Mij is de wrake.
No. 731.
Zaterdag 27 September 1902.
lle Jaarg.
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het voormalig 4e district.
Binnenland.
FEUILLETON.
BRESKENSCHE CO OR A NT,
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het gelieele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.626, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling,
rlle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Oroote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIEEEMAN te Breskens.
Men is nog maar steeds niet uit
gepraat over den uitslag der verkiezing in
Amsterdam IX.
Veilig kan men aannemen, dat de be
schouwingen niet uitsluitend meer die her
stemming gelden, maar ook de algemeene
strekking dier verkiezing.
Ze heeft trouwens ook een eigenaardige
loop gehad.
De anti-rev. candidaat kwam bij de eer
ste stemming uit de bus met 1600 stem
men en tegenover hem stond de socialist
met 2000, de vrijzinnig-democraat met
1000 en de conservatief-liberaal met 800
stemmen.
De anti-cleriealen stonden dus in hunne
3 vertakkingen, ^zooals men dat noemt)
met het dubbele aantal stemmen tegenover
dat van de anti-rev.
Niets was dus meer waarschijnlijk dan
dat de soc. zou zijn gekozen met behulp
van de verschillende liberalen in dat di
strict.
Nu dat niet het geval is geweest, en
een belangrijk aantal stemmen, uitgebracht
op den anti-rev. candidaat, kwamen van de
liberalen, hebben dezen het op barbaar-
sche wijze moeten ontgelden.
Daarbij is geen rekening gehouden met
de overwegingen die tot deze keuze heb
ben geleid.
Neen, uit pure woede over zijne niet-
verkiezing heeft mr. Troelstra in het Volk
al wat leelyk is aan hun adres en aan dat
van het Alg. Handelsblad gedebiteerd.
Dat zulk eene houding niet bevorderlijk
is aan het vertrouwen dat de natie in zij
ne vertegenwoordigers mag en moet kun
nen stellen, is begrijpelijk.
Nu de kiezers gedwongen zijn geweest
partg te kiezen tusschen een voor- en een
tegenstander van het Koningschap, en af
gezien van richting de voorkeur gaven aan
een man met christelijke beginselen doch
bezield met liefde voor onze Vorstin, bo
ven hem, die het beginsel >noch God,
noch meester" huldigt, toch feitelyk ook
een scherp tegenstander van het liberalis
me is, worden die zelfde kiezers als het
ware aangerand in de vrije uitoefening van
een huuner eerste burgerplichten, en daar
door als strijder voor de vrijheden des volks
onwillekeurig een eigenaardigen dunk om
trent zijne opvattingen heeft verwekt.
Mr. Troelstra heeft het Handelsbladhet
welk in de gegeven omstandigheden den
heer Bijleveld had aanbevolen, het veilste
beursblad iu Nederland genoemd.
Hg is gesommeerd die laagste beschul
diging, welke men een blad kan aandoen,
te bewyzen, doch in plaats daarvan, zegt
genoemd blad, doet mr. Troelstra als een
lafaard, nl. voortgaan met lasteren maar
intusschen wegloopen.
Schelden en een tegenstander trachten
belachelgk te maken, zijn wapenen, die uit
gebrek aan degelijk materiaal wel meer
zyn gebruikt, doch intusschen blijk gaven
van een verbazend klein karakter.
Toch zit in deze verkiezing nog iets,
waarop we nog niet de aandacht zagen
gevestigd.
By al de critiek die wordt uitgeoefend
op de huidige regeering is het vreemd, dat
de gelegenheid, die zich in Amsterdam IX
heeft voorgedaan om het Kabinet eens een
onverzoenlyk tegenstander, een geweldig
oppositie-man op z'n dak te sturen, niet
hebben aangegrepen door mr. Troelstra
naar de Kamer af te vaardigen.
Ook daardoor hebben de liberale kiezers
getoond, dat met oppositie-voeren de za
ken weinig of niet vorderen en voor de
praktyk vrijwel onbruikbaar is.
In die verkiezing ligt alzoo meer dan
éene wijze les opgesloten.
Hanen, die te hard schreeuwen, over
schreeuwen zich en verliezen hun prestige.
We hebben meer zulke politieke hanen
gekend.
Het Dagelgksch Bestuur van het Ne-
derlandsch Landbouw-Comité heeft een
schrijven gericht aan den Minister van
Waterstaat. Handel en Nijverheid in zake
den vee-uitvoer.
In dat schryven wordt er op gewezen,
dat de gezondheidstoestand van onzen vee
stapel niets meer te wenschen overlaat.
Bovendien is er zoowel in België als in
Duitschland in den laatsten tgd eene groo-
te beweging ontstaan om de grenzen voor
ons vee open te stellen met het oog op de
stgging der vleeschpryzen in genoemde
landen. Daarom acht het bestuur de ge
legenheid thans gunstig om dezerzgds aan
te dringen op wederopenstelling van de
grenzen voor ons vee in ruimeren zin.
Het bestuur verzoekt den Minister, in
overleg met zyn ambtgenoot van Buiten-
landsche Zaken, in die richting by ver
nieuwing stappen te doen.
