BRESKEVSCHE COURANT
Mij is do wrake.
No. 759.
Woensdag 7 Januari 1903.
12e Jaarg.
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het voormalig 4e district.
Buitenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERT ENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. D1ELEMAX te Breskens.
De reis van den heer Chamberlain in
de nieuwe koloniën wordt in Engeland
met belangstelling gevolgd, en de verschil
lende speches, door hem te Durban, Pie-
termaritzburg en Ladysmith gehouden, be
slaan kolom op kolom in de hoofdbladen.
Doch we zien bij de bespreking dier
speches iets zeer eigenaardigsde tory- en
jingo-bladen, die Chamberlain plachten te
volgen en te verheerlijken, zijn niet tevre
den met het optreden van hun hoofdHij
is hun te.... vriendelijk! De minzame
woorden, door den minister van Koloniën
gesproken tot het overwonnen volk, de
nadruk, dien hij telkens en telkens weer
gelegd heeft op de noodzakelijkheid eener
algeheele verzoening der beide rassen, als
het eenige noodige om het land weer tot
groei en bloei te brengen, dat zijn alle
evenveel doornen in de oogen dier ultra-
jingo's en imperialisten, die alleen in het
met ijzeren vuist onderdrukken van het
Afrikaansche geslacht en in het .Enge
land boven alvoor deze nieuwe kolo
niën de eenige rechtmatige politiek zien.
En als het motief, waarop deze onvrien
delijke, men kan zeggen haatdragende re
deneering gebaseerd is, noemen zij de on
ontvankelijkheid der Boeren, om ook maar
eenigszins te apprecieeren de toenadering
van den hoogen Engelschen functionaris
en van het gansche Engelsche volk doch
niet alleen, dat het Afrikaansche volk niet
zal waardeeren, hun snoodheid gaat zoo
ver, dat zij in de vriendelijke verzoeuings-
speeches van Chamberlain evenvele bewij
zen van Engelands zwakheid zien, even-
vele bewijzen voor de vrees, die Engeland,
nog sidderend bij de herinnering aan de
drie laatste jaren, vervult bij de gedachte
alléén aan een nieuwen oorlog met het
Afrikaansche ras
En dan wordt er weer de nadruk op
gelegd, dat de verslagenen zich zoo bitter
weinig onderworpen betoonen, doch eerder
het air schijnen aan te nemen van men-
schen, die een slechten koop gedaan heb
ben, doch binnenkort hun schade denken
in te halen, dan van overwonnenen
Dus... geen verzoenende speeches meer;
wel hier en daar een kleine concessie om
van den goeden wil blijk te geven, doch
voor het overige niets dan een flinke,
krachtige, harde druk van de ijzeren vuist,
opdat het duidelijk worde, dat Engeland
heeft overwonnen, en dat ook Engeland
alléén de vruchten van zijn zege wil pluk
ken
Wij behoeven er zeker niet op te wij
zen, welke gevolgen een dergelijke poli
tiek in Zuid-Afrika kan hebbenwij we
ten ook nog niet in hoeverre de heer Cham
berlain, nu hij verre is, zich door de kwaad
aardige ophitsing zijner bondgenooten zal
laten influenceeren.
We hopen, dat hij op den ingeslagen
weg zal voortgaan we hopen ook nog,
dat hij daden zal laten volgen op zijn
woorden, want dan is de toekomst van Z.
Afrika verzekerd. Zoo nietons dunkt,
we weten het allen, wat dan het eenige
einde slechts kan zijn
Er komen wonderlijke berichten uit
en over Turkije. Nu Rusland en Oosten
rijk hun best doen om orde te brengen in
den Macedonischen chaos, nu men dacht,
dat aanstonds Turken, Grieken en Bulga
ren elkaar van louter vriendschap in de
armen zouden vallon, komen plotseling
dreigende oorlogsgeruchten dit schoon voor
uitzicht verstoren.
Men gelooft nL in regeeringskringen te
Constantinopel niet aan de waarschuwin
gen, door graaf Lamsdorff aan de Balkan-
staten en inzonderheid aan de Macedoni
sche comité's gericht, men verwacht zelfs
een ernstige uitbarsting van onlusten in
de volgende maanden. Een geheime cir
culaire is volgens deze berichten aan alle
vali's en militaire commandanten van A-
natolië Jverzonden, waarin hun bevolen
wordt, de bevolking en de soldaten op de
mogelijkheid van een oorlog voor te be
reiden
Teekenend voor de stemming onder de
bevolking in Macedonië is het feit, dat de
aanplakbiljetten van den vali, waarin Chris
tenen en Turken worden verzocht zich bij
het politiekorps te komen aanmelden, over
al oneerbiediglgk zijn afgescheurd en dat
de Turksche bevolking op snoode wijze de
konak (de woning van den vali) bedreigde.
Aan de ontevreden stemming der Mace-
doniërs is men langzamerhand gewoon ge
woon geraakt.
Yan meer beteekenis is daarom de ge
noemde geheime circulaire, wier bestaan,
na het telegram uit Weenen aan de Mor
ning Leader, allen schijn van waarheid
krijgt en verder wat omtrent de gezind
heid van den Sultan wordt bericht. Deze
moet vast besloten zijn, zich met alle
krachten tegen de hei vormingen te ver
zetten, waarmede Rusland en Oostenrijk
Macedonië willen bedenken.
