid net burger-café-restaurant, bestelde zij een diner. Bij de caté kwam de patroon zich pre senteeren en vraagde, of het gezelschap wel tevreden was. »Is de café naar zin, zulle?" »Wij zijn zeer tevreden, alles is zeer, zeer goed, en café is uitstekend". »Nu, dan ben ik ook tevreden", ant woordde hij «maar madammeke, ik weet niet hoe het komt, ik heb oe meer ge zien" »0 ja", antwoordde II. M. »dat is mogelijk, wij zijn veel op reis, en zoo ontmoet men veel menschen" - 't Schijnt mij toe dat gij een goed en braaf mamatje zijt, zoo weltevreden ik zie zulk mensch zoo gaarne, »en zoo tikte hij H. M. ge moedelijk op den schouder, om vervolgens het gezelschap te doen schudden van 't lachen, door allerlei stukjes te vertellen van wat er zoo al voorvalt in zijn esta- minet. H. M. vroeg hem, of er geen mogelijk heid was om een rijtuig te bekomen, ten einde de omstreken eens te mogen zien. A wel zulle", antwoordde de patroon, »maar wat jammer, mijn jongen is vandaag met congé naar Brussel, maar dat is niets, ik heb een schoone en makke ponny en nette cab, ik ga het inspannen, en daar gij zulke aardige luidjes zijt, lijd maar raak zooveel gij wiltik vertrouwe het u Welke beweeggronden heeft men mij toegeschreven, waarom heeft de doode zel ve de waarheid niet gezegd Men twijfelde aan hare toerekenbaarheid, hernam graaf Wolfen ieder bewijs ont brak. Zij zelve betuigde bijna vertwijfe lend, dat gij niet haar echtgenoot waart, niet de vader van haar kind, maar hare papieren maakten hare verklaringen tot lo gen. Veronica draagt uw naam. wie van ons mocht haar dien ontnemen De man, dien Magdalena noemde, erkende het kind niet. Als een donderwolk toog over Constan- tijns gelaat, de hand, waarmede hij op de tafel steunde, beefde. Daartoe zal ik hem dwingen, zeide hij kortaf. Kent gij hem dan vraagde graaf Wolf getroflën. Eene vrouw weglokken van de trouwe bescherming der haren en hare liefde ver raden den vriend zjjuer jeugd snood de eer ontstelen en hem beladen met eigen schande, zijn kind verloochenen en het der barmhartigheid van vreemde menschen prijs geven en dat alles uitvoeren met eene ver metelheid zonder wederga, daartoe acht ik slechts een enkele in staat, heer graaf riep hij buiten zichzelven uit. De oude heer week verschrikt achteruit. In deze uitspraak lag een zekerheid, wel ke zijne geheimste vermoedens bevestigde. Neen, neen, noem den naam [niet, ik wil hem niet hooien, viel hij heftig uit, hij was rein en schitterend door de eeuwen heen Gij kent hem dus, ge weet, dat hij waar lijk bevlekt is, heer graaf? Strijd niet daartegen. Ge zijt geen man des schijns, maar de gerechtigheid en ook verborgen hartzeer doet wee. Gij werpt den glans van eeuwen in de waagschaal, ik mijne ei gen eerzij weegt mij een wereld Toestemmend boog graaf Wangerioh 't hoofd en Constantjjn ging voortGjj sid dert voor den slag, die een van uw ge slacht treft, wat zoudt gij gevoelen, als uw eigen persoon beladen werd met onuit- wischbaren smaad Graaf Wangerioh reikte hem de hand ik begrijp u volkomen, maar misken ook mij niet. Het valt mij ontzaggelijk zwaar, uit uwe hand gelaten aan te nemen, waar tegen mijn familiegevoel zich zoo levendig heeft verzet. Niemand graaft zijn eigen graf. Zoolang geen bewijzen zijn bijge bracht, zoolang Herbert zichzelven voor onschuldig verklaart, zoolang trek ik mij niet van hem af! En in uw hart, heer graaf Ik zou deze vraag onbeantwoord kun nen laten, maar ik wcnsch u een bewijs te geven van mijn vertrouwen, door ze u te beantwoorden. In mijn hart heeft mijn neef geen plaats, alleen in mijn stamboom. Maar in dit geval zal ik beproeven den naam te beschermen. Het doet mjj leed om u, heer graaf, en

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1903 | | pagina 1