SKENSCHE COURANT. Mij is do wrake. No. 802. Zaterdag 13 Juni 1903. 12e Jaarg. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig 4e district. Buitenland. De Staatsgreep in Servië. FEUILLETON. ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 5 regels 25 centselke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Sit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAX te Breskens. Jielgië. Leruonnier beeft in de Kamer zijn interpellatie gehortjen4sver de duurte van het vleesch. De spreker begon zijn betoog met te wij zen op het verzoekschrift van den burge meester van Brussel Emile de Mot aan den minister van landbouw van der Brug gen om opening van de grenzen te vragen voor buitenlandsch vee. Was die alarm kreet van den burgemeester zonder grond uitgestooten Lemonnier toonde aan, dat de burgemeester terecht had geklaagd, dat inderdaad de prijzen van vee en vleeseh schrikbarend naar boven waren gegaan, dat die prijs van Januari tot Juni op de groo te veemarkten van België gemiddeld 10 °/0 was gestegen. Te Brussel betaalden de hospitalen, die eerste-klas vleesch plegen te gebruiken, tegenwoordig fr. 1.20 het kilogram, tegen 98 centimes in Januari. Voor dezelfde hoeveelheid voedsel moeten, volgens den interpellant, de Belgen dit jaar 22 milli- oen franken meer betalen dan verleden jaar. Hij schrijft dezen ongunstigen toe stand toe aan de schaarschte van het vee, en deze is het gevolg van de hooge invoer rechten en meer nog van de administra tieve maatregelen, die de regeering aan de grenzen heeft voorgeschreven. De Fransche grens is sinds lang geheel gesloten en de Nederlandsche grens heeft deze minister ook afgesloten. De beesten mogen maar door vijf grens plaatsen binnenkomen en zij moeten in de naburige plaats worden geslacht zoo zij niet naar enkele groote markten worden verzonden, alles binnen een of twee etma len, van daar groot ongerief voor den vleeschhandel, ongestadigheid van de prjj- zen. Waarom al die hinderlijke bepalingen Omdat er ziekte zou zijn onder het Ne derlandsche vee? Nu heb ik daar inlich tingen over ingewonnen en de gezondheids toestand van het vee is uitstekend, en in Nederland en in Frankrijk. Invoer van vleesch over zee gaat ook zeer bezwaarlijk. Het vee moet dadelijk na aankomst wor den geslacht en dan verkeert het in slech te omstandigheden na de zeereis. In 't kort Lemonnier noemde het een zeer afkeurenswaardige politiek, die re geering volhield ten bate van enkele vee fokkers en tot schade van het Belgische volk dat jaarlijks millioenen offerde, die men zich wel zou wachten het op te leg gen in den vorm van directe belastingen. Minister van der Bruggen was onver murwbaar. De grens is niet dicht voor Nederlandsch vee, zeide hij, in 6 jaar is hetzellde stelsel onveranderd toegepast en in die zes jaren is het gemiddeld vleesch- gebruik met 29 percent gestegen en de veestapel is thans 15 percent grooter dan 6 jaren geleden. De tijdelijk hooge prijzen achtte de mi nister het gevolg van de natte Aprilmaand. Dat is een grapje, riep Giroul. Grapje of ernst, de minister houdt vol, dat de hooge vleeschprjjzen niet aan de regeering te wijten zijn. Ook de landbouwkrant der socialisten geeft dat toe, die is het er mee eens, dat hooge vleeschprjjzen niet noodzakelijk een ramp zijn. Het vertrouwen is op onze boerderijen teruggekeerd, de toestand is daar weer dragelijk geworden. Wij moe ten niet op de vreemdelingen rekenen, maar bouwen op eigen kracht. En dan de peroratieEen Vlaamsche krant heeft mij genoemd »de minister van paarden en geiten". Dien titel aanvaard ik men betaalt mij daarvoor. Ik ben de hoeder der nationale kudde en ik hoop dat ik een goede herder ben. De rechterzijde juichte den goeden her der dankbaar toe. In Servië heeft gisteren een blijkbaar vooraf beraamde en uitgebreide omwente ling plaals gegrepen, die van zeer ernsti- gen aard is. Jonge officieren zijn gisterennacht het paleis binnengedrongen en hebben Koning Alexander en Koningin Draga op hun bed vermoord. Ook twee zusters van de Koningin heeft men om het leven gebracht, evenals het hoofd der politie, de aide de camp en de lijfwacht des Konings en een drietal mi nisters, die zich verweerden toen zij door de samenzweerders gevangen zouden geno men worden. Het leger heeft Peter Karageorgievits tot Koning uitgeroepen. De thans uitgeroepen Koning behoort tot het huis, dat vroeger op den Servischen troon heeft gezeten. In 1842 werd Alexander Karageorvits op den troon geplaatst toen de Obrenovit- z6n de familie van den thans