BRESKEHSGHE COURAHT. Mij is de wrake. No. 794. Woensdag 13 Mei 1903. 12e Jaarg, Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig 4e district. Buitenland. Binnenland. FEÜILLETON. ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bjj alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAN te Breskens. De >Temps" ontvangt van zijn corres pondent te Salonika zeer uitvoerige en daardoor gruwelijke bijzonderheden over den bommenaanslag en de daarop gevolgde afstraffing te Salonika. Volgens dezen correspondent zouden de aanvankelijk als overdreven geschilderde tafereelen van bloedigen moord en dood slag de waarheid hebben vermeld. Na het krankzinnige optreden der Bul- gaarsche anarchisten, die een ontzettende paniek over de geheele stad brachten, be val de gouverneur-generaal aan den bevel hebber der gendarmerie om onmiddellijk alle verdachten te dooden Voor een Turk beteekent verdacht en Bulgaar hetzelfde, en in de straten van Salonika, vooral in de Bulgaarsche wijken werd het in weini ge uren een waar bloedbad. In dien eer sten nacht, iolgende op den middag der bommen-aanslagen, verzekert men, dat er 400 dooden en 5 tot 600 gewonden wa ren, die allen gesleept werden naar het binnenhof van den Konak. In de volgen de dagen gingen deze vervolgingen voort en het gezamenlijk cijfer der slachtoffers overtrof het duizendtal de lijken werden in karretjes naar de Turksche kerkhoven gebracht en daar liet men ze van 36 tot 48 uren onbegraven. Volgens de Turken is de beste manier om het met de Bulgaren klaar te spelen, ze allen uit te roeien vrouwen en kinde ren worden derhalve al evenmin gespaard als de mannen. Er zijn ongeveer 6000 Bulgaren in Sa lonika in de laatste dagen heeft meu on der hen wel erg huisgehouden, maar er blijven er genoeg over, en niets zegt, dat de overbljjvenden niet bij de eerste de beste gelegenheid weer zullen beginnen. Zij weten dat zij van alle kanten om singeld zijn en veroordeeld om te vallen onder de slagen der Turken en zegt de »Temps"-correspondent het zou niets verwonderlijk zijn, indien men ze nog beestachtiger streken zag uithalen- Er zijn reusachtige hoeveelheden hom men gevonden, die waarschijnlijk in Salo nika zelf zijn vervaardigd. Zij zijn heel eenvoudig gemaakteen dynamietpatroon met een lont, omwikkeld door een twintig tal smalle stalen banden ongeveer vijftien centimeter lang en stevig vastgebonden met jjzerdraad. >De Porte'' heeft te Sofia door den kei zerlijken gevolmachtigde een mondelinge nota doen richten, waarin de Bulgaarsche regeering verantwoordelijk wordt gesteld voor de gevolgen, voortvloeiende uit de onvoldoende bewaking van de grens en voor de versterkingen, aan de opstandelin gen verschaft door de Macedonische comi- té's. »De Porte" gaf den vertegenwoordigers der andere mogendheden in opdracht aan hunne regeeringen mede te deelen een me morandum, dezelfde aanklachten bevatten de. De gouverneur van Salonika heeft zich verzet tegen de landing van vreemde zee soldaten, ter handhaving en verzekering der orde. De toestand in Albanië is aanmerkelijk verbeterd. Blijkens het afdeelingsverslag der Twee de Kamer over het wetsontwerp tot ver hooging van den accijns op het gedistil leerd meenden vele leden dat er op dit oogenblik geen noodzakelijkheid bestaat om tot versterking der middelen over te gaan. De financieele toestand laat zich thans veel beter aanzien dan in het laatst van 't vorige jaar. Men berekende dat wanneer in alle gewone en buitengewone uitgaven zal zijn voorzien, op den dienst van 1902 nog een batig saldo van 16 ton zal over blijven. Gaat de opbrengst der gewone middelen niet achteruit, dan verwachtte men dat bo vendien nog meer dan een millioen be schikbaar zal blijven voor eventueele an dere credieten dan die voor uitvoering van de Beroepswet, de Kinderwetten en het Technisch Onderwijs. Ook op grond van de progessie der middelen in het loopende jaar achtte men het ontijdig thans tot ver hooging van belastingen te besluiten. Blijken later ingrjjpende wijzingen in het belastingstelsel noodig, dan ishetwen- scheljjk met partiëele wijzigingen te wach ten, totdat ook herzieningsvoorstellen van meer belang zijn ingediend. Gesteld echter er ware versterking van de middelen thans noodig, dan verdiene de voorgestelde verhooging van den accijns op gedistilleerd toch geen aanbeveling. Deze accijns is te beschouwen als een belasting op de zonde en immorreel han delt de Staat, door uit zonde geld te slaan. Het had daarom sommigen leden ver wonderd, dat dit Ministerie een verhooging van den accijns heeft ingediend. Het misbruik van sterken drank zul door een