Mij is de wrake. No. 764. Zaterdag 24 Januari 1903. 12e Jaarg. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig 4e district. FEUILLETON. 'I'" :l it ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIEEEM.W te Breskens. .uux-<l> in *isv Afschaffing van den accijns op 't geslacht. o Ouder dit opschrift lezen we in het Och tendnummer van De Telegraaf van 15 Ja nuari jl. een ingezonden stuk, waarin, door «het Landelijk Comité, werkzaam tot af schaffing van den accijns op het geslacht", een pleidooi gehouden wordt ten gunste dezer accijnsafsehaffing. Welke edele gevoelens hebben het Lan delijk Comité bewogen om eene lans te bre ken voor de afschaffing van eene belasting op eene eerste levensbehoefte Weg met den geslachtaccijns Weg met een accijns, die tachtig jaar lang den volke heeft verhinderd goedkoop vleesch te eten Voortaan zal het stukje vleesch des mid dags niet op den disch van den arbeider ontbreken. De arbeidersklasse zal physiek in kracht toenemen. Het moreele peil izal rijzen O, neen, waarde lezer, zoo'n gevoelig hart klopt niet in het Landelijk Comité. Wij hebben hier te doen met eene com binatie van vleeschhouwers, wien het to taal onverschillig is, of op het vleesch ac_ cijns rust of niet. Want zoo luidt het zeer juist in het betoog: »Van één gulden vleesch betaalt de consument 10 cent belasting, dus niet de slager maar de afnemer draagt den geldelijken last. Dit is nu algemeen bekend en deert den vleeschhouwer weinig of niets. Den vleeschhouwer laat het volkomen koud, of de mindere man vleesch eet of niet. «Maar de manier", zoo gaat het idylli sche comité voort, «waarop deze belasting geïnd wordt, zie geachte Redactie, die hin_ dert den vleeschhouwer kolossaal, die ver. onaangenaamt hem het leven, en belet hem vrijelijk zijne zaken te drijven. Juist, waar de lezer, hier zit de kneep, dit is de spil, waarom het verzet zich draait. De vleeschhouwers willen heel graag den accijns betalen, dien zullen ze weer wel uit de zakken van de consumenten kloppen, maar zij willen niet, dat de fiscus hun zoo op de vingers kijkt, dat alle beesten ge verifieerd worden, en dat de slacht- en bergplaatsen over dag zonder autorisatie of assistentie voor den ambtenaar toegankelijk zijn. Gebeuren daar dan dingen, die het daglicht niet kunnen verdragen »Men wordt belet vrijelijk zijne zaken te drijven Jawel Het is een zeer verheugend verschijnsel, dat er in den tegen woordigen tijd veel ge daan wordt om den algemeenen gezond heidstoestand te verbeteren. Abattoirs worden opgericht, waar de vleeschhouwers en slagers verplicht zijn te slachten vee te voeren, ten einde te wor den gekeurd. Tuberculeuse koeien en gortige varkens worden er vernietigd. Aan de schandelij ke praktijken van vleeschhouwers, die het vleesch van wrak vee, ten nadeele van de algemeene gezondheid, maar ten bate van hunnen geldbuidel, aan den man brengen, wordt paal en perk gesteld. Zij stribbelen tegen, maar zjj kunnen den stroom des tijds niet keeren. 133. Esthers beminnelijk karakter vertoonde zich hierbij in het helderste lichthaar teeder vrouwelijk gevoel ten opzichte der verlatene, vroeg niet naar haar verleden en volgde slechts het gebod van het oogen- blik. Ook dit had haar niet weerhouden, dat zij, als jong meisje, alleen en zonder bescherming het huis was binnengetreden van den geliefde en wel in gezelschap van eene vrouw, die den schijn tegen zich had en door de wereld veelvoudig gericht was Magdalena was ongelukkig, ziek en verla ten, Werner had haar angstig en lang tevergeefs gezocht, dat besliste voor haar. Op de sofa in Magdalena's kamer' werd voor Esther een bed gereedgemaakt en daar. na zonk de nacht neder op de stille pas torie. Maar hij bracht geen rust. Wer ner was te ontroerd om te slapen en Mag dalena's angstige droomen hielden ook ha re verpleegster wakker. Den volgenden morgen was de toestand der zieke aanmer. kelijk verergerd, wilde koortsfantazieën wis selden af met onrustige, onverkwikkende sluimeringen. Esther verlangde een dok ter en hoorde tot haar schrik, dat er in 't dorp niets was dan een oude badmeester. De afstand van het vasteland was zon der behulp van een stoomboot te groot, dan dat men van daar op andere genees kundige hulp kon rekenen, dan voor een afzonderlijk consult. Evenwel greep men dit middel toch aan, toen na verloop van twee dagen geen beterschap was gekomen en nu verklaarde de dokter dat hersenkoorts was ontstaan. Tevergeefs drong Werner er op aan, dat Esther hem verlaten zou en de zieke over laten aan de verpleging en hoede van vrouw Oltrud. Geene adressen aan gemeenteraden kun nen baten. En teleurgesteld, verbitterd, om nog een laatsten troef uit te spelen, willen