Mij is de wrake.
No. 712.
Zaterdag 21 Februari 1903.
12e Jaarg.
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het voormalig 4e district.
Binnenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT,
l'er 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België 0.G26, voor Amerika ƒ0.826, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur
Hit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. RIKLIDIW te Breskcns.
De Koningin en Prins Hendrik woon
den Dinsdagavond het tweede Casinobal
bij in de zalen van het Schilderkundig Ge
nootschap Pulchri Studio.
Het Koninklijk Echtpaar kwam te 10
uur en werd aan den ingang in de Hoo-
ge Nieuwstraat ontvangen door de be
stuursleden van het Casino jhr. E. v. Loon
en graaf van Raudwijck.
Een oogenblik later verscheen de Ko
ningin-Moeder op het bal en werd op de
zelfde wijze ontvangen.
H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins
Hendrik, in generaals-uniform, verschenen
Dinsdagmorgen op het voorbalkon vau het
Paleis te 's Gravenhage op het oogenblik
dat het regiment grenadiers en jagers op
zijn militaire wandeling langs het Paleis
marcheerde.
Terwijl ieder onderdeel met de gebrui
kelijke militaire eerebewijzen voorbijtrok,
bleven de vorstelijke personen op het bal
kon totdat het laatsie gelid van de lange
colonne, samengesteld uit de drie lichtin
gen, thans ouder de wapenen, gepasseerd
was.
Het défilé voor het koninklijk echtpaar
was voor de manschappen een onverwacht
en verrassend moment, evenals voor het
publiek, dat van alle zijden was toege
stroomd om getuige te zijn van 't schouw
spel.
De commissaris der Koningin in
Zeeland maakt bekend, dat in het jaar
1903
le de jacht op houtsnippen met ingang
van 1 Maart, die op waterwild met ingang
van 1 April en die op watersnippen met
ingang van 10 April zal gesloten zijn
2e het weispel van kwartelen alleen van
1 Mei tot en met 15 Juli zal geoorloofd
wezen
3e de kooieenden door een kooiman
moeten worden opgesloten of gehouden van
1 April tot en met 30 April en van 1 Ju
li tot de opening der jacht op waterwild
4e de visscherij zal gesloten zijn van 16
Miarl tos en met 15 April voor zooveel
betreft het visschen met;,het kruisnet en
met den hengel en van 16 Maart tot en
met 31 Mei voor zooveel betreft het vis
schen met den zegen of het sleepnet;
5e de visscherij met de overige voor de
ze provincie geoorloofde vischtuigen zal
gesloten zijn van 16 Maart tot en met 15'
Mei
6e gedurende den gesloten vischtijd, sub.
5e vermeld, in de wateren waarop de slui
ting der visscherij toepasselijk is het vis
schen van aal of paling doch alleen met
aalkorven en met een aalhaak voorziene
dobbers, zal mogen plaats hebben.
De geruchten omtrent het voorne
men tot vorming van een ministerie van
landsverdediging, waarvan wij onlangs mel
ding maakten, nemen vasteren vorm aan.
Er zouden ouder generaal Bergansius
als minister van het vereenigde departe
ment een directeur van oorlog en een di
recteur van marine worden benoemd.
Voor oorlog hoorden wij generaal Kool
noemen, voor marine den heer Sluyterman,
wiens naam reeds met de vacature voor
marine in verband is gebracht.
llhld.
Bij de stemming voor de Tweede
Kamer in het district Almelo (7362) kie
zers) werden Dinsdag uitgebracht 5908
geldige stemmen.
Volstrekte meerderheid 2955.
Gekozen werd Mr. P. J. M. Aalberse
(r.-k.) met 3824 stemmen.
Mr. E. B. Bavink ten Cate (lib.) had
1097 st.de heer J. F. Tijhof (soc.-dem)
987 st.
Het N. n. d. 1). mbldt
Er schijnt bij de regeering wantrouwen
te bestaan, met betrekking tot en wat met
door haar in gebruik gegeven wapens te
eeniger tijd kan worden uitgevoerd.
Zoo kwam ons ter oore, dat Zaterdag
jl. eene koninklijk goedgekeurde schietver-
eenigiug te Amsterdam, wier leden allen
behooren tot de gegoede burgerij, beslist
geen toekomstige stakers, de haar in bruik
leen gegeven Beaumontgeweren heeft moe
ten inleveren.
Wat zeer gewillig en met bekwamen
spoed is geschied. Vermelding verdient
dat de regeering ook genoegen zou hebben
genomen met de enkele inlevering dei-
sluitstukken.
Te Amsterdam zijn nieuwe onlusten
uitgebroken.
Er is namelijk een beroering onder de
vischkoopers ontstaan. Zij wilden Dins
dagmorgen niet aan de gemeentelijke visch-
hal aan de De Ruyterkade verkoopen, maar
voeren met hun schuitjes naar de oude
marktplaats aan de Geldersche kade.
Hier werd evenwel de handel door de
politie verboden.
Toen besloten de vischkoopers, dat dien
tengevolge geen visehhandel in het klein
zou gesehieden, tot groote schade van hon
derden visschers.
