BRESKENSGKE GOUR
Mij is de wrake.
No. 741.
Zaterdag 1 November 1902.
12e Jaarg.
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
bet voormalig 4e district.
Buitenland.
Binnenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden /0.50, franco per post door het geheele Rijk 0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur
Uit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELKUA.V te Breskens.
Chamberlain gaat binnenkort naar Zuid-
Afrika en de Engelsche bladen keuren over
het algemeen dit voorgenomen bezoek goed
maar om verschillende redenen.
De conservatieve bladen vertrouwen, dat
de Minister van Koloniën daar de gemoe
deren tot kalmte zal brengen en een eind
zal maken aan alle ongerustheid.
Dus die zien hem gaan als een soort
van .engel des vredes", met een palmtak
in plaats van een orchidee.
De liberale organen zijn van oordeel,
dat de reis noodzakelijk is, om de onhan
delbare loyalisten te Johannesburg en el
ders tot zwijgen te brengen.
Dit is de eerste maal", zegt The Stan
dard, welk blad natuurlijk ook de beste
verwachtingen heeft van Chamberlains reis,
dit is de eerste maal in onze nieuwe ko
loniale geschiedenis, dat bet Kabinet een
zijner leden afzendt, om .zelf eens te gaan
zien", in plaats van af te gaan op rap
porten van ondergeschikten.
Als zoodanig zal dit misschien het aan
breken van een nieuw tijdperk in het Brit-
sche Rijk kenmerken".
The Morning Leader ziet in Chamber
lain's reis een nieuw bewijs van het ge
brek aan vertrouwen dat er bestaat tns-
schen den Minister van Koloniën en den
vertegenwoordiger der regeering in Zuid-
Afrika, Lord Milner, wiens raad tot op
schorten van de grondwet in de Kaapko
lonie de regeering ook, gelijk men weet,
heeft moeten verwerpen.
Dailey News acht het hoog tijd, dat
Chamberlain zelf zich op de hoogte gaat
stellen van den staat van zaken in Zuid-
Afrika. Door het geheele land heerschen
verwarring, ontevredenheid, oproerige ge
zindheid, alles vruchten der gevolgde
staatkunde van verschrikking en verwoes
ting, en Lord Milner, met zijn ijzeren
hand, welke nooit in een fluweelen hand
schoen is verborgen, heeft de zaken erger
in plaats van beter gemaakt.
Als Zuid-Afrika voor ons behouden moet
blijven, dan is het nu tijd daarvoor te zor
gen.
.Wij zullen niet zeggen", vervolgt het
blad, dat de heer Chamberlain juist de
man is om dat te doen. Hij toch draagt
voor een groot deel de schuld van den te-
genwoordigen treurigeu toestand.
Als de heer Chamberlain onbevooroor
deeld uit eigen oogen ziet, zich niet door
eenigen invloed laat beheerscheu of door
officieele verzekeringen om den tuin laat
leiden, dan kan hij veel doen om het wan-
hopigmakende warnet der Zuid Afrikaan-
sclie zaken wat te ontwarren.
Als hij het verwoeste land ziet om zich
heen, de zwarte muren der verbrande hoe
ven en het verhaal van de ellende der
concentratiekampen hoort uit de monden
der slachtoffers, dan zal hij beter den toe
stand der Boeren begrijpen en inzien dat
Engeland, hetwelk zoovele millioenen uit
gaf om hen te verslaan, hun nu ook mil-
delijk hulp moet verleenen om onder de
Britsche vlag een nieuw leven te begin
nen.
De heer Chamberlain aanvaardt met de
reis naar Zuid-Afrika de gewichtigste taak
van zijn leven. Hij onderneemt die, naar
men gelooft, niet als partijman of staats
man, maar in den edeler geest welke hem
bezielt, als hij niet onder den invloed van
kleingeestige trouweloosheid en persoonlij
ke twisten verkeert.
Hij weet, dat van zijn welslagen niet al
leen zijn goede naaiu als Staatsman, maar
ook de toekomst van het Rijk afhangt, en
men gelooft dat hij zijn taak zal opvatten
met het besluit, zich even groot te too-
neu als de verantwoordelijkheid die op
hein rust.
In elk geval wenscht men bij deze gele
genheid den heer Chamberlain .goed suc
ces" en bidden, dat zijn reis tot een ge
lukkigen uitslag moge leiden.
Aldus Dailey News, vol goede verwach
ting.
Door andere bladen wordt er op gewe
zen, dat Chamberlain juist de vorige week
Donderdag eenige groote mijn-financiers
van den Rand ontving, zoodat het zeer wel
zou kunnen wezen, dat het de klachten en
jeremiades van dezen waren, die den door
slag gaven tot des Minister reisbesluit.
Andere bladen wijzen op de nadeelige
gevolgen, die eene vorige reis van Cham
berlain had, die naar Malta namelijk, waar
zijn komst en optreden de onaangenaam
heden eerder deden toe- dan afnemen, ter
wijl eerst door de concessies, na zijn ver
trek op taalgebied aan de bevolking ge
daan, de gemoederen wat gekalmeerd wer
den.
Door weer andere bladen wordt er aan
herinnerd, dat het Chamberlain's tussclien-
komst (ook al weder tegen deu zin van
Milner) is geweest, tengevolge waai van het
lijden en de sterfte in de concentratie-kam
pen grootelijks zijn verminderd, terwijl ten
slotte óok nog door eén der bladen wordt
gewezen op de omstandigheid, dat Cham
berlain s reis hem op welkome wijze komt
vrijstellen van verdere deelneming aan den
strijd over de Schoolwet.