ze dan trachten toch den fiscus buiten de deur te houden. En het middel, dat het Landelijk Co mité daartoe aanwendt, is, om het publiek voor zich te winnen, door den fiscus, den grooten boeman, verdacht te maken en 't in kleuren te schilderen, waartoe hij wel in staat is. Jammer maar, dat we moeten consta- teeren, dat de voorstellingen van het co mité valsch en scheet zijn. Zooals ook in het ingezonden stuk wordt beweerd, moeten de beesten worden aan gegeven volgens de marktwaarde, opdat de fiscus zijn 10 pet. ten volle geniet. Nu moeten de ambtenaren bjj benadex-ing, het geen hun bij te lage aangifte is toegestaan, volgens de wet, niet alleen de aangegeven waarde, maar bovendien nog 7 pet. van de aangegeven waarde aan den benaderde te ruggeven. Deze laatste bepaling is in de wet op genomen om vexatie van den kant der ambtenaren te voorkomen, en misschien terecht, maar het gevolg is ook, dat de ambtenaren pas met succes kunnen bena- deren, wanneer de aangifte minstens 7 pet- beneden de marktwaarde is, en hiervan is weer een betreurenswaardig gevolg, dat de vieeschhouwers het vee 7 pet- beneden de waarde aangeven en de ambtenaren moe ten dit slechts met leede oogen aanzien. In werkelijkheid kunnen de ambtenaren gewoonlijk pas met voordeel benaderen, wanneer de aangegeven waarde van het stuk Tee nog aanzienlek meer dan 7 pet. van de marktwaarde in minder verschilt, daar de kommiezen zelden in staat zijn, 't beest of het vleesch [direct voordeelig te verkoopen en het bijna altijd beneden de marktwaarde van de hand moeten doen. De vexatoire handelingen, waarvan in het ingezonden stuk zoo breed wordt uit gemeten en waarvoor ter illustratie nog wel een paar klinkende voorbeelden wor den aangehaald, worden dus grootendeels door de wet zelf belet, en waar ambtena ren soms mochten beproeven misbruik te maken van hun recht, door een behoorlijk aangegeven rund weer te verkoopen aan den aangever tegen eene winst, zullen zon der twijfel bij beklag de kommiezen streng gestraft worden, aangezien zulke hande lingen hun door den Minister streng zjjn verboden. Het wil ons dan ook niet bjj, aan het eerste «historische voorbeeld" veel bewijskracht toe te kennen om te generali seeren. De toestand van den verlegen sla ger wordt wel wat al te sterk geschilderd. Bjj vleeschhouwers zouden zulke hande lingen wel gauw schipbreuk lijden, daar dezen altijd betrekkelijk gemakkelijk vee kunnen terugbekomen en de ambtenaren op het benaderde, altijd bij behoorlijke aangifte, aanmerkelijk schade zouden lij den. Dat bij gemiddeld goede aangiften de Minister in dezen met de vexatoire hande lingen van de ambtenaren mee zou gaan, is al te mooi. Met de klacht over de onkundigheid van de ambtenaren omtrent de prijzen van 't Gij moogt mij niet zeggen heen te gaan, zeide zij. Gij hebt geen recht daartoe. Ik heb mij een aandeel verworven in Magda lena's lot daal door, dat ik haar hierheen heb geleid en ik heb aandeel in hare smart daardoor, dat ik hai-e vriendin ben. Zoo bleef het. Uit de dagen werden weken en maar zelden had Magdalena uren van algeheel bewustzijn en flauwe herin nering, die echter vergezeld waren van ee ne zoo hevige uitputting, dat er niet te deuken viel aan een helder en samenhan gend verhaal harer lotgevallen. Wat zij er van mededeeldeDat graaf Herbert haar echtgenoot was en haar verloochende) dat hare trouwakte den naam van Con- stantjjn droeg, dat klonk zoo ongeloof lijk, dat Werner geneigd was, de verschrik kelijke waarheid te houden voor eene der koortsfantazieën, die hare zieke hersenen vervulden. Magdaleua had bet toch moe ten hooren, zoo dacht hij, als de geestelij ke bij het huwelijk andere namen las en hij bedacht daarbij niet, hoe zij bij de ster ke aandoening dier ure, in de reinste aan dacht verzonken, weinig gelet had op die namen, welke zoo gelijkluidend klonken en voor haar in het haar zoo vreemde taal eigen bijna verloren gingen. Werner geloofde het niet j dat zou een bedrog geweest zijn, waarvan zjjn recht schapen hart geen begrip had, het was veel waarschjjnljjker, dat Magdalena's ver ward denkvermogen de beide personen, die tegelijk in haar leven wareij opgetreden en steeds zoo nauw met elkander verbonden, nu eens verwisselde, dan weder willekeu rig met elkander vereenigde. Duarbij kwam de stem der openbare meening, welke een parig Constantijn als een begunstigd min naar had genoemd en de bezwarende om standigheid, dat hjj, waarschijnlijk toen hjj haar moede geworden was, Europa veria ten had. De staat van vertwijfeling waar in de bedrogene vrouw verkeerde en hare terugkomst, die nauwkeurig samenviel met

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1903 | | pagina 1