betrekkelijk geringe verhooging niet worden onmogelijk gemaakt of bemeeie- ljjkt. Hierop werd geantwoord, dat de accijns alle gebruik van sterken drank en niet en kel het misbruik treft en dat het gebruik niet als zonde is te beschouwen, ware dit zoo, dan zou de accijns geheel en evenzeer de wijnaccijns moeten vervallen. Voorts werd tegen het Regeeringsvoor- stel aangevoerd lo. dat daardoor de band tusschen de financiën des Rijks en dezen accijns nog nauwer zal worden toegehaald 2o. dat verhooging van den accijns vooral ten laste van den mingegoede zal komen 3o. dat zij tot smokkelarij aan de Duit- sche grenzen zal leiden 4o. dat de ver- valsching van sterken drank ten nadeele der volksgezondheid nog meer zou toene men 5o dat op andere wijze in het ver krijgen van de benoodigde gelden behoort voorzien te worden. Te dien opzichte drongen sommigen aan op herziening van de vermogensbelasting, zoodat het minimum van aanslagplichtig- heid van ƒ13,090 op ƒ10,000 werd ge bracht. Eenige andere leden wenschten een ta baksbelasting, terwijl men ook wees, op de mogelijkheid van maatregelen tot het te gengaan van fraude bij het doen van aau- 163. Ach Werner, hij is koud, als ons de liefde daarbij niet toelacht, dan laat hij het harte ledig 1 Somwjjlen overmeestert mij een onbe schrijfelijk, zeer onmannelijk verlangen en ik weet niet waarheen en waarnaar. Naar u, den trouwen vriend mijner jeugd, naar Theresa, bij wie Veronica speelt in den stillen slottuin, of naar het verlaten graf aan het zeestrand, waar zjj slaapt De toekomst van het kind dit is de hoofdvraag mijns levens in alle opzichten en ik ben het lot dankbaar, dat het mij iets geeft, om voor te zorgen. Zjj is nu ■agn eigen kind ik denk dikwijls aan haar en veel, maar, is dit niet zonderling, ik vermag haar beeld niet meer te scheiden van Theresa's beeld, ik kan niet denken aan een van beiden afzonderlijk. Er ligt iets bijzonder teeders in de liefde, die zij mijne verlatene lievelinge bewijst, iets ver kwikkends in den adem van het frissche leven, dat zij om zich heen spreidt, in de blijmoedigheid, waarmede zij het leven op neemt en spelend of standvastig de hin derpalen overwint, die dit leven haar biedt. Ik gun graaf Wangerloh dezen kostba ren schat, na de bittere ontgoochelingen en moeilijkheden zjjner jeugd; het eind- weegs, dat zjj nog te zamen zullen afleg gen, zal zjj hem licht maken. Als wjj de verandering door den tjjd teweeggebracht aan ons zeiven niet be merken, dan toch wel aan anderen. Hoe heeft haar karakter, dat nog onontwikkeld zooveel ruws en onvriendelijks vertoonde, zich prachtig gevormd, welk een sterkte en veerkracht ligt daar in haar frisschen geest, welk een zachtheid en liefde in haar gemoed bjj haar eigen wil. Haar geest zal ten zegen worden voor Yeronica, als hare liefde tot het kind van duur zal zjjn. Eene gedachte is er, welke mij veel be zig houdt. Even gelukkig als hare sympathie voor Veronica injj maakt, evenzeer ben ik ge neigd die te beschouwen als een zoenoffer van het lot voor mijne lievelinge en het zou mjj voorgekomen zjjn, als ware die sympathie listig verkregen goed, als ik verzwegen had, wier kind Veronica is. Theresa weet het nu, zjj heeft het des vaster aan haar hart gedrukt. Niet alzoo graaf Wangerloh, toen ik hem den vader noemde en hem daardoor gevoelig kwetste jn zjjn begrip van recht en in zjjn fami lietrots. Hoe weinig hjj ook zjjnen neef genegen schjjnt te zjjn, van dit schelmstuk wil hjj hem niet verdenken. Trotsch wees hjj de verdenking terug, waardoor hjj zjjn wapenschild bevlekt meende te zijn. Ja, wat is de hoogmoed der menschen, ook der besten, ook van zulken, die het meest vrjj zijn van vooroordeelen Alsof iemand door de nietswaardigheid van eeu familielid minder gevoelig getroffen word:, als hjj geen dozjjn voorouders kan optel len en alleen van zichzelven weet, dat hij een eerljjk man is Graaf Wolf, overigens een beminnen - waardig achtenswaardig mensch, verlam t in allen ernst van mij, dat ik dit duiste e geheim, met Magdalena ten grave gedaald en welks oplossing haar niet meer help n kan, laat rusten, om niet de fakkel d. s lasters en eener onrechtmattge verdenking te slingeren in een oud eerwaardig ge slacht. Hjj vreest elk schandaal, hjj stelt zjjn onbevlekten familienaam boven Vero nica's rechten. Daardoor is tusschen m-s een koelheid ontstaan, in weerwil van e dankbaarheid, welke hjj meent mjj ver schuldigd te zijn, omdat ik Theresa en deel schonk van het bloed, welks laatste droppel ik nu met vreugde geven zou, uiu baar gelukkig te zien.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1903 | | pagina 1