maal aan De Meijer. Deze heeft echter
het werk moeten opgeven wegens ziekte,
terwijl tevens toch is gebleken, dat (1e daar
bij gevolgde weg niet de beste is.
Thans is het werk opgedragen aan Su-
wijn, die het vorige jaar eveneens, doch
hooger had ingeschreven.
Deze doet het werk zeer goed, woont er
dicht bij en is naarstig, reden waarom B.
en YV. met dezen na onderhandeling zijn
overeengekomen om het onderhoud onder-
handsch aan te besteden a ƒ65 per jaar
van af 1 Mei.
Zonder hoold. stemming goedgekeurd.
Ter vervulling van het ambt van gem.-
archivaris, stellen B. en-W. voor, te trach
ten in deze vacature te voorzien door sol
licitanten op te roepen, tegen 1 Juli op
eene jaarwedde van ƒ50. Ze zijn er van
overtuigd dat het bezit van het archief van
te groot belang is, dan het niet te doen
beantwoorden aan het doel waarvoor het
is bestemd, en een deskundige te benoe
men.
Op de vraag van den heer Reepmaker
wat onder een deskundige moet worden
verstaan, antwoordde de voorz. dat daar
mede is bedoeld, iemand der zake kundig,
iemand dus, die het schrift zal kunnen
ontcijferen, waaromtrent inlichtingen wor
den gevraagd.
De heer Reepmaker heeft verschillende
personen hooren noemen, die wellicht niet
der zake kundig zijn zou het daarom geen
aanbeveling verdienen eenige punten op te
noemen, waaraan door de sollicitanten zou
moeten worden voldaan.
De voorz. achtte dit bezwaarlijk, omdat
men dan een examen zou moeten afne
men, waarbij hij liever geen examinandüs
zou zijn. En bovendien vertrouwt hij, dat
iemand, die werkelijk hoegenaamd geen
deskundige is, zich niet zal wagen aan
eene afwijzing in geschrifte door den Raad.
Verder gaf de voorz. den heer Van den
Hemel te kennen, dat het niet is voorge
schreven eene voordracht op te maken en
dus geen voordracht zal worden aangebo
den, doch alle sollicitatiën den raad zullen
worden voorgelegd.
Daarop werd conform het voorstel van
B. en W. besloten.
In zake den voortgang van de verleg
ging der straten van den tweeden rang,
waarmee men begonnen is, stellen B. en
W. voor de Land- en oude Kerkstraat te
verbeteren.
De voorz. voegde daaraan toe, dat de
bestrating die nu langzamerhand in goe
den toestand komt en moeielijk lang kan
wachten, daarom heeft spr. de uitvoering
bevorderd, door de aflossing van de lee-
na's kind en de toekomst der kleine wa
ren het eenige middelpunt geweest aller
besprekingen en besluiten. Maar de klei
ne Veronica werd nu de naaste aanleiding
tot eeu drukke briefwisseling en eens kwam
een brief, waarin onder aan den rand deze
weinige woorden stonden Heden heb ik
voor de eerste maal in uwe kerkgebeden!
Weinig woorden waren dit, maar zij
ontsloten den predikant een geheele toe
komst. Hoe dierbaar Magdalena's kind
hem ook was, hoe heilig haar legaat in
deze ure trad zijn eigen geluk op den voor
grond. Hij sprak Esther niet van zijne
liefde en vraagde niet naar de hare, hij
was zoo zeker van haar hart, dat dit hem
een ledige vorm zou hebben toegeschre
ven.
(Wordt vervolgd 1
ning, die in zijne hand zit, dit jaar niet te
doen plaats hebben, waardoor voor de ge
meente ƒ400 vrij kouit.
Nu ligt het in de bedoeling de straat te
horstellen van af de wed. de Meijer tot
aan Mabesoone, v&u dezen tot aan L. de
Bruijne en verder tot aan Laroy, dat zal
eene totale oppervlakte zijn van 2500 M2.
De straatmakers die thans voor de gasfa
briek werkzaam zijn, willen de straat ma
ken voor 15 ct., dat zou dus ƒ375 be-
loopen, rekenen we ƒ100 zand, dan kost
de bestrating ƒ475, die nu gemakkelijk
kan bestreden worden. De oude keien
wordeu weer verwerkt en waar noodig wor
den nieuwe gebruikt.
Zonder hoofd, stemming goedgekeurd.
Bij de vaststelling van het kohier van
de hondenbelasting werd bepaald, dat hon
den die met vrachtwagens mêeloopen en
als waakhonden kunnen beschouwd wor
den in de klasse b. zullen worden aange
merkt, doch indien blijkt, dat ze ook bui
tendien losloopen, en dit kan geconstateerd
worden deze met Juli in klasse a zullen
worden gerangschikt.
