BRESKENSCHE COURANT
Op de grens.
No. 758,
Donderdag 1 Januari 1903.
12e Jaarg
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het voormalig 4e district.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bjj alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERT ENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents; elke gewone regel meer 5 cents.
Oroote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. IMIXFJIAV te Breskens.
•Hffilla
Het ondenkbare oogenblik van den
overgang des ouden jaars in het
nieuwe, kunnen we de grens noe
men van beide tijdperken, evengoed
als de onzichtbare lijn der scheiding
van twee rijken, hunne grens is.
En al moge nu dat tijdstip van
den overgang een ondenkbaar oogen
blik zijn en alzoo de grens een on
bevattelijk punt vormen, toch gevoelt
de mensch zich als 't ware er toe
aangetrokken, naar aanleiding van
het overschrijden dier grens, een
blik achterwaarts en een blik voor
waarts te slaan.
De blik achterwaarts bepaalt zich
voor ieder afzonderlijk tot die pun
ten, welke de meest interesseerende
voorvallen in dien jaarkring omvat
ten, zoo wat eigen aangelegenheden
betreft als de verschillende familie
omstandigheden.
't Oude jaar zinkt in den nacht
der eeuwen en wat daarin is ge
beurd, er moge een sluier over gaan,
toch maakt dat het gebeurde niet
ongedaan.
De tekortkomingen kunnen we in
dien afgelegden kring niet meer goed
maken.
Wat zijn we geweest voor ons
zeiven en wat voor anderen?
Bij die vraag, die we liever niet
beantwoorden, omdat de feiten meest
tegen ons getuigen, staat men dan
ook in den regel niet lang stil.
Hoe hebben we onzen plicht ver
vuld, zoo tegenover ons zelve als
tegenover anderen
Zijn we dien getrouw na gekomen
of hebben we ook in dezen gestrui
keld?
Is het vrede op aarde ook in dien
zin bewaarheid dat we vrede in en
met ons zeiven hebben of is dit
alles nog maar een looze klank?
En is het „in menschen een wel
behagen" alleen op ons zei ven toe
gepast of deelden ook anderen daar
in mede, dan wel werd deze gedach
te zoodanig misvormd, dat het een
welbehagen is in anderer ongeluk of
tegenspoed.
In de meeste gevallen slaat de
balans naar het debet over, maar
dat schijnt nu eenmaal in 's men
schen natuur te liggen.
Toch kunnen de levensomstandig
heden er toe leiden, dat de verplich
tingen niet ten volle aan de ver
wachting beantwoorden.
Tal van teleurstellingen kunnen
ons als met lamheid slaan.
En de teleurstellingen zijn vele,
vooral als men eenige hoop heeft
gevestigd op de standvastigheid en
goede trouw van velen onzer mede-
menschen.
De gluiperds, die u als 't ware
door zoet gefluit en teemende taal
in hunne strikken lokken, zijn stel
lig niet de minsten om teleurstellin
gen te bereiden en de samenleving
zuur te maken.
De moreele rekening van zoodani-
gen sluit zeker met een nadeelig sal
do
De werkelijke rekening daarente
gen heeft een ietwat voordeeliger
sluitpost.
Het hart van elk rechtgeaard Ne
derlander is met dankbaarheid ver
vuld over het genadig herstel onzer
geliefde Koningin, wier ernstige krank
heid in het begin des jaars zooveel
zorg baarde.
De algemeene volkswelvaart kan
gunstiger genoemd worden dan eer
tijds en de landbouw, een der voor
naamste takken van bestaan van het
platteland, is vooruit gegaan.
Ons land en ook onze omgeving
bleef voor groote rampen gespaard.
In den Staatkundigen toestand kwam
geen verandering, wijl periodieke
Staatkundige verkiezingen niet plaats
hadden.
Het Kabinet verloor door den dood
twee zijner leden, die op deskundig
gebied een zeer goeden naam had
den en als mensch zeer edele denk
beelden in praktijk brachten. De
portefeuille van marine is voor 't
oogejiblik definitief nog onbezet en
die van koloniën is op zeer waardi
ge wijze vervangen.
De meest belangrijke gebeurtenis
in de wereldgeschiedenis was de tot
standkoming van den vrede tusschen
de Boeren en Engeland en het daar
mee gepaard gaand verlies van de
onafhankelijkheid der eersten. Bij
al het gene daarover reeds is ge
schreven, is een uitvoerig relaas of
zelfs eenige beschouwing overbodig.
Het feit is overigens eenig in de ge
schiedenis, dat het volkenrecht op
zoo onhebbelijke wyze is verkracht
mogen worden als door Groot Brit-
tanje.
Op even gelijke wijze wordt ge
oordeeld over het gezamenlijk optre
den van Engeland en Duitschland
tegenover Venezuela.
