Mij is de wrake.
No. 721.
Zaterdag 23 Augustus 1902.
lle Jaarg.
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het voormalig 4e district.
Buitenland.
Binnenland.
FEUILLETON.
BRESKEiVSCIIE COURANT.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.826, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIE N.
Van 1 tot en met 5 regels 25 centselke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEN.4X te Dreskens.
Gedurende het samenzijn van Iteizer
Wilhelm en den Russischen Czar te Reval
schijnt eene geheimzinnige, gelukkigerwijze
mislukte aanslag op de Keizers te zijn ge
pleegd, waaromtrent thans de volgende bij
zonderheden worden medegedeeld.
Op zekeren avond, zoo wordt verhaald,
terwijl de beide Keizers aan boord van de
illohenzollern" aan tafel zaten, kwam er
een stoomsloep met vijf man naar dat
jacht. Dat vaartuig, volkomen gelijk aan
die der Russische vloot, werd gecomman
deerd door een luitenant in uniform en de
manschappen in de boot waren Russische
matrozen.
De luitenant kwam aan boord en zeide
tot den officier van dienst, dat hij van het
Russische jacht »Standart" kwam en be
langrijke papieren bij zich had, wélke hij
den Czar zeiven moest overhandigen.
Maar de kapitein van de .Standart", die
aan boord was, herkende den luitenant niet
als een der officieren van dat jacht. Men
begon den vermeenden luitenant te onder
vragen en nu was deze weldra zoozeer in
't nauw gebracht, dat hij een revolver uit
den zak haalde en zich een kogel door 't
hoofd wilde jagen. Maar men greep hem
vast en na een heftige worsteling werd hij
geboeid en weggebracht.
Zijn vier metgezellen waren intusschen
verdwenen en men heeft hen niet kunnen
opsporen.
De gevangen genomen man moet be
kend hebben, voornemens te zijn geweest,
de beide Keizers te dooden. Maar het
geheele verhaal komt wel wat zeer sterk
romantisch getint voor.
Bij Monastir is weder een bende
Bulgaarsche roovers slaags geraakt met
gendarmes.
De roovers hadden zich in een huis ver
schanst en het gelukte hun, te ontvluch
ten na een gevecht, waarin 14 gendarmes
werden gedood of gewond.
Te Teplitz, de bekende Hongaarsche
badplaats, heeft men onlangs veel last ge
had van een zwerm vliegende mieren.
Twee menschen moeten gestorven zijn
tengevolge van den beet dezer insecten en
een aantal anderen zijn er ziek van.
Een dokter uit Toulouse is Zaterdag,
in den omtrek van Auch, waar hij een
tocht per rijwiel deed, door een ezel ach
tervolgd.
Na een ren van twee kilometer haalde
het woedende dier hem in. Het wierp
hem op den grond, bracht hem vele beten
toe, scheurde hem de kleederen van het
lijf en het was eerst na een hevig gevecht,
dal de dokter zich van den ongewonen
aanvaller kon bevrijden.
Thans wordt weder uit Japan een
geweldige vulcanische uitbarsting bericht.
Het eiland Tori Shima, deel uitmakend
van eene kleine groep tusscheu de Bonin-
eilanden en Japan, is door die uitbarsting
tusschen 13 en 15 Augustus ge
heel verwoest en 150 bewoners zijn waar
schijnlijk allen om het leven gekomen.
Het eiland is, ook wegens onderzeesche
uitbarstingen, nog niet te genaken.
In Mantschourije woedt de cholera
zóó hevig, dat het spoorwegverkeer is ge
staakt moeten worden.
Op den Hochgolling, bij Schladming,
in de Stiermarksche Alpen, is de heer Fritz-
sche, uit Weenen, een ervaren bergklim-
mer, die Maandag bij maanlicht op weg
was naar den top van dien berg, in een
afgrond gevallen en gedood.
Te Antwerpen is weder een Ameri
kaan in hechtenis genomen, die met slech
te oogmerken meisjes en jonge vrouwen
naar het buitenland lokte, onder belofte
van schitterende betrekkingen.
Hij was reeds met niet minder dan vijf
18 jarige meisjes uit Brussel, aan boord
van een stoomschip, toen hij nog juist
in tijds werd gevat.
De justitie doet onderzoek; want men
vermoedt, dat de man tot een bende be
hoort, welke agenten heeft in verscheide
ne andere steden.
Dinsdagmorgen half tien is de Batavier
III te Rotterdam aan de Boompjes aange
komen met de drie Generaals Botha, De
la Rey en De Wet.
Eene overgroote menigte had zich reeds
lang te voren aldaar verzameld om de dap
peren een hartelijk welkom" toe te roepen.
Toen de boot aanlegde, werd door het
geheele publiek het Transvaalsche Volks
lied aangeheven, hetwelk door de Gene
raals blootshoofds werd aangehoord, terwijl
zij bij herhaling groeten toewuifden.
Namens het Rotterdauische Gemeente
bestuur sprak de heer Hudig de generaals
toe.
