BRESKEISC Mij is 4e wrake. No. 797. Zaterdag 23 Mei 1903. 12e Jaarg. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig 4e district. FEUILLETON. ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ6.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents; elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnemeut lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond by den uitgever C. DIELEMAN te Dreskens. Onedele wapens. 5~ (S1 o t.) Om terug te komen op de ver meende richting van ons blad, zou het toch noodzakelijk geweest zijn, daarvan publiek kennis te geven. Meent hij echter in werkelijkheid te kunnen instaan voor hetgeen hij beweerde, dan moet hij dit hebben bemerkt aan den inhoud van ons blad. En we twijfelen er niet aan of hij zal wel willen aantoonen uit welke artikelen dit bleek. Bij voorbaat zeggen we echter, dat wij ons zulks niet bewust zijn. Het artikel „Een naschrift" van 25 Maart, waarop misschien de schrij ver zal willen doelen, draagt daar van allerminst de sporen. En in dat, getiteld „Politieke Ac tie" gaven we alleen feiten ten beste, zonder een bepaald oordeel, dat een politiek stempel droeg. Evenwel, wil men misschien des ondanks toch die koerszetting in li berale richting blijven volhouden, met de bedoeling ons eenigszins bij an dersdenkenden te compromitteeren, dan gunnen we dien schrijver gaarne het genoegen van een steentje te heb ben bijgedragen tot het voltrekken van een gebouw, dat niet veel meer dan een luchtkasteel zou zijn. Maar hoe we denken over het li berale beginsel, dat steken we onder geen stoelen of banken. We vinden het ware beginsel van het liberalisme, hetwelk is omvat in dit denkbeeld„Leven en laten le ven, ook de menschen en de ideen, die men niet liefheeft" een zeer schoon beginsel. En zij, die dit in toepassing bren gen, zijn werkelijk benijdenswaardig en behoeven zich heusch niet te scha men zulk een beginsel te zijn toe gedaan. Dat echter tal van liberalen andere begrippen in de praktijk toepassen, is maar al te waar. Hoe geheel anders zou de wereld er uit zien, indien dit het grondbe ginsel was van alle politieke partijen. Het fanatisme en het egoïsme van het meerendeel der staatkundige aan hangers verwekt den veelal onzaligen strijd op politiek gebied, wijl meel de betwisting van den voorrang dan het doel van het algemeen belang, waarvoor men zegt te strijden, de grondgedachte is van den politieken kamp. We zouden zelfs uit onze eigen ervaring feiten kunnen aanwijzen, waarbij we de dupe zijn geworden en nog zijn van tegenwerking, alleen maar op het vermoeden, dat we an deren niet-gezinde personen zouden aanhangen. We behoeven er niet op te wijzen, dat het ijveren voor en het ageeren tegen personen met voorbijziening van beginselen, een kwade karaktertrek is van sommigen in de liberale partij en dat de toepassing van deze indi- viduëele praktijken haar meermalen gevoelige slagen heeft toegebracht. Wat voorts aan de liberale partij nog aanmerkelijke schade heeft be rokkend is bij het bij velen heer- schende denkbeeld, dat iemand, die zijne godsdienstige plichten waarneemt niet liberaal zou kunnen zijn, terwijl zij die dat wel zijn van geen gods dienst kunnen weten. Het eene komt ons al even onver dedigbaar voor als het andere. Wil iemand van kerk- of godsdienst niets weten, dan sta hem dat vrij en is louter voor zijne eigene ver antwoording. Maar dezelfde vrijheid en dezelfde eerbiediging van dat gevoel mag wor den opgeëischt, door ieder, die in het volbrengen van die plichten een eerste eisch zijns levens ziet. Het laag nederzien op zoodanigen is de kwade genius van velen, die zeggen, de liberale beginselen te zijn toegedaan. De in alle deelen vrije zin, die be hoort uit te stralen van het liberale beginsel komt in opstand met deze vaak in zoo ruime mate voorkomende feiten. Dat dit de hoofdbegrippen van de liberale beginselen zouden zijn is niet wel denkbaarhet zijn niet anders dan kwalijk aangenomen stellingen. Evengoed als het ons onbegrijpelijk zou voorkomen als of zij, die hunne godsdienstige plichten naar behooren .t "j waarnemen, niet zouden kunnen zijn van liberale denkbeelden ten opzichte van maatschappelijke en andere vraag stukken. Men kan dus ten overvloede zien, dat bij zulk eene breede opvatting van algemeene beginselen en eene volmaakte eerbiediging van anderer gevoelens, eene bespotting van