Mij is de wrake. No. 767. Woensdag 4 Februari 1903. 12e Jaarg. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig 4e district. reëindigd. Buitenland. FEUILLETON. ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door liet gelieele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en VTtjdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEHA.V te Itreskens. De SJiiMu; In een Zaterdagavond door het stakend Spoorwegpersoneel gehouden drukbezochte vergaderino werd overgelegd het volgend schrijven van de directie der H. IJ. S. M. «Aan de Hoofdbesturen van liet Spoor wegpersoneel. Wij kunnen de verklaring geven, zooals wij doen bij deze, dat van het personeel niet gevorderd zal worden de wageus te rangeeren naar en van de terreinen van de gemeente aan de Handelskade, naar de ter reinen vau de patroons, bet Blauwhoeden- veem, bet Vriesseveem, de Stoomvaart- Maatschappij «Nederland" en Wm. Muller Co. Voorts bevestigen wij hetgeen gisteren js toegezegd, dat weer aangenomen zal worden het personeel dat vóór de staking in dienst was; dat wij steeds bereid zijn besprekingen in het belang van het perso neel met uwe organisaties te voeren." Een donderend hoera volgde op deze woorden. In de zaal heerschte een don derend beschrijf'elijke geestdrift. Toen de eerste vreugde wat bedaard was zei de voorzitter, dat nu over dit telegram moest worden beraadslaagd met de verschillende besturen. De uitslag van deze conferentie was dat men besloot alsnog een onderhoud met de directie te verzoeken, omdat in het aut- woord niet was meegedeeld dat de loonen ook voor de dagen van staking zouden worden betaald en men de zekerheid ver langde, dat ook later niemand do gevolgen van de staking zou ondervinden. De directie was echter niet meer in het administratiegebouw aanwezig, doch werd men in de gelegenheid gesteld per telefoon met den heer Van Hasselt te spreken. Deze verklaarde dat ook deze beide ei- schen zouden worden ingewilligd. Voorts kreeg het bestuur verlof van de telegraaf lijnen van de maatschappij gebruik tema ken om den uitslag mede te deelen. Daarop werd besloten de staking op te heffen en weder te beginnen met den ar beid. De be... ren vergaderden nog den ge- heeieu an.nd om maatregelen te treffen dat alles Zondag weder zijn gewonen gang kon gaan. Om één uur werd nog eens vergaderd in «Plandus". Pet te, zette in deze vergadering nog 1 eens de behaalde voordeelen uiteen en stel de namens de besturen de volgende motie De vergadering, geboord de toezeggin gen van de directies der spoorwegmaat schappijen, verklaart dat daarmede aan het solidariteifsgwi. van de arbeiders is vol daan, steit vas. I it door den strijd de vol komen erkenning van de vak-organisatie is verkregen, verklaai daarbij spoedige ver betering wordt vei kregen, juicht toe de overwinning d:e oor de kracht der orga nisatie is b h uil 1, verklaart dat daardoor het doel der staking is bereikt, verklaart deze staking op theffen." Deze motie werd met overweldigende meerderheid (slechts een of twee stemden tegen) aangenomen. De brand in het krankzinnigenge sticht te Colney Hatch, Londen, blijkt vol gens de laatst ontvangen berichten meer en meer een onbeschrijfelijk vroeselijke ramp te zijn geweest Aan de berichten daaromtrent is het volgende ontleend Te half zes uur in den morgen werd het vuur ontdekt in hulpslaapzalen waar 32U vrouwelijke verpleegden sliepen en in minder dan een uur tijd had het vuur zich over de geheele inrichting verspreid. Het was een der vreeselijkste treurspelen wel ke Londen de laatste jaren heeft aan- s houwd. Onmiddellijk nadat het vuur was ontdekt, werden alle mogelijke pogin gen in het werk gesteld de slapende vrou wen in veiligheid te brengen, hetgeen met de grootste moeilijkheden gepaard ging. Verplegers en verpleegsters drongen met ware doodsverachting tot de in brand staande slaapzalen door en slaagden er niet dan met de grootste krachtsinspan ning in de ongelukkige waanzinnigen, die zich nagenoeg allen aan hunne kribben vastklemden, van de bedden los te rukken. Was dit eenmaal gelukt dan moest nog met de grootste omzichtigheid te werk worden gegaan om de zalen te verlaten. De meeste toch hadden slechts ééne deur en 't duurde niet lang of er ontstond op stopping. Ten slotte was men genood zaakt alle deuren te openen en vluchtten velen der patiënten in de corridors. De tooneelen welke daar hebben plaats gehad zijn niet te beschrijven. Schreeuwend en in de handen klappend sprongen de onge lukkige patiënten, allen in spookachtig wit nachtgewaad daar rond met afschuwelijk verwrongen en verwilderde gelaatstrekken, grijnzend tegen de steeds meer oin zich heen