De aanstelling bijv. van een christelijken
gouverneur-generaal en van christenen in
de gemeentebesturen van de Macedonische
provincies dreigt nog heel wat voeten in
de aarde te hebben.
Abdul Hamid heeft openlijk verb'aard
voor de waarheid wordt door den cor
respondent van de »Frankf. Ztg." inge
staan dat alleen iemand, die oorlog of
zijne afzetting wenschte, met zulke eischen
voor den dag kon komen tot zulke in
grijpende veranderingen in zijn regeerings-
systeem zou de sultan alleen na een ver
loren oorlog zijn toestemming geven, eer
der in geen geval.
Het blijkt dus, dat men in Turkije een
oorlog voor waarschijnlijker houdt dan den
vrede.
Het ziet er inderdaad fraai uit. Orde
en rusteischen de mogendheden maar dan
eerst oorlog roept de sultan. En nu mo
ge de politieke esculapen zeggen, dat de
Zieke Man weer geijld heeft, dit is zeker,
dat reeds het consult der beide Europee-
sche doktoren te Weenen een nadeeligen
invloed op de zenuwen van den patiënt
heeft gehadwant deze ziet in hen een
paar chirurgen, die met hem een amputa
tie voor hebben en in de kwaal een zeer
interessant geval zien.
Er zijn in de laatste dagen meer vreem
de dingen gebeurd onder de halve maan.
Heel toevallige dingen. De Russen vie
ren namelijk den dag van hun heiligen
Nikolaas (niet te verwarren met Sinter-
128.
Beneden hoorde zij het rollen van een
rijtuig, zij boog zich voorover en luister
de, tot het doffe geratel der wielen op de
straatsteenen was weggestorven. Toen
zonk zjj snikkend in elkander.
Een oogenblik later trad haar dienst
meisje in de kamer. Mijnheer zelfs heeft
mij gezegd, dat ik naar madame moest
gaan zien, omdat ge niet wel waart Gij
moet u dat zoo niet aantrekken, ging zij
voort met onbeschaamde vertrouwelijkheid.
Dan hadt ge mijne laatste meesteres eens
moeten zien, die was tooneelspeelster in
kleine rollen, en die wist zich beter te
troosten. Zjj had nooit zoo eenzaam ge
leefd als madame en toen mijnheer vertrok,
welnu toen hadden we na een week
een anderen.
Huiverend en sidderend bedekte Mag-
dalena haar gelaat met de handen O,
zijne profetie was vreeselgk vervuld en
wel op het eerste oogenblik, waarop zij
het waagde, hem weerstand te bieden. Zij
weende bitterlijk, haar hoofd zonk neder
op het eenvoudige tapijt, waarop zij neder-
knieldeVerloren, verloren, zoo stamel
den hare lippen.
Gered, gered, antwoordde hare ziel, want
aan haar gelaat vlijde zich eene zachte
kinderwang en een lief kinderstemmetje
zeide teederVeronica heeft hare mama
zoo lief, zoo lief.
XVIII.
De passagiers, welke zich met de post-
stooinbootdienst van Londen naar het vas
teland wilden begeven, waren voltallig en
stouden of pratend op het dek, of zochten
het zich in den salon van de stoomboot,
of in hunne slaapkajuiten gemakkelijk te
maken.
Onder de eersten bevond zich eene jon
ge dame met ernstige zachte gelaatstrek
ken, die met hare bejaarde begeleide een
schoone jonge vrouw nablikte, welke juist
haar klein meisje uit het gedrang de nau
we scheepstrappen afdroeg. De heer had
een kort levendig onderhoud met haar ge
had en was daarop, bedenkelijk het hoofd
schuddend, tot zijne gezellin teruggekeerd.
Is de schoone vrouw ziek vraagde het
jonge meisje den heer, zij zag er verschrik
kelijk bleek uit, zoo zelfs, dat ik gaarne
het kind, dat zij op den arm droeg, van
haar had overgenomen.
Zij weigerde mij haar behulpzaam te
zijn, antwoordde hjj, en de kleine scheen
ook beangst te midden der vele vreemde
menschen, want zij hield zich aan hare
moeder vast. Ja, ja, zjj is ziek, de arme
vrouw en mij schijnt het toe, dat het erg
ste nog komen moet. Ik heb haar een
enkele maal geneeskundigen raad gege
ven, den laatsten keer acht dagen gele
den, toen haar dienstmeisje uit eigen be
weging mij heeft gehaald en ik haar in
een hevige koorts vond. Toen reeds zeide
zij mij, dat zij naar Duitschland heen
moest, het kostte wat het wilde en zij
voert dit besluit uit, naar ik zie, in weer
wil van den dringenden raad, welken ik
haar eergisteren nog gaf. Ik stel een le
vendig belang in haardoe mij het ge
noegen, Esther, en trek u harer aan ge
durende den overtocht. Ik zou haar gaar
ne behulpzaam zijn geweest met raad en
daad, maar zij schenkt niet licht haar ver
trouwen. Haar omgeeft iets geheimzin
nigs, dat schier onnoordringbaar is en men
moet haar, zooals dit slechts een dokter
vergund is, in haren innigsten kuiselijken
omgang, in hare teedere opofferende moe
derliefde, in de gansche bekoorlijkheid ha
rer zachte reine vrouwelijkheid gezien heb-
I ben, om iederen twijfel aan haar te ban
nen.