Ter benoeming van eene onderwijzeres
met acte Fransche taal werd voorgedra
gen mej. J. M. van de Plassche te Aar
denburg.
Na voorlezing van het rapport van het
hoofd der school en van het advies van
den arr.-schoolopziener, strekkende ter aan
beveling en goedkeuring van deze voor
dracht, gaf de voorz. de navolgende toe
lichting.
Bij de eerste oproeping meldden zich 3
sollicitanten aan twee onderwijzeressen
en één onderwijzer. Een der eerste en de
laatste waren niet in het bezit van de
vereischte akten, zoodat mej. van de Plas
sche alleen overbleef.
De meerderheid van het Dag. Bestuur
besloot eene nieuwe oproeping te doen on
der dezelfde voorwaarden, doch met het
resultaat dat niemand meer zich aanmeld
de.
Nu eischt de wet wel eene voordracht
van drie personen, maar die eisch kan
niet worden doorgevoerd, als er zich, nadat
alle middelen zijn aangewend, geene sol
licitanten méér aanmelden. Ook zeide
destijds de toenmalige min. van binnenl.
zaken dat in zoo'n geval zulk eene voor
dracht niet onwettig ismen kan toch
niemand dwingen te solliciteeren.
De voorz. wilde ook het gevoelen van
de minderheid, in dezen door hèm verte
genwoordigd, bloot leggen.
Uit opvoedkundig oogpunt is spr. er
niet voor, dat het onderwijzend personeel
uit eigen krachten is samengesteld.
De leeftijd van deze sollicitante is ech
ter wel van dien aard, dat zij aan de te
genwoordige schooljeugd is ontgroeid. Even
wel is zij geruimen tijd uit het onderwijs
weg geweest en heeft zich alzoo niet kun
nen inwerken in de nieuwere leermetho
den.
Maar van overwegend bezwaar is het
hem, dat de raad een voordracht wordt
aangeboden, waarbij hij geen keus heeft.
Spr. had zeer gaarne gezien, dat de
jaarwedde was verhoogd het eenige be
letsel voor de ruimere sollicitatie. Deze
gemeente behoeft er toch niet zoo nauw
op te zien. Dan had men ruimere keus
gehad. De meerderheid was van eene an
dere meening, waaraan de minderheid zich
moest onderwerpen.
Hierop werd mej. van de Plassche met
alg. st. benoemd, en daarna de zitting ge
sloten.
Mzcndijke. De WelEerw. Heer ds. E.
K. Groeneveld, pred. bij de Ned. llerv.
Gem. alhier, heeft een beroep ontvangen
naar die gemeente te Schellinckwoudt (N.-
H.)
Sluis, 28 April. Hedennamiddag kwam
de gemeenteraad in voltallige zitting bij
een.
Na goedkeuring van de notulen, werd
mededeeling gedaan van de navolgende in
gekomen stukken, als
a. opbrengst verkoop kaphout ruim
92.—
b. een schrijven van den heer Rosen-
daal, houdende dankbetuiging voor de bij
gelegenheid van zijn zilveren ambts-jubi-
leum door den voorzitter gesproken woor
den en voor de ontvangen stoffelijke blij
ken van belangstelling van de zijde van
den raad.
e. missives van Ged. St., tot kennis
geving der goedkeuring door H. M. de
Koningin der verordering op de heffing
van havengelden tot goedkeuring van de
gem. begrooting voor 1903, id. der wijzi
ging van de begrooting voor 1902 en id.
der verkoop van een stukje gemeente
grond.
d. jaarverslag der gezondheids-commis
sie te Oostburg over 1902 en alg. verslag
van den toestand der gemeente over dat
jaar.
Alle weiden voor kennisgeving aange
nomen.
Goedgekeurd werd eeu besluit der re
genten van de Godshuizen tot beschikking
over een bedrag van ƒ4.25 verschuldigd
aan notaris James wegens het passeeren
van eene akte.
Eveneens werd gunstig beschikt op een
verzoek van het alg. burg. armbestuur tot
wijziging der begrooting van dat bestuur.
R. en W. stelden verder voor aan het
hoofd van school A eene gratificatie te
verleenen ad ƒ10 voor het houden van
toezicht op het herhalingsonderwijs.
De heer Sanders vroeg wat Den Toom
daarvoor doet. Als het nuttig is wat hij
doet, dan vindt hij ƒ10 zoo weinig; geef
dan liever niets, want dit bedrag vindt hij
zoo fooitjes-achtig.
De heer Stern zeide, dat het niet te
weinig is, als men er maar werk naar
doet.
De voorz. gaf te kennen, dat Den Toom
het onderwijs regelt, en daarover eenig
toezicht uitoefent, daarom meenden B. en
W. dat ƒ10 niet te weinig en niet te
veel was.
