IANT.
Mij is de wrake.
No. 795.
Zaterdag* 16 Mei 1903.
12e Jaarg.
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het voormalig 4e district.
Binnenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door liet geheele Rijk /'0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika /'U.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit bind verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond hij den uitgever C. MELKMAN te Breskeiis.
Onedele wapens.
1.
In den laatsten tijd hebben we in
verschillende bladen nog al eens bloot
gestaan aan aanvallen, die we helaas
-„moeten toeschrijven aan verkeerde
lezingen van onze artikelen.
Te oordeelen naar den omvang van
de aanvallen en naar de grofheid van
het gebezigde geschut, trok men te
wapen tegen een sterke vesting.
Een stilzwijgend brevet, dat onzer
zijds niet te versmaden was.
Het meerendeel der aanvallen lie
ten we echter eenvoudig onbeant
woord, omdat de drijfveer van dat
schrijven zoo klaarblijkelijk de be
doeling had de voorgestelde feiten in
hunne gedaante totaal om te keeren,
dat elk woord aan een debat gewijd,
nutteloos besteed zou zijn.
Aan den anderen kant heeft men
ons uitstekende diensten bewezen.
Men heeft door onze artikelen te
critiseeren, tevens de aandacht op
ons blad gevestigd, voor zoover men
ons nog niet kende, met een voor
ons niet onaardig succes.
Ook in het Katholieke blad „Ze-
landia" komen we wel eens in be
spreking.
Thans nog in een der laatste num
mers.
Waar dit geschiedde met een mas
ker voor het gelaat, zouden we zulk
ageeren gevoegelijk kunnen laten voor
wat het was en het niet beantwoor
den, omdat we niet weten of de schrij
ver die zijn naam verzwijgt, niette
veel eer wordt bewezen door notitie
van hem te nemen.
Toch zijn er polemieken, waarbij
het meer aankomt op wat gesclire
ven is, dan door wie zulks gedaan
is.
En dat geval doet zich hier voor.
Het raakt een teer punt aan, waar
op we in het algemeen wel eens pu
bliek willen antwoorden.
Het is nog altijd naar aanleiding
van de weder-oprichting der Kath.
Kiesv. in ons district, dat we af en
toe een duwtje krijgen.
In het jongste schrijven heeft -
er is reeds een derde of vierde pseu-
donymus aan het woord een zeke
re „Pier Sempel" het wel wat te erg
gemaakt door te zeggen, dat een
schrijver bedoeld wordt natuur
lijk de redacteur in ons blad de
Katholieken min of meer heeft bespot,
door van hen de veronderstelling te
uiten, dat ze huiverig zijn die kiesv.
weder op te lichten.
Die „Sempel" doet zijn aangeno
men naam alle eer aan, want van ie
mand, die, onbewezen en klakkeloos
zulk eene uiting aan een ander toe
schrijft, en volmaakt blijk geeft niet
het verband na te gaanwaarin
die veronderstelling gebruikt werd,
kan gevraagd worden of hij niet wat
simpel was.
Indien die geniale schrijver eeni-
germate bekend is met de eischen,
welke men mag stellen aan iemand,
die in het openbaar optreedt, had hij
kunnen weten dat liet in de eerste
plaats noodzakelijk is, behoorlijk na
te zien wat hij schrijft, alvorens ons
de woorden toe te dichten, die als
eene beschuldiging zijn op te vatten.
Als het ons vergund is, willen we
gemakshalve een kort overzicht ge
ven van den loop der zaken.
In het begin van de maand Maart
is men reeds begonnen met een in
gezonden stukje in „Zelandia" om
de Kath. Kiesv. te trachten op nieuw
op te richten.
Door aanhaling van enkele zinsne
den uit dat stukje wezen we ineen
artikel naar aanleiding eener politie
ke lezing op de aanstaande beweging
in die richting, ten gevolge waarvan
de redactie van genoemd blad, on
danks enkele bedenkingen ons een
compliment maakte voor de opwek
kende actie.
In het volgend nummer trok die
redactie deze woorden aan ons adres
in, omdat haar in dien tusschentijd
was gebleken, dat wij inderdaad al
leen hadden geciteerd, en dat een on
handig vriend haar slechts een gedeel
te van ons artikel had toegezonden.
Op dat oorspronkelijk ingezonden
stukje zijn een massa andere gevolgd,
alle met eene andere onderteekening,
om met die weder-oprichting hunne
sympathie te betuigen.
Toch hoorden we tot dusver van
geene positieve resultaten.
Bij zooveel aan den dag gelegde
belangstelling, indien ten minste
al die verschillende schrijvers niet in
één persoon vereenigd zijn, zou
men toch mogen verwachten dat er
iets te bespeuren was.
Daarop wezen we ter loops in ons
artikel „Politieke Actie".