»Gij ziet hier" zeide spreker voor
u de vertegenwoordiging van het Dage-
lijksch Bestuur onzer Gemeente, waaraan
de burgemeester ontbreekt, die zeker tot
zijn spijt afwezig is. Wij weten dat gij
geen feestelijke ontvangst wenscht en dat
gij, mannen van de daad, niet houdt van
veel woorden. Wij komen u dan ook niet
met veel redevoeringen lastig vallen. Maar
wat wij niet wilden nalaten, waartoe wij
ons gedrongen gevoelden, is u, die voor de
onafhankelijkheid van uw land hebt ge
streden, met een moed en volharding, die
niet alleen aan uw vrienden, maar ook
aan hen die kort geleden nog uwe vijan
den waren, bewondering afdwingen, harte
lijk welkom te heeten bij het betreden van
den Nederlandscheu bodem.
Generaal Botha deed uitkomen, dat hij
en zijn collega's niet anders hadden ge
daan dan hun plicht, door te strijden voor
de vrijheid van hun volk. Niets is te
goed geweest om voor dien strijd te wor
den opgeofferd, waar het gold een strijd
voor vrijheid en recht. Hij' dankte zeer
hartelijk voor de goede ontvangst te Rot
terdam, een ontvangst die zij niet hadden
verwacht.
Namens de Ned.-Zuid-Afrikaansche Ver-
eeuiging sprak de heer P. R. Mees. Hij
zeide hoe diep Nederland heeft medege
leefd dat Nederlands sympathie aan de
Boeren verzekerd blijft. Hij dankte hen
voor hunne komst in Rotterdam en ver
welkomde hen als helden zonder vrees en
zonder blaam op wie wij trotsch zijn.
91.
Het getuigde voor zijn eigenwaarde, dat,
onder den indruk van zoo moeilijke om
standigheden en tegenstrijdige invloeden,
zijne natuur slechts voorzichtig en geslo
ten, niet bedorven werd, dat zijn hart
warm bleef en zijn gevoel levendig. Daar
bij was hjj, zonder hierin zichzelven te
misleiden, de familie, die hem had opge
nomen, in weerwil hunner vele zwakhe
den en gebreken, welke zich in den dage-
lijkschen omgang en in het huiselijk ver
keer aan hem openbaarden, oprecht gene
gen. Hij gevoelde eene hartelijke aan
hankelijkheid voor den makker zijner jeugd
en beproefde steeds opnieuw hem af te
leiden van gevaarlijke wegen en de gevol
gen van verkeerde stappen af te wenden,
of ten minste te onttrekken aan het oor
deel der wereld. En Herbert wist dat.
Voor zooverre zijn koele en volstrekt zelf
zuchtige natuur vatbaar was voor eenig
warmer gevoel, neigde die zich tot Con-
stantijn en als nochtans hunne wegen, toen
zij nonnen werden, zich scheidden, zoo lag
dit in de omstandigheid, dat beider karak
ters zich op hunne verschillende grondsla
gen verder ontwikkelden en zij natuurlij
kerwijze steeds verder van elkander wer
den verwijderd. De handelingen van een
man met gevoede hartstochten en onder
zoekenden geest hebben eene andere uit
werking dan de kinderlijke neigingen van
een knaap, voor wien onbezonnenheid en
onverstandigheid steeds de verontschuldi
gingen zijn, welke Constantijns edele zin
voor den vriend zijner jeugd zocht en vond.
Maar de naam Wangerloh was ook geen
gelukaanbrengende voor Constanten. Als
zich voor den knaap daaraan eene misluk
te kindsheid vastknoopte, zoo was voor het
hart van den man daarmede de grootste
en smartelijkste ontgoocheling van zijn le
ven verbonden. Ook het schoone meisje,
wie hij de eerste diepe en gloeiende liefde
zijner jeugd toedroeg, was niet meer de
kleine Theresa Stein, die natuurlijk en be
scheiden werd opgevoed in het stille non
nen-klooster, zij was gravin Wangerloh
geworden, het eenige kind van een man,
die haar met zijnen waren naam, rang en
rijkdom en alle daaraan verbondene voor
rechten schonk, voorrechten, welke de we
reld zich zoozeer beijvert om te vervullen.
En het was een zoo zwaar beproevings
jaar geweest voor het geduld van een jong
verlangend mannenhart, het jaar, dat hij
na zijne genezing doorleefd had in het
hospitaal te Londen en hij ging zoo ge
lukkig, zoo vol hoop de beslissing tege
moet, toen de tijd van het wachten voor-
bjj was. Het einde van dat wachten viel
bijna te zamen met Theresa's besluit, om
by baren vader te blijven, maar in de ure,
toen in den stillen, bloemenrijken kloos
ter-tuin het leven haar wenkte met al de
liefde en al het geluk, dat het te geven
vermag, in die ure wendde het zich af van
Constantijn en vernietigde het zijne ver
wachtingen.
Graaf Wangerloh stelde de beslissing
niet uit, die naar hij zag, overeenkwam
met zijn eigene wenschen. Hij ontdekte
spoedig, dat noch tijd noch verwijdering
eene verandering hadden bewerkt in The
resa's hart, in dat hart, hetwelk het aan
denken aan Richard vasthield met eene
trouw, die hare vroegere neiging nu ver
heven had tot eene diepe, ware liefde.
De vreeselijke slag, die den schilder ge
troffen had door Magdalena's vlucht, was
haar niet onbekend gebleven het lag in
het plan haars vaders, de draden niet te
verbreken, welke zich gesponnen hadden uit
het kloosterleven in het wereldsche.
Maar in het diepe medelijden dat zij
met hem gevoelde, mengde zich de over-