Mij is de wrake.
No. 761.
Woensdag 14 Jannari 1903.
12e Jaarg
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het voormalig 4e district.
Buitenland.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
v
ADVERTENTIE N.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur
Bit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. ItlUJ.U VV te Breskeus.
Op het oogenblik dat de koning van
Spanje uit de avondkerk kwam, loste ie
mand een revolverschot op het tweede rij
tuig van den koninklijken stoet, waarin de
hertog Sotomayor was gezeten. Niemand
werd geraakt. De dader van den aanslag
is gearresteerd zijn naain is José C dia-
do
De »Petit Bleu" heeft omtrent den aan
slag nog eenige verdere bijzonderheden.
Hieruit blijkt, dat eenige dagen voor den
aanslag op den Koning van België de
Spaansche regeering aan de Belgische re
geering mededeelde, dat een anarchist, in
de gevangenis van Madrid opgesloten, had
verklaard, dat er een complot tegen den
Koning van België was op touw gezet.
Nadat de aanslag op den koning van
België had plaats gehad, vroeg het par
ket te Brussel inlichtingen omtrent den
gevangene en men meende toen op het
spoor te zijn van een internationaal com
plot. Maar het onderzoek werd niet voort
gezet en de politie te Madrid stelde den
gevangene in vrijheid. Sedert dat oogeu
blik is hij spoorloos verdwenen.
Men gelooft nu, dat de beide aanslagen
met elkaar in verband staan, ook omdat
beide onder dezelfde omstandigheden wer
den gepleegd. De Koning van Spanje
kwam eveneens uit de kerk en het schot
werd gelost op het rijtuig, dat op het ko
ninklijk rijtuig volgde.
Het hof was gewoon den dienst bij te
wonen in de Atochakerk. Daar deze kerk
verbouwd werd, was het hof naar de kerk
>Buen Succeso" gegaan. Op den terug
weg had de aanslag plaats De oflicieele
lezing luidt als volgt
Op het oogenblik, dat de stoet het Oost
plein genaderd was en zich voor het stand
beeld van Lelayo bevond, trad een man
uit de omstanders naar voren. Hij strekte
zjj n arm uit en loste een pistoolschot op
het rijtuig van den opperkamerheerhij
kon slechts eenmaal schieten, want een
politieagent gaf hem een sabelhouw, waar
door hij aan het hoofd gewond en aldus
belet werd een tweede schot te lossen.
De koning was het voorwerp van een
ovatie.
De rijtuigen vervolgden langzaam hun
weg naar het paleis.
De prefect liet den dader naar de ge
vangenis brengen, waar hij verklaarde, dat
hij Feito heette, geboren was te Posadas,
in de provincie Oviedo, 34 jaar oud was
en in Juni jl. uit Mexico was gekomen.
Feito verklaarde, dat Sotomayor hem een
betrekking had aangeboden iii het paleis,
doch zijn belofte niet had gehouden. Feito
besloot toen Sotomayor te dooden, wanneer
hij in zijn rijtuig zou voorbijrijden. De
vDario Universal" zegt, dat de censuur de
verzending van alle telegrammen, betref
fende den aanslag verbood.
De reheering seinde de officieele lezing
aan de Spaansche gezanten in het buiten
land.
Verder zegt het blad, dat de koningin
en de infante Thérése in hevige gemoeds
beweging in het paleis terugkeerden, maar
dat de koning steeds zijn zelf beheersching
behield.
De »Heraldo" zegt, dat Feito vóór zijn
vertrek naar Amerika huisbediende was bij
verschillende famiüën te Madrid.
In spanning heeft men zich afge
vraagd. waarop de Dardanellen-kwestie
door het bebende protest van Engeland,
opnieuw in het leven geroepen, op uit zou
loopen.
Geruchten van oorlog, van mobilisatie
wekten reeds bij sommigen het vermoedeu,
dat de Oosterscbr kwestie eindelijk de op
lossing zou vinden, die men heeft voor
speld, zoolang zij bestaateen oplossing
door een grooten Europeeschen oorlog.
Maar iedcren dag wordt het nu waar-
sshijnlijker, dat de oplossing der kwestie
weer voor eenigen tijd wordt uitgesteld.
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije gaan
niet met Engeland meede tijd van een
openlijken strijd tusschen Teutonen en Sla
ven is nog niet aangebroken en de actie
van Engeland schijnt in het zand te zul
len verloopen.
Engeland doet nu u.l. moeite het oor
logzuchtig karakter dat het publiek aan
het protest heeft kunnen toekennen, weg
te nemen.
Dit is o. a. op te maken uit hetgeen
aan de Weensche »Pol. Corr." uit Londen
wordt geschreven
De uitlegging, alsof het protest van
Engeland tegen de doorvaart der Russi
sche torpedobooten [door de Dardanellen
een ander doel heeft dan een acte nemen
eener handeling, die strijdt tegen den in
ternationalen rechtstoestand in de zeeëng-
te, wordt in welingelichte kringen een zeer
overdreven opvatting van dit Engelsch op
treden genoemd.
Het is onjuist aan dezen stap van En
geland toe te kennen, alsof de Engelsche
regeering een groote actie tegen Rusland
op touw wilde zetten.
