BBESKEISCHE GOURAHÏ Mij is de wrake. No. 765. Woensdag 28 Januari 1903. 12e Jaarg Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig 4e distriet. FEUILLETON. ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.62s, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. IHELFJIAX te Breskens. In de Maasbode leest men Er zijn nu reeds heel wat namen ge noemd van officieren, die voor de bezetting van den vacanteu ministerszetel in aan merking heetten te komen Niettemin verkeeren we nog steeds in dezelfde onzekerheid als onmiddellijk na het overlijden van minister Kruys. Eéne hoop koesteren we dat de nieuwe minis ter zal behooren tot de besliste tegenstan ders van de Indische »Cavite-vloot", die eene geldswaarde vertegenwoordigt van pl. m. ƒ5.000.006 maar eene gevechts- waarde van nihildan zouden we tevens behoed blijven voor den aanbouw der voor gestelde kanonneer- en klein model torpe dobooten, die evenzeer als de vaartuigen der Indische militaire marine tot het ech te .prutswerk" zouden gaan behooren. De marine heeft aan een minister, die den aanbouw van krachtige schepen zal voortzetten, de pantserschepen B D zal ver vangen door verbeterde .Kortenaers" en ons daardoor eene vloot zal verschaffen, die Nederlands onzijdigheid zou doen eer biedigen bij een eventueelen zeeoorlog welke de Noordzee tot hoofdtooneel van den strijd zou hebben, behoefte. Zulk eene vloot, die ook over een vrij krachtig offensief vermogen zou beschik ken, ware tevens de beste waarborg tegen een aanval op onze onafhankelijkheid. Voorzoover het personeel aangaat, ver wachten wij van den nieuwen minister, dat bij zal voortschrijden op den goeden weg, door zijn voorganger ingeslagen. liet hoofdbestuur van de «Neder- landsche Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken", heeft het vol gend adres aan de Tweede Kamer gezon den dat het met leedwezen heeft kennis ge nomen van de indieiing van het ontwerp van wet tot verhooging van den accijns op het gedistilleerd door den minister van fi nanciën, dat het zich gevleid had met de ver wachting, dat de ernstige bezwaren van verschillende zijden, niet het minst uit uw midden, reeds bij voorbaat uitgesproken, de regeering zou hebben genoopt van haar voornemen at te zien een dergelijk ontwerp in te dienen, dat het zich verwondert over het feit, dat dit niet geschied is, daar de minister zelf erkent vele van de bezwaren te dee- leu, die te berde zijn gebracht tegen een wetsontwerp van gelijke strekking door zijn ambtsvoorganger ingediend, dat het met nadruk ontkent, dat de ster ke drank bijzonder geschikt zou zijn als belasting-object, immers dat het voor de hand ligt, dat wanneer de schatkist in nog grootere mate afhan kelijk wordt van het jeneverdrinken, de re geering zich des te minder geneigd zal betoonen krachtigeu steun zal verleenen aan de pogingen tot bestrijding van het alcoholisme, dat bovendien een verhooging van den accijns op sterken drank tenge volge zal hebben, dat deze nog meer ver- valscht wordt, waardoor de volksvergifti ging des te sneller haar beslag krijgt, dat voorts niet vergeten mag worden, dat, gelijk alle indirecte belastingen, ook deze voor het grootste deel moet worden opgebracht door de kleine luyden, die de minste draagkracht hebben, dat de accijns op sterken drank terecht is genoemd een .geld slaan uit een volks zonde" waarvan dr. Kuyper eens zeide .geld te slaan uit een volkszonde is een diep-onzedelijke gedachte, en die, eens post vattende, geheel den blik van onze financiën benevelen moet", (Ons Program blz. 904), dat met het klem zich verzet tegen de uitspraak in de Memorie van toelichting, als zou iemand in de belastiug op den sterken drank meer behoeven bij te dra gen dan hijzelf verkiest, immers, dat het vaststaat dat de drank bovenal de wilskracht, het zedelijk weerstandsver mogen ondermijnt, zoodat de alcoholist geen vrijheid vau wil meer bezit en beheerscht wordt door de zucht naar alcohol, dat bovendien gewoonte, dwang, verlei ding, onjuiste begrippen over de werking van den alcohol even zoovele factoren zijn, die den mensch heendrij ven naar den drank) zoodat van eigen vrije verkiezing geen sprake kan zijn, dat het voorts verwijst naar de notabe- hoorende bij het adres d.d. 25 October 1.1. aan H. M. de Koningin aangeboden en U bij circulaire d.d. 29 Oct toegezonden, en waarvan wij de eer hebben U hier opnieuw een exemplaar aan te bieden, dat het krachtig bij U aandringt, het wetsontwerp te verwerpen. Men schrijft aan het Ilbld. Voor de infanterie is door den inspec teur van het wapen een geheel nieuwe re geling van-de opleiding van het militie kader bij de infanterie vastgesteld welke, te beginnen met de