Mij is de wrake.
No. 778.
Zaterdag' 14 Maart 1903.
12e Jaarg.
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het voormalig 4e district.
Binnenland,
FEUILLETON.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden /0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, hij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen
ADVERTENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Bit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever RlklJDMV te Breskens.
tv* I<;2-;E*!-: MAMKÏS.
In de zitling van Dinsdag 10 Maart zijn
behandeld de interpellatiën-Mees en Troel
stra, naar aanleiding van de spoorwegsta
king
De heer Mees zet uiteen, dat thans het
tijdstip is gekomen voor kalm overleg, en
het daarom beter is, thans over het ge
beurde te spreken, dan onmiddellijk na de
laatste dagen van Januari.
Het heeft zijn nut, dat opgehelderd wor
de wat de Regeering in die dagen gedaan
en gelaten heeft.
Spr. komt hierop tot zijn eerste vraag
heeft de Regeering geen aanleiding gehad
om voorbereid te zjjn op een werkstaking,
waarin ook het spoorwegverkeer dreigde
betrokken te worden Z. i. had de Re
geering aanleiding om dit te voorzien, al
verklaarde zij, dat de staking haar geheel
onverhoeds overviel.
Vooreerst wijst spr. op de inededeeling
van prof. Treub, als zou reed3 op 20 Dec.
een bestuurder der Amsterdamsche veeinen
met den Minister een onderhoud hebben
gehad naar aanleiding van den toestand,
en spr. vraagtzijn toen reeds mededee-
lingen gedaan of gegevens verstrekt, waar
uit het vermoeden kon worden geput, dat
de moeielijkheden in het transportbedrijf
te Amsterdam zich veel verder zouden uit
strekken, ook tot op 't spoorwegbedrijf?
In de tweede plaats wijst spr. op de be
kende verklaring van den M inister van
Waterstaat in de Kamerzitting van 19
Dec., en in de derde plaats vraagt hij, of
147.
Daarbij begrepen waren de aanwijzin
gen aan en overeenkomsten met de op
zichters en bestuurders zijner bruid, want
het beheer over het groote vermogen was
gemakshalve nu reeds in zijne handen ge
legd en hij zoodoende in de gelegenheid
gesteld in Engeland, zoowel als tehuis,
zijne schulden in stilte en zonder opzien
baren te voldoen.
Zoo waren dan de zorgen gebannen, die
hem dag en nacht hadden verontrust, en
nochtans ontvlood de slaap zijne legerste
de. Vertrouwend op zijne geestkracht had
hij eene dwaling izijner jeugd willen te
niet doen door een misdaad, maar hoe hij
er zich ook tegen aan kantte, telkens en
telkens weder keerden zijne gedachten te-
pr geen voorteekenen zijn geweest, die bij
het departement van Waterstaat konden
worden opgemerkt en die wezen op de
groote spanning, ook ten aanzien van het
spoorwegbedrijf. Spr. wijst hierbij op de
reeds vroeger door de sVereeniging van
Spoorwegpersomel" herhaaldelijk kenbaar
gemaakte grieven en de adressen, ook aan
de Kamer en de Regeering, die wezen op
een zeer bewogen atmosfeer in de spoor
wegwereld
Hierna licht spr., door zoo kort moge
lijk na te gaan den loop der gebeurtenis
sen, hun opeenvolging en samenhang, zijn
tweede vraag toe Op welk standpunt
heeft de Regeering zich geplaatst, toen zij
kennis kreeg van het feit, dat in het spoor
wegverkeer een gedeeltelijke staking plaats
had, en v an het gevaar, dat die staking
zich verder zou uitbreiden Spr. vraagt
ten slotte was de Regeering sinds 28 Ja
nuari voorbereid en volkomen op de hoog
te en: wat is er voorgevallen op de con
ferentie van 31 Jan. tusschen den Minis
ter van Waterstaat en de gedelegeerden
van den raad van beheer der H. IJ. S.
M.
Hierna houdt de heer Troelstra zijn in
terpellatie. Spr. wijst er op, dat wij thans
een gespannen toestand beleven, zoo ern
stig als er sinds 1848 niet is geweest in
ons land. Toen waren er hongeroproeren,
maar thans staan eenerzijds 26000 milici
ens gereed hun heilloos werk te verrich
ten, in de pers en in de lucht gaan drei
gende geruchten van een staat van beleg
de miliciens worden voorbereid op salvo-
vuur Daartegenover staat een diepgaande
rug tot de vrouw, die hij wilde vernieti
gen en wier kreet van vertwijfeling hem
bewezen had, dat de smart haar niet had
gedood.
Twee dagen nog was hij in Londen ge
bleven, twee dagen, nadat lip het onge
hoorde had gewaagd.
Hij had zijne woning niet verlaten, maar
gewacht en gewacht dag en nacht, of zij
niet komen zoude.
Hij was voorbereid op een tooneel, dat
wellicht opzien zou bareu en had zich
hiertegen gewapend met al de gruwzame
onverbiddelijkheid van zijn karakter, eene
onverbiddelijkheid, die zooverre ging, dat
hij de vrouw zijner liefde brandmerkte als
bedriegster en op het reine voorhoofd van
zijn kind den stempel drukte der schande.
Hij wachtte koortsachtig ontroerd, hij
telde de uren maar niemand kwam.
Hij waagde het niet, inlichtingen in te
winnen, de vrees verdubbelde zijne voor
zichtigheid van voorheen, waarmede hij
ontroering, een ontwaken en opvlammen
van den revolutionairen geest onder de
Nederlandsche arbeiders, zooals in Neder
land nog niet is voorgekomen de mobili
satie voor de werk-taking.