En voor het aanvankelijk stilzwy
gen en het wegblijven van eenige
nadere poging om tot een begin te
komen, veronderstelden we eenige
huivering, om redenen, die klaar als
de dag zijn, nl. omdat de levens-op
vatting van de Katholieken, vooral
in onze streek veel meer overeen
stemming heeft met die der Libe
ralen, dan met die van de Anti-
Revolutionairen, hunne toekomstige
bondgenooten.
(Wordt vervolgd.)
Tegen de tabaksbelasting, welke de mi
nister van financiën denkt voor te .stellen,
heeft ook de Kamer van Arbeid voor de
tabaksindustrie te Amsterdam geprotesteerd.
In haar adres aan deu minister zet zij
uiteen, waarom zij, evenals de zusterkamer
te Rotterdam, van oordeel is, dat door het
invoeren eener verhoogde belasting op de
tabak en de tabakindustrie hier te lande
niet alleen de handel, doch bijzonder de
arbeid, zeer zal worden belemmerd en ge
schaad, terwijl de uitkomsten niet aan de
verwachtingen zullen beantwoorden.
164.
Hoe vrij van vooroordeel, hoe moedig
en trotsch
Geldt u de eer van ons huis zoo wei
nig, Theresa vroeg haar vader haar zoo
ernstig en berispend, als ik het nog nooit
gehoord had
O neen, papa. ik schat haar hoog, her
nam zij, zoolang ze echt is. Meer dan de
naam is mij het bewustzijn waard, dat gij
dezelfde blijft, als Herbert zondigt.
Misnoegd wendde hij zich af. Zeker,
papa, ging zij voort, ik zou dankbaar zijn,
als iedere schande ons bewaard bleef, ik
tou bereid zijn daarvoor groote oifers te
Wengen, maar gij kunt die niet vorderen
ran hen, die er bjj betrokken zijn.
Zulk een offer moet vrijwillig gebracht
worden en daartoe behoort de overtuiging,
dat er voor Veronica geen gewin bestaat
in de erkenning van zulk een vader, de
zekerheid om niemand te benadeelen en
voegde zij er aarzelend bij, een hooge graad
van vriendschap voor ons.
Alsof ik haar niet innig genegen ben,
alsof Veronica haar niet ontzaggelijk veel
dank verschuldigd is.
Maar opgeven kan ik het doel niet, dat
ik mij gesteld heb, hoever het ook nog
van mij af is
Voorloopig is er wapenstilstand, maur
de gedachte, dat de vijandelijkheden ieder
oogenblik kunnen uitbreken was oorzaak,
dat er tusschen ons geen recht gemoedelijke
toon meer kon bestaan.
Dit was het, wat een weinig onbehage
lijk, als kwade luim van mij, u aandeed
bij uwe thuiskomst en ik sprak mijn hart
niet uit tegen u omdat ik met die droeve
herinneringen en die uitkomst, welke tot
geen verzoening geleid had, niet tegelij
kertijd weemoed wilde gieten in de kelk
uwer vreugde. Maar nu weet ge het en
nu kunt gij het met uzelven uitmaken, of
gij als Magdalena's vriend en beschermer,
mijnen weg billijkt, of hem afkeurt, als
verkondiger der christelijke liefde.
Doe mij weten, of mijne verdenking,
welke den graaf zooveel leed heeft gedaan,
invloed heeft uitgeoefend op uwe weder-
zijdsche verhouding of Veronica nog de
zelfde plaats inneemt in de grafelijke fa
milie. En voeg er ook bij, of Theresa
vaak mijner nog gedenkt met de oude vriend
schap van voorheen.
Aan de overzijde zingt eene meisjesstem
Het is bestemd in Godes raad, en stoort
daarmede den gang mijner gedachten. Ik
denk er over na waarom dit zoo is. Mag-
dalena zong het mij toe den laatsten avond
dat wij bij elkander waren heden nog
weet ik, hoe vroolijk ik invielToch moet
gij mij ook recht verstaan, als menschen
van elkander gaan, dan zeggen zytot we
derzien
Ik heb het geloof verloren aan dien
schoonen troost. Wat al stelt zich niet
scheidend tusschen menschen de dood,
de omstandigheden, ook de hardheid vap
ons eigen hart.
Het kostte eenige moeite mijn zoo lang
verweesd atelier weder in orde te brengen,
w ant daarop rustte het stof van acht maan
den. Ik dacht veertien dagen weg te blij
ven, toen ik een plotselingen geheimen
aandrang volgde en u opzocht op het een
zame eiland dit moest een kleine stoor
nis wezen in mijn leven en het is een
keerpunt geworden. Want het zoeken en
vreezen heeft nu opgehouden, zjj is ge
borgen, ach, zoo zeker en diep en ik weet
steeds, waar haar te vinden. Ik stryd ni. t
meer met de onzekerheid en de beangst i
geude beelden, welke zij in het leven riep
vóór mjj staat een onveranderlijk noodlot.
Het tezamen zijn met Theresa is niet
zonder invloed op mij gebleven. Voorheen