Het voorstel werd aangenomen met 6
tegen 1 stem, die van den heer Sanders.
Een voorstel tot wijziging der begroo
ting noodig voor het uitkeeren van een
bedrag van ƒ174.20 ten behoeve van de
jaarwedden voor het geven van herhalings
onderwijs, werd aangenomen.
Door den heer L. van Bunnen te Brus
sel wieu door den raad vergunning was
gegeven tot het leggen van spoorstaven
naar een perceel grond waarop door dezen
eene Steenbakkerij zal worden opgericht,
en in aansluiting met de lijn Br.-M., doch
onder voorwaarde dat deze vergunning
vervalt zoo niet binnen 2 jaren, waarvan
de termijn vervalt 15 April 1904, deze
staven zullen zijn aangelegd, was een adres
ingezonden, houdende verzoek deze ver
gunning te verlengen tot 15 April 1905,
omdat hij stellig in de onmogelijkheid is
geweest eeu begin van uitvoering aan zijn
plan te geven, doch daarmede spoedig
hoopt aan te vangen.
B. en W. overtuigd van de billijkheid
van adressants verzoek om de alleszins
geldige redenen van diens ziekte stelden
voor de vergunning tot 15 April '05 te
verlengen.
Met alg. st. aangenomen.
Ingekomen was een verzoek van de
Feestcommissie ter gelegenheid van het
festival te geven door de ruuziekvereeni-
girg «Apollo" bij gelegenheid van haar
25jarig bestaan, tot het verleenen van een
bijdrage uit de gemeentekas ten behoeve
van dat festival.
De voorz. deelde mede, dat B. en W.
geen vrijheid hadden daarvoor iets uit de
gemeentekas beschikbaar te stellen en stel
de mitsdien voor afwijzend op het verzoek
te beschikken
De heer Zonnevijlle zou niet zoo maar
op goed geluk af iets willen geven, maar
zou er wel voor zijn iets te geven onder
voorwaarde dat de commissie aan den
Raad eene begrooting en een programma
overlegde.
Nadat hij gehoord heeft zijn een 45 ver-
eenigiugen aangeschreven en uitgenoodigd,
waarvan er misschien 8 of 10 komen.
Als de tijd van aanmelding voorbij is,
(spr. meent 24 Mei) dan weet de com
missie hoeveel gezelschappen zullen komen
kan dan het programma vaststellen en ee-
nigszins de begrooting opmaken.
Komt ze werkelijk tekort, dan zou de
raad nog wat kunnen toesteken we zou
den ook kunnen zien of er nog wat kou
geschrapt wordeu. Want men kan een
festival houden met 600, 800 gulden, maar
ook met ƒ250. Als heel Sluis met spar
retjes beplant en met bloemen versierd
wordt, is dat wel aardig, maar noodig is
dat niethet is toch geen Kouingsfeest
waaraan iedereen deelneemt.
Daaraan gaat veel geld weg, dat anders
kan besteed worden. (Met het oog op de
grove baldadigheden, zou dat ook minder
gewenscht zijn. Red.)
Spr. is eens als bestuurslid met »Apol-
lo" naar Marguerite geweest, waar voor
weinig geld een aardig festival werd ge
houden.
De heer Sanders zeide, dat men met
meuschen die niet voor of niet tegen iets
zijn, niet vordert; hij wenschte te vragen,
wat Zonnevijlle eigenlijk wil.
De heer Zonnevijlle herhaalt nog eens
het door hem gesprokene (dat overigens
wel een duidelijk doel had.)
De heer Sanders vraagt of er nu moet
gestemd worden voor of tegen het voorstel
van B. en W.
De voorz. zegt dat het voorstel i> om
geen subsidie te geven.
De heer Maenhout is tegen dit voorstel
bij wenschte wel subsidie te verleenen, al
was het maar ƒ25.
De heer Stern vindt voor het geven van
subsidie geen aanleidinghet is een huis
houdelijke zaak van de muziek. Dat elk
particulier geve wat hij wil, maar laat de
gemeentekas er buiten.
De heer De Bruijne meent, dat als er
subsidie gegeven wordt, men zich op een
gevaarlijk terrein begeeft wijl ook andere
vereenigingen kunnen komen aankloppen.
De heer Sanders zeide, dat de muziek
wel eens wat mag hebben, want bij het
minst dat er gebeurt, heeft men haar noo
dig zij staat niet gelijk met een ander
gezelschap.
De heer De Bruijne gaf te kennen, dat
het subsidie niet is gevraagd door de mu
ziek, maar door de feestcommissie.
De heer Stern merkte op, dat als de
muziek bij feestelijke gelegenheden ge-