Het denkbeeld van Chamberlains reis
naar Zuid-Afrika schijnt uitgegaan van den
Canadaschen Premier, Sir Wilfrid Laurier.
De Bóeren-Generaals, schoon zij weige
ren zich uit te laten, heeten de reis goed
te keuren.
Mevrouw Chamberlain doet dit ook, want
zij gaat mede.
Bij zijn bezoek op Het .Loo heeft Dr.
Roessingh een hoogst gunstigen indruk ont
vangen omtrent den gezondheidstoestand
van H. M. de Koningin, zich o. a. open
barende in een opgewekten gee-t.
legen eene buitenlandsche reis bestond
dan ook in geenerlei opzicht bezwaar.
De .Bond van Distillateurs" heeft
een adres tot de Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaal gericht, naar aanleiding van
het voornemen, dat bij de Regeering be
staat om den accijns op het gedistilleerd
met ruim 11 percent te verhoogen, en dus
te brengen van 63 op 70 gulden per hec
toliter ad 50 pCt. sterkte.
In dit adres wordt o. ra. gezegd, dat,
indien er noodzakelijkheid bestaat om de
middelen te versterken, teneinde een droi-
in.
Zijne afreis eischte spoed, want de ge
meente wachtte den nieuwen leeraar met
ongeduld en hiermede was iedere betrek
king tusschen en de bewoners van Ket-
tenstein belet. De voor Herbert zoo las
tige berichtgever omtrent Magdalena's per
soonlijkheid, over haar vroeger leven, haar
karakter en hare gewoonten, was ver ge
noeg gescheiden van het opsporingstalent
van den ouden Ruben, hetwelk graaf Wolf
stellig aangewakkerd zoude hebben de in
houd der bedekte berichten, welke zij van
tijd tot tjjd zond, zouden niet nagevorscht
worden, eene bemiddeling tusschen Ket-
tenstein en den schilder was op deze wij
ze ten minste onmogelijk ge ma. kt. En
dit laatste was gewichtiger, dan Herbert
veimoedde, want Richards eigen brieven
aan graaf Wolf werden steeds korter en
zeldzamer, in deu losser wordenden band
was niets sterk meer. dan Theresa's liefde.
Zoo meende graaf Herbert verstandig -
lijk gezorgd te hebben en hij verliet Duitsch-
land veel geruster, dan hij er in gekomen
was. Hartelijke betrekkingen waren aan
geknoopt tusschen hem en zijne verwau-
ten, de vorm was uit zijn koele terugge
trokkenheid getreden en scheen eene wer
kelijke genegenheid te gevoelen voor den
neef, die hem, trots te verleiden geruchten,
welke hem vroeger ter oore gekomen wa
ren, veel degelijker en ernstiger toescheen,
dan eens de opperjachtmeester. Hij nam
afscheid van hem, goedgunstig gezind, met
eene zelfs voor Herbert aanzienlijke som
voor zijne .uitspanning", zooals hij vader
lijk schertsend zeide en met eene ernstig
gemeende uitnoodiging tot spoedige weder
komst. Had Theresa gewild, dan zou deze
schoonzoon graaf Wolf geen ongewenschte
geweest zijn. Hjj was haar evenboortig,
van indrukwekkende persoonlijkheid en de
gelijk karakterdat door dit huwelijk de
teleurstelling zoude zijn uit den weg ge
ruimd, welke de opperjachtmeester met be
trekking tot de erfenis gevoelde, kon hem
slechts aangenaam zijn. Ook dat de neef
nog zweeg over wenschen, die hij wellicht
voedde, schatte de oom hoog in hem en
zoo had Herbert, wiens naaste en dringend
ste verlegenheden nogmaals door Wolfs
goedheid waren opgelost, in het oog der
wereld alleen de rol van direct erfgenaam
verwisseld met die van verkozen schoon
zoon en stond vaster dan hij sints langen
tijd gestaan had.
Als zijn voorhoofd nochtans bewolkt was,
zoodra hij zich alleen bevond, als hij in
eigen familiekring jegens zijne ouders ver
drietig, jegens de bedienden opvliegend
was, en de slaap hem ontvlood als bij
laat, na rusteloos omzwerven zijn leger
opzocht, dan was dit tengevolge van den
strijd met zijn eigen hart, een strijd, wel
ke zich langzaam ontwikkelde, het voor en
tegen, het pruilen om en bevreesd zijn
voor datgene, wat hem moest bevrijden.
Theresa had hem beminnenswaardig,
vroolijk en opgewekt gezien, maar van de
ze eigenschappen bracht hij Magdalena
niets mede in de eenzaamheid, welke door
bange zorgvolle gedachten, droef gewor
den was, want hij had haar de reden zij
ner plotselinge afreis niet verzwegen, maar
baar het dreigende gevaar getoond in zijn
vollen omvang met het gruwzame, bijna
wraakzuchtige verlangen, haar als de oor
zaak, voor zijn eigen lichtzinnigheid te
doen boeten. Iedere aanklacht tegen zicli-
zelven wist hij met geraffineerde dubbel
zinnigheid tot een verwijt voor Magdalena
te vervormen en terwijl hij haar de zaken
zoo hopeloos mogelijk schilderde, ontveins
de hij alleen, hoe groot het aandeel zijner
eigen schuld daaraan was. Zij vermoedde
het niet, dat hij reeds twee dagen in Lou-