Hoewel in België ons slachtvee reeds op
bepaalde voorwaarden wordt toegelaten,
zal de Minister naar het bestuur ver
trouwt overtuigd zgn van de wenscbe-
lgkheid, dat ook ons fokvee daar plaat
sing kunne vinden. Aangenomen, dat de
Belgische Regeering een quarantaiue noo-
dig zal blyven achten, is wellicht thans de
gelegenheid daar, om dat tydperk zooveel
mogelgk in te krimpen en op die wyze
den invoer, vooral van fokvee, te bevor
deren.
Tweede Kamer. Dinsdag is het adres
van antwoord op de Troonrede behandeld.
Deze behandeling heeft zich onderschei
den van die van andere, dat thans zeer
weinig over de onderdeelen is gesproken.
Blykbaar wil men de krachten bewaren
tot de algemeene beschouwingen 'over de
Staatsbegrooti ng
Hetgene de Minister van buitenlandsche
zaken reeds in de Eerste Kamer had ge
daan, heeft die van binnenlandsohe zaken
in het Lagerhuis herhaald, n.l. de meest
pertinente verklaring afgelegd dat er noch
een verdrag is gesloten noch voorbereid,
noch ter voorbereiding eenige stappen ge
daan of officieele of officieuse afspraken
gemaakt zgn. Noch in den Ministerraad,
noch bg de Ministers is eenig plan of
denkbeeld tot het sluiten van eene allian
tie ter sprake gebracht.
En wat den Minister zelf aangaat, noch
hter noch te Berlyn, te Weenen of elders
over de grenzen heeft hg met eenig staats
man of lasthebber met een enkel woord
101.
Heerlyk, heerlgk, zeide hg verrukt, zg
was de schoonste vrouw, die op de aarde
roudwandelt. Ik heb vaak geloofd, dat
Magdalena's trekken niet geschikt waren
voor deze hoogst tragische uitdrukking,
maar de schilder heeft wellicht profetisch
haar lot vooruitgezien en met kennersblik
de gelgkenis geschilderd, die eenmaal ko
men zou. Wie weet of zg nu deze uit
drukking niet heeft, die, smartelijk als zg
is, toch edel blgft en zgne schaduwen al
leen op Theseus werpt.
Zoudt gg uwe gedachten en opmerkin
gen over kuust en vrouwelyke schoonheid
niet afbreken of bewaren tot gelegener
tgd vroeg de gravin haren gemaal in
kwaden luim. Ik zou gaarne de woon
kamers der nieuw opgedoken gravin zien,
eer wy tot den handkus worden toegela
ten,
Zonder het te vermoeden, hielp de gra
vin met hare bittere opmerking haren zoon
door een pynlyk oogedblik heen. Nie
mand had de vluchtige kleurwisseling op
zgn gelaat gezien en hg had zgne be
daardheid en zelf beheersching reeds her
kregen, toen de opperjachtmeester, bereid
willig als altgd, den wensch zijner gema
lin gehoorzaamde en snel de deur opende,
welke door het hooge voorportaal met de
bruin geworden portretten der voorvaderen
uit vervloden eeuwen, naar den tegenover-
gestelden vleugel leidde.
Hier was het vroolyke rijk eener vrouw,
eener jeugdige en gelukkige vrouw, dit
zag men bg den eersten oogopslag en de
gravin stiet een kreet van bewondering
uit, die tegelykertyd smartelgk klonk.
De met schitterende zgden tapgten be
hangen muren waren versierd met vroolg
ke landschapschildergenkostbare vazen
en beelden van Florentgnsch marmer, die
graaf Wolf zich gedurende zgne menig
vuldige verblyven in Italië had aangeschaft,
versierden de hoeken en tafels en tafeltjes
waren ingelegd met mazaïek, dat het ka
binet van iedere vorstin getooid zoude
hebben. Zwygend en beschouwend door
schreed de gravin de ontbyt- en kleedka
mer, zoo rgk en toch zoo sierlgk, als zg
het nauwelyks had kunnen drooraen en
wierp vervolgens nog een blik inhetjonk-
vrouwelyk slaapvertrekeen beeld der
Moeder Gods met het kind Jezus blikte in
zachte schoonheid op het lege- neder en
een fraai besneden bedlessenaar met een
wgwaterbakje er boven, stond daar binnen.
De teedere liefde van den vader had
aan alles gedacht. Theresa's godsdienstige
behoeften, het jeugdig verlangen naar vroo
lgke schoonheid, die duizend bevallige beu
zelingen, waaraan een meisjeshart, in dit
geval kan men zeggen een kinderhart,
hangt, hadden een plaats gevonden in zg
ne zorgvuldige beschikkingen. Van deze
kamer uit was het gezicht onvergelijkelyk
schoon, als een juweelkistje lag het dal
daar beneden, zgne lachende schoonheid
was wel in staat het heimwee weg te too-
veren, dat wellicht Theresa's hart kon ge
voelen.
Als dit alles den nyd opwekte der gra
vin, zoo gaf het haren gemaal stof tot
nadenken het was nauwelgks aan te ne
men, dat graaf Wolf dit kleine rgk vol
schoonheid geschapen zou hebben voor een
onbeschaafd gemoed of een zwak verstand,
en als de jonge gravin haren naam waar
dig was, zoo zou hare hand van des te
meer waarde zgn voor Herbert.
De opperjachtmeester keerde in opge
wekter stemming met de zynen terug in
de torenkamer, waarin men ver den ry weg
kon overzien en eindelyk werd aan het
koortsachtig wachten een einde gemaakt.
Langzaam reed een open rytuig den