Hetzelfde geldt ten opzichte van de uit
legging alsof de Engelschd regeering door
haar protest haar ergernis wil te kennen
geven, dat van den kant van Rusland en
Oostenrijk-Hongarije een actie in zake het
Macedonische vraagstuk zonder de mede
werking van de andere mogendheden is
begonnen en alsof de Engelsche regeering
de beraadslagingen te Weenen met tegen
zin had gezieu Integendeel, de reis van
graaf Lamsdorff naar Weenen en de on
derhandelingen met graaf Goluchowski zijn
te Londen vergezeld gegaan met den op
rechten weuscli, dat de onderhandelingen
met succes bekroond mochten worden.
Engeland zal zich inderdaad tevreden
moeten stellen met het genoegen ook door
de Dardanellen te mogen varen.
Dat zulk een tocht voor Engeland niet
hetzelfde pleizier als voor Rusland ople
vert, spreekt van zelf. Tot nu toe immers
was de Russische vloot in de Zwarte zee
opgesloten de Middellandsche zee kon zij
slechts van uit de Oostzee (dus door bijna
geheel Europa om te varen) bereiken.
Door de openstelling der Dardanellen is
Rusland nu dichter bij de Middellandsche
Zee dan Engeland en kan ook in die wa
teren in vereenigiug met Frankrijk een rol
spelen, waarmee Engeland van heden af
rekening heeft te houden.
Daarom heeft het Engelsche Kabinet
tegenover de Russische diplomatie een ge-
FEUILLETON.
130.
Aan tafel verscheen deze nietop Est
hers vraag berichtte de kapitein, dat de
dame ernstig ziek geworden was en door
den hofmeesteres werd verzorgd.
Tegen den namiddag kwam deze op het
dek met het kleine meisje der vreemdelin
ge op den arm en nu nam Esther de ge
legenheid waar om vriendschap met het
kind te sluiten. Het was een klein tee-
der ding, dat zich Veronica noemde en
Duitsch en Engelsch praatte, naar men
haar aansprak.
Maar uit dit kinderlijk gesnap was niets
te maken, het bleef een zuivere afleiding,
welke Esther de overtuiging gaf, dat de
zieke dame Werners pleegzuster zou zijn.
Toen de hofmeesteres het kleine meisje
terughaalde, zeide zjj, dat de dame ziekei
geworden was, vol onrust naar het kind
verlangde en telkens verwarde dingen zei
de, waarop Esther, met de verzekering,
dat zij meende de vreemde te kennen, van
den kapitein verlof kreeg, haar te bezoe
ken.
Magdalena zat rechtop te bed, toen Est
her met het kleine meisje op den arm het
enge vertrek binnentrad; hare wangen
gloeiden van de koorts, maar een straal
van bewuste herkenning schitterde in hare
oogen, toen zij vol ziekelijken haast de ar
men naar het kind uitbreidde.
Ik kom met het recht eener landgenoo-
te en op verzoek van dokter Sweaton, om
naar uwe gezondheid te vragen, zeide Est
her met hare bedaarde innemende vrien
delijkheid en om u te verzoeken, voor u-
we verpleging en voor uwe behoeften ge
heel over mij te beschikken.
Magdaleua scheen zich met inspanning
te bezinnen. Ik dank u, o, ik dank u,
zeide zij snel en opgewekt, ik ben zeer
wel, de angst en zorg om Veronica alleen
heeft mij aangedaan, anders ben ik nooit
zonder haar. Zij streek met de handen
het'gekrulde gouden haar van de slapen
weg en zeide toensluit het instrument
Mary, Veroni a moet gaan slapen, ik speel
niet meer.
Esther bemerkte, dat de gedachten dei-
zieke niet geheel helder waren, zij beproef
de haar ter hulpe te komen en zeide: Wij
zijn niet in uwe woning, lieve mevrouw
Wangen, wij zijn op het schip, dat ons
naar Duitschland voert.
Eenigszins scheen hare heriunering weJ
der te komen, want zij herhaalde half twij
felend Op het schip
Jawel, op de Ariadne.
Een luide kreet en een angstvolle po*
ging om zich op te heffen, was het antj
woord. Ariadne ja, dat zeide hij en
dat zeiden ook de anderen, maar ik wil
het niet meer zijn, nooit meer, zij is zoo
ziek en altoos treurig.
Hoe verward ook de gang harer gedach
ten was, de diep ontroerde Esther vond er
toch de bevestiging in harer vermoedens.
Gij zult gezond worden tehuis, en als
ge nog te ver moet zijn, dan gaat ge met
mij mede. Ik wordt in Hamburg afge
haald, öf door mijn vader, öf door een
vriend van ons, dominee Werner Lenz.
Met een giftige beweging sprong Mag
dalena van het bed, dit woord was haar
gloeiend in de gedachten gevallen en wek
te nog eenmaal de herinnering op aan
liaar naaste voornemen, dat zich begon te
verwarreu. Waar, waar, riep zij uit vol
haast. Is erner reeds daar, mijn goede
Werner, mijn eenige, mijn beste vriendI
Ach, ik ben zoo ziek en zal weldra ster
ven en kan niet alles zeggen, wat ik zeg
gen moet1
Esther dwong haar met zacht geweld,
zich weder neder te leggen. Dat moet ge
nu ook niet, hij wacht ons tehuis en heeft