grijpende vlammen, gillend en met gebalde vuisten op de brandweermannen toesnellend. Van tijd tot tijd zag men een ongeluk kige waanzinnige vrouw regelrecht op de vuurmassa toesnellen en daarin verdwijnen, of wel men zag ze radeloos van angst als aan den grond genageld blijven staan om een oogenblik later als een donker silhouet voor- ot achterover in het vuur ter aarde te vallen. Het gekerm dat uit sommige corridors opsteeg was meer dan ontzet- zettend. Ongeveer vijf uur later was de brandweer eindelijk het vuur meester. Bij een onmiddellijk ingesteld onderzoek bleek toen, dat in het geheel 54 vrouwen door den rook zijn gestikt of verbrand. Men vermoedt, dat de brand is ontstaan tengevolge van een gebrek aan de buizen der stoomverwarming, welke buizen zich onder den vloer der slaapzalen bevonden. Deze ramp heeft te Londen groote ver ontwaardig, zoo niet erger, verwekt en men is woedend op de regenten van de inrich ting, die reeds lang wisten dat het hoofd gebouw, waarin voor 2000 patiënten ruim te is, herstelling behoefde, terwijl de reeds in dienst gestelde hulpgebouwen niet aan de wettelijke eischen voldeden. Ook gaan woedende protesten op tegen de brandweer organisatie, daar de spuiten geruimen tijd wegens gebrek aan water werkeloos moes ten blijven 136. Zooveel was zeker, dat aan Magdalena verraad was gepleegd, een verraad, dat haar het hart had gebroken, dat het kind beroof de van hare rechten en een smet wierp op haren naam, en Richard deed al wat in zijn vermogen was, om de waarheid aan het licht te brengen en die waarheid als eenige voldoening nog neder te leggen op haar graf. Wat was de smart, dat deze bloem hem ontrukt was, de bloem, die zijn leven had versierd, wat was die smart, vergeleken bij de ellende, baar ontbladerd weder te vin den en vertreden in bet- stof. Als alles, wat daar leefde in zijn binnenste, zich op loste in verterende smart aan de grafkuil der vrouw, die hij zoo vurig had liefge had, nu loste dat alles op in den vurigen wensch, haar recht te verschaffen en boe te te vorderen Maar var, wien De steupunten waren zoo weinige, dat hij spoedig inzag, dat hij alleen met voor zichtigheid en geduld den tijd iets kon ont wringen en hij rekende er op, in Esthers vader een kundig lijder te zullen vinden door dezen doolhof. Reeds om het kind een zeker geleide te schenken, vergezelde hij de jonge verpleegster op'Ae raoeielijke reis naar huis, en nu rustte het kleine meisje veilig geborgen onder Rubens gast vrij dak. De oude man hoorde hoofdschuddend uit Richards mond de herhaling en aanvulling van datgene, wat Esther hem schriftelijk reeds had gemeld, maar geloof vond de zaak bij hem niet. Hoe weinig sympathie hij ook gevoelde voor den zoon des opper- jaebtmeesters, volgens zijn inzicht bestond er grond om een ander te verdenken bij deze gelegenheid nam hij Herbert krachtig in bescherming. Maar kent gij dan het verleden van den man, dien gij zoo levendig verdedigt, vroeg Richard, weet gij genoeg van zijn leven in familie en in de wereld, dat gij met een eerlijk hart voor hem kunt instaan De oude man lachtehoe overijld de jeugd toch is. Instaan, dat is een woord, hetwelk men eigenlijk alleen gebruiken kan ten opzichte van zichzelven. Ik ken in- tusschen de familie nauwkeurig genoeg, om een oordeel te kunnen vellen over de leden atzonderlijk en wat den oudste, den erf heer graaf Wolf betreft, die voor eeni- gen tijd met eene dochter uit Italië is we dergekeerd, ten opzichte van hem doe ik wat gij zooeven vorderdet, voor hem sta ik in. Voor goedheid en trouw, voor edele gezindheid en eervolle handelingen. Ja, ja, ik weet het, hernam de jonge kunstenaar, het is een beminnenswaardig heer, die op mij evenwel den indruk maak te, als dankte hij zijnen God, omdat hij den naam Stein had kunnen afwerpen en den graventitel weder aannemen. De oude jood trok een ernstig gezicht het is ook een oude trotsche naam, mijn heer Lenz, en de graaf heeft steeds daar voor gezorgd, ieder stofje af te wisschen, dat wellicht den glans van dien naam zou kunnen ontsieren. De schilder lachte bitterreeds gevoe lig voor een stofje en hij moet het toch aanzien, dat die naam bevlekt is met een onuitwischbaren smet. De zaakwaarnemer hief waarschuwend den vinger op zeg dat niet zoo luid, zoo onbewimpeld. Als ook graaf Herbert er het zwijgen toe zou doen, zijn oom zou den handschoen opnemen. Als de jonge graaf een voogd noodig heeft voor zijne eer, dan is mij dat goed, hernam Richard. Op dit oogenblik zoek ik evenwel nog daarnaar om de daadzaken op te helderen en vast te stellen, maar

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1903 | | pagina 1