De oude Oostersche quaestie schijnt
ook weer op het tapijt te komen.
Het is evenwel niet te v erwach-
ten, dat deze in het nu aangevan
gen jaar haar beslag zal krijgen.
Door bijzonder schokkende gebeur
tenissen heeft zich dus het afgeloo-
pen jaar niet gekenmerkt.
Hebben we ons in korte trekken
bepaald tot de- blik achterwaarts, op
het punt van den overgang kunnen
we niet blijven staren en richten we
mitsdien de blik voorwaarts.
Wat 1903 voor ieder in het bij
zonder zal brengen is natuurlijk ee-
ne onbekendheid. De toekomst is
met een dichte sluier bedekt.
Om van de verwachtingen, die ze
in haren schoot verbergt iets te kun
nen zeggen, zouden wfc moeten af
gaan op de teekenen der «tijden.
Elk jaar wordtjgezipspeeld op het
ernstige daarvatf, en hoofdzakelijk
had men dan de sociale omwente
ling op het oog.
Zijn we, zooals reeds is opgemerkt
voor schokkende gebeurtenissen ge
spaard gebleven, we hebben goede
hoop, ook thans daarvan verschoond
te blijven, ondanks dat de tijden nu
niet zóó rooskleurig zijn, al is eene
kentering merkbaar.
Het is alsof de groote maatschap
pij onzer dagen een ernstige crisis
is doorloopen, die de maatschappij
meer gehard heeft.
Er is onmiskenbaar in alle rangen
en standen meer veerkracht ontstaan,
en het schijnt alsof de concurrentie,
die voor een zeker deel het even
wicht in de handelswereld bewaart,
is overgeslagen op de maatschappe
lijke denkbeelden en evenzoo het
evenwicht, dat blijkbaar zou zijn
overgeheld naar de zijde van het
materialisme, heett hersteld.
Die herstelling is nog niet in die
mate, dat de misstanden zijn opge
heven. Zoo'n ideale toestand is ee
ne totale onmogelijkheid, en zou ook
niet goed zijn.
Maar daarover zullen we nu maar
niet in eene beschouwing treden, om
dat dit onderwerp te breede omtrek
ken zou aannemen, en ook thans
niet van pas zou zijn.
We bevinden ons in een zee van
zegewenschenieder heeft voor an
deren iets als mensch over.
Het „veel heil en zegen in het
nieuwe jaar" en „al wat wensche-
lijk iszijn voor heden als 't wa
re stopwoorden, die ons aangenaam
aandoen, hoe zeer we er ook van
overtuigd zijn, dat de meeste der
opgedreunde wenschen looze klan
ken en holle woorden zijn, en ze
slechts als beleefdheidstermen ..dienst
doen.
Maar toch wil het meerendeel on-
zes volks deze aloude gebruiken in
eere houden, en voor zooveel men
daaraan hecht, wenschen we dat vol
maakt te eerbiedigen.
We treden dan elkeen, bij wien
we onder de oogen komen, tegemoet,
met den wensch, dat de nu aangevan
gen jaarkring eene in alle opzichten
gezegende moge zijn, en dat zelfs,
als druk u mocht treffen, deze langs
andere wegen weder tot zegen mo
gen strekken.
De onafscheidelijke gedachte 'aan
het verleden met deszelfs ramp en
wee, zij u op dezen dag een aan
leiding tot dankbaarheid, in dien zin,
dat het ondervonden leed, de gele
den smart, de ervaren teleurstelling
slechts van tijdelijken aard waren, en
met het afsluiten van 't oude jaar
als 't ware een afgesloten tijdperk van
uw leven vormen.
Met het begin van 't nieuwe jaar
is een gevoel van nieuwe kracht,
nieuwe moed, nieuwe lust ontstaan,
en als de dagelijksche bezigheden
terugkeeren, dan schijnt men nog
eenigszins onder den invloed dier ver
nieuwde eigenschappen.
Is ons zooveel zelfvertrouwen ge
schonken om op dezen bodem het
leven weder in te treden, dan zijn we
een schrede voorwaarts op den weg
der vooruitgang, die niet zonder in
vloed blijft op ons zeiven en op on
ze omgeving en een oorzaak van
veranderde levensomstandigheden kan
worden.
Wie met deze vernieuwde levens
kracht nogtans een verstokte moet
blijven tegenover de verschillen, die
hem van zijn medemensch verwijderd
houdt, is helaas een verloren mensch,
want dan heeft dat verschil hem tot
een haatdragende gemaakt, en wee
hem, die tot deze diepgaande zonde
is vervallen.
Maar als er een gevoel in hem
aanwezig is, dat kan leiden tot er
kenning van eigen fouten en van ei
gen tekortkomingen en zoodoende
recht kan doen wedervaren aan an
derer gedachten, ja aan anderer le
vensbeschouwing, dan is zoo'n mensch