In een gehouden vergadering van de
Utrechtsche afdeeling van den Nederland-
sclien Aannemersbond en van de aanne-
mersvereeniging »Unie" is een motie aan
genomen, waarbij de aanwezigen zich tot
het volgende verbinden
»Zoodra in de gemeente Utrecht eenige
werkstaking mocht uitbreken, zal het te
dezer vergadering te verkiezen comité over
wegen, of termen aanwezig zijn, om over
te gaan tot een algemeen ontslag aan werk
nemers.
Indien het comité mocht besluiten tot
het nemen van dezen maatregel, zal het
aan ieder der ondergeteekenden een ken
nisgeving van dit besluit zenden, met ver
zoek om elk voor zich hun werknemers te
ontslaan.
Terstond na ontvangst van bovengenoem
de kennisgeving, zal ieder der ondergetee
kenden al het bij hem in dienst zijnde
personeel ontslaan, totdat het comité het
oogenblik gekomen zal achten, om dezen
maatregel op te heffen, en daarvan aan
ondergeteekenden kennis te geven.
Deze overeenkomst zal voor de onderge
teekenden verbindend zijn tot 1 Mei 1904.".
(Volgens de namen van 150 werkgevers.)
141.
Neen neen, hernam de schilder, opschrik
kend, ik dank u, Sir.
Zijne navorschingen waren tevergeefsch
geweest, hij had niets gevonden, dan de
plaats, welke hij jarenlang zoo angstig had
gezocht, maar geen getuigen van haar le
ven. Een laatsten blik nog wierp hij op
Je verlaten plaats, die zijne fantazie hem
steeds had geschilderd in den glans van
liefde en geluk.
Toen besteeg hij zijn rijtuig, om zich
naar de kerk te begeven, waar Magdalena's
trouwakte afgegeven was. Hij wilde de
plaats zien, waar zij vol zalige hoop haar
kinderlijk hart hem had geboden, haar hart,
dat hjj gebroken had.
Het was omstreeks den middag. In
weerwil van den winterdag scheen de zon
helder door de liooge kerkvensters en het
toeval wilde, dat juist een huwelijk vol
trokken werd. Het was maar een klein
bruiloftsgezelschap, maar de jonge vroolijk
aangedane bruid werd door haren vader
aan den echtgenoot gegeven zij deed den
gewichtigen stap, vergezeld door blijde ge-
lukwenschen.
Hier had ook Magdalena geknield hoe
vol eerbied en vol moed moest zij geweest
zijn, toen zij alleen hierheen kwam, alleen
met een hart vol geloovende liefde en zon
der andere getuigen, dan God in den he
melZou Hij voor haar optreden, zou Hij
spreken, waar ieder ander zweeg?
Toen het kleine gelukkige gezelschap
zich verwijderd had, liet Richard zich door
den koster bij den geestelijke aanmelden,
die zich nog in de sacristie bevond.
Hij toonde de trouwakte, verzocht, dat
men het kerkregister hiermede zou verge
lijken en gaf zijn bezorgdheid te kennen,
dat er eene naamvervalsching had plaats
gevonden, een opmerking, welke de predi
kant hoofdschuddend ontkende, daar een
huwelijksvoltrekking zonder genoegzame
wettigheid niet geldig was.
Hij zelf had het huwelijk niet voltrok
ken, zijn voorganger was sedert twee jaar
dood en de namen in het trouwregister
waren niet door de hand der pasgehuwden
ingeschreven.
Maar zoowel datum als namen kwamen
overeen met de akte, welke Richard liet
zien, er kon geen wettiger en ordelijker
document zijn, dan dit was.
Ontmoedigd ging hij heen. De laatsten,
die hij te hooren had, waren Herberts be
dienden.
Nadat hij de gemakkelijk te ontdekken
woning van den voormaligen attaché ge
vonden had, kon hij daar zonder veel moei
te vernemen, waar het tegenwoordig ver
blijf zij nor vroegere bedienden was.
Hij zorgde er voor, den graaf niet te
compromitteeren, hij vroeg alleen, of eene
dame, een jonge weduwe met haar kind,
die als Duitsche aan de bescherming van
hunnen voormaligen heer was opgedragen
en zich mevrouw Wangen noemde, hun'
bekend was en of zij wellicht de vroegere
woning dier dame konden aauwijzen.
De bedienden antwoordden ontkennend!
de kleine listige lakei liet zich een per
soonsbeschrijving der dame geven, maar
deze paste op geen enkele, welke hij ken
de.
Richard noemde de voorstad, waar Mag
dalena het laatst gewoond had, de koet
sier zeide, dat hij zijnen heer daar nooit
had heengevoerd.
Moede en ontmoedigd, maar zonder zij
ne verdenking te laten varen, keerde Ri
chard weer, maar niet naar het lachende
Weenen, niet naar zijn atelier en zijn ge
ïmproviseerd tehuis, maar de Duitsche pro
vinciestad, waar in het huis van denjood-
scheu zaakwaarnemer Magdalena's verlaten