BRESKENSCHE COURANT.
Mij is de wrake.
No. 796.
Woensdag1 20 Mei 1903.
12e Jaarg.
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het voormalig 4e distriet.
ABONNKME N T.
Per y maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België yt).02s, voor Amerika y'U.^2'r\ bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 centselke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Kit lilad verschijnt eiken IHnsdu»;- en Vrijdagavond bij den uitgever C. KIIXIDI t\ te Itreskeus.
Ont'dt'ltt wapens.
2.
Gaan we daartoe de geschiedenis
even terug, dan zien we, dat bijv. in
1901 bij de Staten-verkiezing een
drietal liberalen de 'candidaten waren
ook van de Katholieken.
In eene der advertentiën bij gele
genheid dier verkiezing zagen we, o.
a. wijl de Kath. Kiesv. geen teeken
van leven meer geeft en er geen
kans is dat een der onzen (de Ka
tholieken) ooit als Statenlid wordt
afgevaardigd, de hoeren Hammacher,
Gerritsen en Van Oven aanbevelen.
Waarom toen niet de candidatuur
van de anti-reV. kiesv. gesteund
Men was toch algemeen in den
roes van de samenwerking van anti-
re v. en kath.
Indien die candidaat toen eenige
stemmen verkreeg van de kath. mag
dat wel bij uitzondering genoemd
worden.
Waarom stemden verder de kath.
kort daarop schier unaniem op mr.
Hennequin bij de Kamer-verkiezing,
terwijl toch in andere districten de
kerkelijke partijen samengingen?
Zeiden we dan te veel, dat het
bijna vergeten hoekje van ons land
minder vatbaar is voor de theoreti
sche politiek en meer rekening houdt
met de praktijk van het leven
En zal iemand in deze veronder-
ondersteliing, getoetst aan de zuive
re toestanden in ons district, eenige
beleediging van liet godsdienstig ge
voel kunnen zien
Wel neen immers, tenzij men o ver-
teergevoelig isi
Alleen die anonieme schrijver noem
de liet eene meerdere of mindere
bespotting van de Katholieken.
Is dat nu gedaan om ons bij de
Katholieken verdacht te maken
Dan vinden we dat zeer laakbaar
Eerstens omdat die aantijging allen
grond mist en ten anderen omdat
wij nimmer eenige aanleiding gegeven
hebben om het zaad der tweedracht
uit te strooien tusschen onze gemeng
de bevolking.
Evenmin is door ons ooit eenige
poging gewaagd om de Katholieken
tot liet mikpunt van spotternijen te
kiezen.
We zijn er van overtuigd dat het
intellectueele deel der Katholieken,
hetwelk behoorlijk een eigen waar
nemingsvermogen bezit, ter dege on
derscheid weet te maken tusschen
waarheid en verdichting, en de ne
velige dichtheid, waarin die anony-
me schrijver zich hult, zeker niet als
een waarborg zal beschouwen voor
de waarheid van het door hem ge
decreteerde nopens die spotternijen.
En'indien we in werkelijkheid ons
daaraan hadden schuldig gemaakt
zoude dat geheel in strijd zijn met
de groote verdraagzaamheid, die van
weerszijden ten opzichte van anders
denkenden in ons district in toepas
sing wordt gebracht.
FKUILLKTON.
165.
De schilderij was niet besteld, maar is
op den schildersezel onder liet schetsen
verkocht en wel tot een prijs, dien ik stel
lig meer te danken heb aan de mode, die
zich meester gemaakt heeft van mijne
scheppingen, dan aan hare waarde.
Hoe vaak droomde ik in vroeger dagen
van deze gevolgen, toen ik smachtte naar
roem en naar goud om Magdalena het le
ven licht te maken en schoon.
Nu heb ik dat alles en zij ontbreekt
er is niemand, die zich verheugt over den
glans, of' zelfs hem gebruiken kan.
Ja, wellicht toch. Veronica, want zij
is mijn kind.
Uw schoonvader zeide mij hij gelegen
heid uwer bruiloft, dat hij, naar wij over
eengekomen waren, het bloedgeld, dat zich
in Magdalena's koffer bevond en dat zij
aanduidde als de som, haar door graat Her-
bert gegeven, aan het weeshuis had ge
schonken. Eergisteren is door mijn ban
kier een gelijke som aan den heer Ruben
gezonden als schadevergoeding, die zij voor
Veronica mag beheeren.
Het is mij een zoet gevoel, zoowat va-
derreehten uit te oefenen, ik heb het kind
liet, alsof Magdalena het mij geschonken
had en ik vraag mij sints eenigen tijd af,
wellicht naar aanleiding van Theresa's be
denking, of Veronica door de erkenning
van zulk een vader winnen zou, wat ik
wel zou gevoelen, als ik overwinnaar bleef
in den strijd, als ik hem vernederd aan
mijne voeten zag en hem Veronica zou
moeten afstaan. Onvoorwaardelijk, op ge
nade of ongenade. Magdalena's kind, dat
zij stervend in onze armen bracht ter red
ding Dat ware een slag gewonnen en
een verloren maar hij zou den prijs
En met die algemeene bekendheid
voor oogen, is eene dergelijke uiting
inderdaad afkeurenswaardig. Dat we
in dezen den onbekenden schrijver
sommeeren zijne woorden in te trek
ken, is duidelijk.