anders denkenden welke ook vrijwel ondenkbaar is, en dus een verwijt als dit, aan ons adres allerminst óp zijn plaats is. Met hetzelfde recht kunnen we de dwaze gevolgtrekking van ons afwer pen, waarhij „Sempel" van ons zegt, dat wellicht eene koude rilling ons beving, toen met Paschen meer hon derdtallen naar de samenkomst der Katholieken te Aardenburg opgingen, dan tientallen naar de vergadering der Lib. Kiesv. te Oostburg. Indien hij eenigszins ons blad volgt, kan hij weten, dat we persoonlijk niet tot het partijverband dierKies- vereeniging behooren, en in ons blad meermalen hebben gewezen op te genstrijdigheden, hetwelk als eenal- les-behalve van sympathie getuigende beweging werd opgevat. Nogtans komt het ons voor, dat van deze vereeniging bij verkiezin gen eene kracht uitgaat, waarmêe men rekening behoort te houden. We behoeven die vereeniging niet in bescherming te nemen ze zou dat misschien ook van ons niet verlan gen maar toch meenen we te kun- 166. In afwachting van eene familiegebeurte nis, zeide de dame en het was niet moei lijk te raden wat zij bedoelde. Graat Wangerloh verwacht opnieuw va- der-vreugde het kind, dat deze vrouw hem schenken zal, zal een zachter bedje ge spreid worden, dun eenmaal Veronica. Het zal ongeschonden in ontvangst ne men al die rechten, welke men haar heeft ontroofd, Het is hard, maar waar. De rjjkdom en de macht der moeder zijn een krachtiger beschutting tegenover de slecht heid van zulk een vader, dan de trouwste, meest opofferende liefde, welke zelfs den dood niet ducht. Ik ben verlangend te weten, hoe hij zich zich zal houden tegenover zijne bloedver wanten na zjjne terugkomst, of veel meer, welk een plaats graaf Wangerloh hem zal aanwijzen, na de ervaringen, door hemzel- ve opgedaan en bij de verdenking, waarte gen hy zich tevergeefs verweert, al wil hij er niets van weten. De bezittingen der gravin liggen niet ver van Kettenstein, een bezoek is bijna onvermijdelijk en dan, Werner, dan kan het oogenblik komen, waarin hij staat tegenover Veronica Hij zal haar niet herkennen geen tee- dere uitroep van hare lippen zal hem ten verrader worden tien maanden blussohen in de herinnering van een driejarig kind een geheel stuk levens uit. Maar hij, kan hy twijfelen, wiens kind het is, als het hem aanziet met Magdalena's oogen, met de zachte bekoorlijkheid, welke zij hem achterliet op aarde Sterker dan al zijne bemoeiingen, om het aan het duister en aan de vergetel heid prjjs te geven, heeft het lot het te ruggevoerd in den schoot der familie. Dit is een goede beschikking, maar graaf Herbert zal daarin eene berekening zien, een welgelukt plan van my. een schrede voorwaarts op de baan der vergelding en hjj zal beproeven, mij te dwingen tot den terugtocht. Het woord »afwachten" legt zich op nieuw loodzwaar op mijne dagen hoeveel leed heeft dat woord mij reeds gebracht Als rnjjn louteringsproces bestaat uit lijd zaamheid en voortdurende ontzegging, uit het bestrijden van rechtmatige gevoelens, dan zal ik weldra een engel zijn. Laat my eindigen met dit uitzicht. Schrjjf spoedig, rnyn goede Werner, ik smacht er naar het zwart op wit te zien, dat ik nog ergens tehuis behoor in de we reld en ik kan van u met recht de vroo- lijke en juiste stemming verwachten, wel ke mij menigmaal tot schrijven ontbreekt. Laat mij een blik slaan in uw leven en my daaraan laven, de arme kinderen geljjk, die huiverend daarbuiten staan eu toch zich verlustigen aan den glans van de kaarsen der kerstboomen, die den rijken zijn ontstoken. Uw leven, uwe tijdsverdeeling en werk zaamheid, ieder plekje in de pastorie, hoe ge dat gebruikt en uw gemak u dienst baar maakt, boezemt mjj belang in en als ge mjj alles getoond hebt en beschreven, stijg (jan op naar het kasteel en den slot tuin, waarin de rozen bloeiden, toen ik heenging eui zeg my, hoe het er daar uit ziet. Er ligt een wonderbare poëzie van lang vervlogen tjjden op dat stille verborgen plekje, omsloten door die grauwe, met klim op begroeide muren. Theresa's gestalde past daarin, als had men <lit stuk middel- eeutysche schoonheid voor haar opzetteljjk behouden. Even hecht en sterk als de muren van die stoute burcht is haar zin en ook daarin bloeien gourige rozen. Leef gelukkig, mijn goede Werner, groet Esther innig van mjj. Zjj is mjj waar-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1903 | | pagina 1