lichting 1903, in toe passing zal worden gebracht. Volgens deze regeling geschiedt de op leiding tot milicien-korporaal bataljonsge- wijze de sterkte van deze adspirantenklas- se is 32 miliciens. Van deze 32 miliciens moeten zoo mo gelijk 16 geschikt zijn voor latere oplei ding tot milicien-sergeant, en van deze 16 moeten zoo mogelijk 8 geschikt zijn om tot milicien-luitenant te worden opge leid. De opleiding vangt op 10 Juli aan, en wordt zoo geregeld dat de aanstelling tot milicien-korporaal op 1 Sept. d. a. v. kan geschieden. Hoogstens kunnen 24 milici ens tot korporaal worden aangesteld. (Tot nu toe was dat aantal 12 per ba taljon.) De opleiding tot milicien-sergeant ge schiedt regimentsgewijze en zoo mogelijk in de standplaats van den staf. De sterk te van deze opleidiugsklasse is 50 milici en-korporaals, waarvan zoo mogelijk 25 geschikt moeten zijn om tot militie-luite nant te worden opgeleid. Voor de 8 maanders en de 4 maanders die gedurende de maanden October en No vember vrijwillig onder de wapenen blij ven, begint de opleiding 1 October en ein digt zoodanig dat de aanstelling tot mili cien-sergeant op 24 December kan plaats hebben. Voor de overige 4 maanden zijn die tijdstippen 1 December en ultimo Fe bruari. Per regiment kunnen hoogstens 134. Het was heel goed mogelijk, dat hij zij ne zomerreis had uitgebreid en Werner dacht met smart aan de mogelijkheid, dat de laatste gelegenheid tot een wederzien onbenuttigd voorbij zou kunnen gaan. Want Magdalena's toestand werd ge- 'aftrlijker van dag tot dag, hare jeugdige kracht was niet meer bestand tegen de vernietigende krankheid en de dokter, die m weerwil van het ongunstiger wordend weder, een keer of wat gekomen was, gaf weinig hoop. Bij hare fantazieën zweef den beide (namen op hare lippen, denaam van den graaf en die van Constantijn, maar in de korte heldere oogenblikken, waarin hare stervende oogen langzaam door de kleine kamer dwaalden, om dan met een uitdrukking van zaligheid op hare vrien den of op haar kind te blijven rusten, dan dacht zij aan een anderen tijd. een tijd, die met geen misleiding en geen afschrik was vervuld. De zoete droomen harer kindsheid, vol glans en vrede, zweefden haar voorbij en hare lippen fluisterden vol verlangen O, mocht ik eens nog Richards handen kunneu kussen en hem bidden, om mij te vergeven. Welk een smart moet ik hem hebben aangedaan Maar zulke oogenblikken waren zeldzaam en kort, ze verschenen alleen nog in het brgin en dan werd het stormachtig en duis ter in hare gedachten en dan zonken de diepe sluiers en nevelen neder, die verlan gen en herinnering voor immer bedekten. Het was een woeste Octobernacht, toen zij den laatsten adem uitblies en die adem tocht ontvlood stil en zonder strijd. Zij was heengegaan, zonder den haren het geloof in en de waarheid van hare ver warde reden te hebben achtergelaten, Wer ner hield ze voor een beeld harer fantazie. Maar wat het ook verduisterd had, dit jeugdige leven, waan of schuld, nu rustte de zalige vrede der verlossing op het voor hoofd der doode en om hare bleeke lippen zweefde het kinderlachje, dat eens haar zoo lief had gemaakt. Het was eenvoudig doodsbed, zonder praal, wie op het kleine eiland haar had gekend, de vreemde vrouw Esthers brandende tranen waren de eenige, die op de doodkist vloeiden, want Werners smart was stom en het kind lachte en legde der schoone bleeke moeder een handvol bloe men, haastig bijeengezocht, op het harf, dat zoo zwaar had gestreden. De weinigen, die zich harer nog aantrok ken in het leven, omringden hare dood kist en toen kwam, gedreven door een ge heimvolle macht, de geheel eenige die haar waarlijk had liefgehad. Als het geloei van den storm woedde het in het hart van den man en stortte met de weeklachten al de teeder vleiende woorden uit over de jeugdige stille vrouw, die dit in zoo langen tijd niet meer ge hoord had. Men had haar langzaam laten versmachten en de geknakte bloem ruw vertreden op het armelijke eenzame ei land eindigde de gouden droom harer jeugd, die zij gedroomd had op de bergen des le vens. Magdalena Magdalena had Richard ge steund in de woeste smart dier ure, waar in men haar van hem had weggenomen en ter ruste gelegd op het kerkhof in de duinen. Geef mij iets, iets terug van dat gene, wat ik heb liefgehad E« toen was het geweest, dat men hem het kind, haar kind in de armen had ge legd en met het lachje, dat hem aan de moeder herinnerde, met de vertrouwelijke toenaderiag, waarmede het de zachte kin- dei wang vrijmoedig aan de zijne had ge vlijd, schreet het langzaam een tweede woord naast Magdalena's naam in zijn hart

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1903 | | pagina 1