De fierheid van de zinspreuk dei-
Zeeuwen, waarop hij zich met een
zekere trots beroept, brengt mêe, dat
hij eerlijk genoeg zal zijn, zijn „Pec-
cavi" uit te spreken.
Hij kan dit des te gemakkelijker
doen, omdat buiten de redactie,
tenzij hij de handlanger van ande
ren is niemand hem schuin er
voor zal aanzien.
Is echter het masker, waarvan hij
zich bediend heeft, voor hem een
geschikt middel om het wapen der
verdachtmakingte blijven hanteeren,
des te lafhartiger is zijne handelwij
ze.
Zelfs zijn eigen geloofsgenooten zul
len dat met ons eens zijn.
Maar er is meer, dat ons trof in
het schrijven van „Pier Sempel".
Hij schreef verder, dat de schrij
ver in ons blad dus alweer de
redacteur gaarne voor liberaal door
gaat.
Mag men hem gelooven meer
dan dat kan ook weer niet, omdat
hij niets van hetgeen hij beweert
door bewijzen staaft dan zou ons
blad in liberalen geest worden gere
digeerd.
Het moet dus kenmerken dragen,
waaruit blijkt, dat het de liberale
richting is toegedaan, de liberale be
ginselen huldigt.
We hebben echter een zeer sterk
vermoeden, dat dit beweren dezelfde
opzet heeft als die, nopens liet be
spottelijk maken van de Katholieken,
nl. een verachtelijk verdachtmaken.
Alhoewel langzamerhand verouderd,
is bij sommigen toch nog het idéé
in zwang, dat iemand, die aan de
politiek doet bij lui van tegenover
gestelde richting in den ban wordt
gedaan.
De mogelijkheid is niet uitgesloten,
dat de schrijver bij eene zekere ca
tegorie van menschen tracht invloed
te oefenen door hen van ons afkeerig
te maken, louter met het gezegde,
dat wij liberaal zijn, omdat bij som
migen, het liberalisme nog als een
soort van boeman doorgaat.
Er staat echter tegenover, dat een
blad, hetwelk eene bepaalde richting
vertegenwoordigt, uit den aard dei-
zaak ook deelt in den steun van de
aanhangers eener zoodanige partij.
Van daar dat men zekere Staat
kundige partij-organen zoo spoedig
een groote opgang ziet maken.
De vruchten der relatiën blijven
voor de zoodanige niet uit.
Als de schrijver nu niet een totale
vreemdeling in onze streken is, kan
hij weten, dat ons landje op dezen
regel vrijwel eene uitzondering maakt.
Niet zonder reden klaagde destijds
een onzer bladen, dat veeltijds de
steun der pers zoolang gewaardeerd
behouden.
Twee dagen later.
De brief is niet afgekomen, een bezoek
verhinderde mij, een vreemdeling, die mij
was aanbevolen en dien ik naar de schil
derijen-galerij vergezelde.
Ik wenschte dat ik het niet bad gedaan,
want nu nog beef ik van de ontroering
daar ondervonden.
Onder bet niet zeer talrijke publiek ont
moette ik baron Scblei^ing, iemand die dc
kunst vol geestdrift liefheeft, en die zich
daar ook bevond, als geleider van vreem
delingen. Als levend mode-artikel meende
hij mij aan zijne vriendin te moeten voor
stellen en ik bad geen gelegenheid, mij
daaraan te outtrekken, daar de dame tame
lijk dicht bij mij stond.
Gravin Wangeiloh, klonk het in mijn
oor en in het volgende oogenblik zag ik
ook graaf Herbert, die naderbij getreden
was. Ik weet niet, wat baron Schleiding
op zijne spraakzame manier zeide, het
bloed vloog mij kokend naar het hoofd en
ik zag als door een rooden nevel.
Ik weet alleen, dat de dame allerlei on-
noodigs sprak, waarop ik geen antwoord
behoefde te geven en dat ik dankbaar was,
omdat zjj de kosten van het onderhoud al
leen droeg.
Werner, Werner, hoe ik |hem haatmjjn
leven zou ik geven voor een uur der ver
gelding.
Spoedig kreeg ik mijn zelfbeheersching
terug, in ieder geval eerder dan hij, want
hij beproefde zich af te wenden. Hij is
vreeset ijk veranderd. Is het tengevolge
zijner doorbraste jeugd of van de geheime
kwelling zijner gedachten, dat dit gelaat
zoozeer veranderd is Wij spraken geen
woord met elkander, we hebben alles g< -
zegd, wat twee menschen elkander zeggen
kunnen, zoozeer zelfs, dat geen enkele arm
zalige beleefdheidsterm overgebleven is.
Maar zijne gemalin, die in mij den lands
man begroette, was des te spraakzamer en