vermoor den Alexander waren afgezet. Tengevolge van Ruslands bemoeiingen en het kuipen der afgezette dynastie acht te Alexander Karageorvitz zich in 1858 eindelijk gedrongen het volk te raadplegen over zjjne positie. Een toen bijeengeroepen volksvergade ring eischte, dat hij afstand zou doen. Hij weigerde en vluchtte in de vesting Belgrado, waar Turksche macht hem een tijdlang beschermde. Hij werd toen afge zet en nam de wijk naar Oostenrijk. Tevergeefs beproefden zijne weinige aan hangers hem op den troon te herstellen. In 1868 werd vorst Michael Obrenovits vermoord en men meende daarin het werk van Karageorgevits te herkennen. De bedrijvers van den moord werden ter dood veroordeeld en Karageorgevits bij verstek tot 20 jaar gevangenisstraf. Hij overleed 3 Mei 1885 te Temesvar in Hongarije. Hij bleek tijdens zijn 16jarige regeering een vorst zonder energie en ka rakter te zijn. Zijn zoon Peter, die nu tot Koning is uitgeroepen, is in 1846 te Belgrado gebo ren en in 1883 gehuwd met Zorka van Montenegro, (die sedert 17 Maart 1887 is overleden), een zuster van de Koningin van Italië. Servië heeft dus geen vreemde op den troon. In hoeverre de nieuwe Koning mede plichtig i3 aan het vreeseljjk drama dat gisteren nacht in het Paleis is afgespeeld, 171. Hij had hem beide handen toegestoken, de vroegere toegenegenheid, welke hij steeds voor den dokter had gekoesterd, kwam levendig te voorschijn in dit oogen- blik van bigde verrassing en drong het wantrouwen terug, dat zich van hem had meester gemaakt ten Herberts gunste. Waar zjjt ge geweest en waarom hebt gjj ons den rouw laten aannemen vraagde hjj den jongen man in zjjn stu deerkamer leidend. Waarom hebt gij gezwegen, zoo langen tijd? Ik heb in de wereld rondgezworven, heer graaf, na langs den rand van het graf te zjjn gegaan, zeide hij lachend. Dit is nu de tweede maal, dat de dood mg liet varen, de derde maal zal hij mij vasthou den. Ik heb met mijne wederopstanding vele verrassingen bereid en de aangename overtuiging gekregen, meer goede vrienden te hebben, dan ik dacht. En naar ik hoop rekent gij ook mij daartoe? zeide graaf Wolf. Nu, dan zult gij u ook verantwoorden, hoe dat alles te zamen hangt. Een weinig toeval en een weinig ro mantische luim zijn bij elkander gekomen, heer graafik wist, dat het niemand ern stige smart veroorzaakte. De eerste berichten over ons gezelschap zijn openbaar geworden en u waarschijn lijk bekend, daar gij er zoo levendig belang in steldet mjjne eigenlijke reisontmoe tingen zal ik u wellicht later vertellen. Wij zijn tamelijk ver doorgedrongen in deels nog onbekende oorden, maar ter rein en volksstammen waren ongunstig voor een verder voortgaan ook waren on ze uitrusting en onze middelen daartoe niet toereikend. Door bijna onoverwinnelijke zwarighe den, welke zich aan ons opdeden, namen wjj den terugtocht aan en toen werd ik door koorts aangetast. Men heeft veel voor mg gedaan in weerwil der toene mende afmatting werd ik, moeilijk genoeg, medegenomen, ja men maakte voor mij een halt van verscheidene dagen. Maar ik als dokter kon mijn toestand het best beoor- deelen verdere vermoeienissen zouden op het oogenblik ongetwijfeld te zwaar voor mg geweest zijn En de toestand der ove rigen was, indien zij bij mij bleven, waar lijk niet benijdenswaard Niet alleen dron gen de omstandigheden tot terugkeer, maar ook de gezondheidstoestand van twee an dere reisgezellen begon ongunstig te wor den. Als ik u later de bijzonderheden mede deel, in plaats van zooals nu alleen in hoofdzaak te vertellen, dan zult gij mjj stellig toestemmen, dat ik mjj daartegen moest verzetten, dat onder de gegeven om standigheden mjjne reisgezellen of ook slechts een daarvan bjj mjj bleven. De verantwoording zoude mij slechts aangedaan en mjjnen toestand verergerd hebben. Van de beide inlandsche reisge zellen, de bediende en de tolk, liet men den schrandersten bjj mjj achter en wellicht was deze keuze geene gelukkige. Het was afgesproken, dat wjj, zoodra mjjne krachten dit veroorloofden, ons in Zanzibar weder bjj het gezelschap zouden voegen. Ingeval ik stierf moest de be diende mjjne papieren en effecten daarheen brengen. Maar weken verliepen en ik genas niet j mijn toestand begon zeer benauwd te wor den. In het dorp dreigden vijandelijkheden tegen een naburigen stam en eens, toen ik zeer ziek was en ellendig, had rajjn trouwe bediende mg verlaten. De papieren, die ik ingeval ik stierf als gewichtig had aan-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1903 | | pagina 1