In dezen toestand moet ten spoedigste
verandering worden gebracht. Wordt niet
van beide kanten met beleid en zelfver
loochening gewerkt, dan gaan wij een tijd
perk van gewelddadige revolutie tegemoet
en loopt ons economisch leven gevaar een
schok te zullen ondergaan, veel erger dan
door de werkstaking van enkele uren van
't spoorwegpersoneel is veroorzaakt. Een
spoorwegstaking dreigt thans, die zeker
met staking in 't transportbedrijf zal ge -
paard gaan. De fernationale federatie
van de transportbedrijven is reeds bezig
met het nemen van maatregelen om stel
ling te nemen in dien strij 1 de secretaris
dier federatie heeft tot de leden van den
bond een rondschrijven gericht om steun
voor de stakers, en uit Engeland alleen
reeds is eeu ton gouds per week toegezegd.
Waar nu de mogelijkheid bestaat dat er
burgerbloed zal vloeien, moest de Regee
ring voorkomen al wat niet noodzakelijk
voortvloeit uit de afgeloopen gebeurtenis
sen.
Spr. wil nu meewerken om conflicten te
voorkomen, de bestaande spanning spoedig
te beëindigen en nieuwe botsingen te voor
komen. Zijn interpellatie strekt hiertoe en
om aan te dringen op beperking tot een
minimum van de geleden geldelijke schade
en om de slachtoffers vau de staking in
hun vorige positie te herstellen.
Spr. doet eenige grepen uit de grieven
van het spoorwegpersoneel, dat reeds on
geveer 13 jaren tevergeefs om verbetering
aanklopte, wat spr. de schuld achtte van
het Nederlandsche volk in zijn organen
de pers en de wetgeving. Hieraan is ook
de staking te wijten, en aan de hooghar
tige houding van de directie der H. IJ. S.
M. tegenover de spoorwegvereenigingeu.
Deze staking was niet het werk van
eenige raddraaiers en had allerminst een
politiek of soc -democr. karakter. Over
drijving was aanwezig bij de bourgeoisie,
die sprak van een »coup d'état'*, van ver
plaatsing van 't gezagoverdrijving ook
bij de arbeiders, die nu in de staking een
alles verbeterend wondermiddel zagen, van
welke overdrijving echter de gemeente-ar
beiders te Amsterdam zijn teruggekomen.
Onder den indruk dier psychische over
drijving heeft men een optreden gekregen
van de groote, vooral de conservatieve pers,
dat zeer nadeelig heeft gewerkt en waar
aan spr. de tegenwoordige spanning toe
schrijft. In 't bijzonder wijst spr. op den
maclitigeD invloed van den redacteur van
de ^Nederlander" op de Regeering.
Die artikelen hebben bij de spoorweg
arbeiders den indruk gewekt dat de Re-
geeriug hun organisaties wilde worgen.
Dit gaf aanleiding tot den bekenden op
roep van Petter om bij indiening van een
stakingswet naar Den Haag op te trekken,
waaraan een blad de uitlegging gaf, dat
men het Parlement wilde bedreigen. Dit
noodlottig misverstand gaf volgens spr. aan
leiding tot het onder de wapenen roepen
der miliciens, terwijl toch nooit een be
dreiging bedoeld was, maar slechts een
ook zelfs de minste nalatigheid vermijdde,
welke hem had kunnen comproinitteeren.
Maar in de duisternis van den nacht
sloop hij om hare woning, steeds in de
verwachting, dat er iets zou voorvallen
Hut. matte licht der nachtlamp scheen
door de neergelaten gordijnen, maar geen
geluid drong door tot hem, geen beweging
werd zichtbaar, overal zwijgen, overal
slaap.
Eeuwige slaap
Herbert huiverde, dat wilde hij niet.
Hij keerde terug, meer verslagen en
vermoeid naar den geest, dan ooit na een
dier woeste gelagen, die hij had bijge
woond, terwijl zij vol geduld tevergeefs
wachtte op zijne wederkomst. Hij wierp
zich op zijn leger neder en overdacht zij
plannen opnieuw in alle bijzonderheden, in
alle mogelijke gevallen, die zouden kunnen
dienen tot zijne verdediging.
Hij bekende het zickzelve, dat zijne
hoofdberekening gegrond was op Magda-
lena's karakter, op de hoop, dat zij hul
peloos en radeloos, overweldigd door de
grootte van haar ongeluk, het hoofd zoude
buigen en zijne wenscken vervullen. Haar
hart was als kneedbaar was in zijne hand,
haar wilskracht luttel. Zij was een hul-
pelooze vrouw, welke de wereld niet ken
de, alleen in een vreemd land, zonder
raadgever. Heni stond alles ter zijde, wat
zege beloofde macht en aanzien, men-
scheukennis, overleg en bewijzen. Hij had
daarop gerekend, dat zij het schandaal
schuwen zou, dat hare eer verdacht maken
en den naam van haar kind besmetten
zou, terwijl hij haar toch het middel aan
de hand had gedaan tot een vreedzaam
eervol bestaan maar hij had niet bedacht,
dat zijn verlangen een bedrog bevatte,
waarvan zij in hare reinheid geen besef
had. Bij haar zedelijk zelfbewustzijn stiet
hij op een tegenstand waarop hij niet had
gerekend. Slechts vluchtig was de moge
lijkheid bij hem opgekomen, tegenover haar