BRESKfijVSCHE COURANT.
Mij is de wrake!
No. 705.
Zaterdag 28 Juni 1902.
He Jaarg.
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
bet voormalig 4e district.
Buitenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIËN.
v an 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiëu worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEM.t.V te Ureskeus.
Met geen woorden te beschrijven is de
schrik en de verslagenheid, welke daar
Dinsdag plotsoling viel onder de duizen
den feestgangers, die zich bij 't prachtig
ste weder in Londen's straten verdrongen,
toen daar opeens de mare klonk, dat de
gezondheidstoestand des Konings op het
onverwachts derwijze verergerd was, dat de
kroning zou moeten worden uitgesteld.
Stom van ontzetting en geheel ontdaan
zag men de lieden elkander aanzien, te
midden der haast voltooide versieringen,
en men scheen eerst het treurig nieuws
haast niet te kunnen gelooven.
Maar al spoedig verschafte het oSicieele
geneeskundig bulletin zekerheid «Perity -
phlitis", ontsteking van de blinde darm en
omtrek, ook wel «appendicitis" geheeten,
een op 's Konings leeftijd uiterst gevaar
lijke ziekte, en slechts radicaal te genezen
door eene operatie, waarbij het «appendix"
of aanhangsel der blinde darm, dat de
mensch zonder gevaar, ja tot zijn heil,
schijnt te kunnen missen, verwijderd wordt.
Wie een aanval dezer ziekte te door
staan heeft, moet streng dieet houden, en
dan wil ile ziekte wel eens wijken voor
een tijd.
Maar aan feestmalen als Maandag op
het Buekingbauipaleis er een is gegeven,
is daartoe niet veel gelegenheid, en zoo is
in den nacht daarna 's Konings toestand
zoo ernstig geworden, dat eene onmiddel
lijke operatie ter wegneming der oorzaak
van het lijden en van den aard der ont
steking noodzakelijk werd geacht.
Die operatie nn, onder de gegeven om
standigheden van bijzonder erustigeu aard,
is Dinsdagmiddag met goed gevolg ver
richt. De patient heeft de chloroformisee-
ring, waaronder de operatie moet geschie
den, en de operatie zelve, waarbij de ver
wijdering der verzwering van het sterk ont
stoken deel hem grootelps heeft verlicht,
goed doorstaan.
Hij heeft geen krachten verloren en
schijnt nu op den weg van beterschap.
Maar op dergelijke operatiën plegen al
tijd 'eenige kritieke dagen te volgen en
zoo is men nog lang niet van alle be
zorgdheid ontheven.
Bij een gewoon beloop der ziekte schij
nen de Engelsche doctoren een volstrekte
rust van vier of vijf weken te verlangen,
zoodat niet alleen, gelijk het eerst heette,
de kroningsplechtigheid tot later, maar al
le feestelijkheden voor onbepaalden tijd
zijn uitgesteld. Men is dan ook reeds be
gonnen met het wegnemen der versierin
gen. Alleen de feesten, die een liefdadig
karakter dragen, als b.v. het armen-mid-
dagmaal, gaan, op 's Konings uitdrukke
lijk verlangen, door, gelijk mede die bui
ten de hoofdstad.
De vlootschouwing wordt óók niet ge
houden.
De vreemde gezanten en deputaties zijn,
opdat hun reis toch niet geheel tevergeefsch
wezen zou, Dinsdag door de leden der Ko
ninklijke familie ontvangen. Zij zullen ver
trekken, zoodra in den toestand eenige ze
kerheid is gekomen.
Er loopen slechts nog kwade geruchten
van de noodzakelijkheid eener tweede oper
atie.
Wel is bij de eerste eene aanzienlijke
hoeveelheid kwade stof uit het gezwel ver
wijderd, maar-het schijnt niet zeker, of het
mogelijk geweest is daarbij ook het «ap
pendix" van den blinden darm zelf weg
te nemen, met de weefsels, die de kiemen
bevatten van verder gevaar.
De eerste operatie blijkt geschied te zijn
in 's Konings eigen kamer, door Sir Fran
cis Treves. De andere geneeskundigen
waren tegenwoordig. Na afloop werd de
Koning naar zijn slaapkamer overgebracht
en zoodra hij tot bewustzijn kwam vroeg
hij naar «George", den Prins van Wales,
die den ganscheu ochtend in angstige
spanning ten paleize gewacht had.
Koningin Alexandra houdt zich weer
kloek in de treurige omstandigheden. Zij
verzorgt den Koning als een trouwe, lief
devolle gade.
In de Parijsche «Matin" wordt bij deze
gelegenheid de anecdote opgehaald die
waar schijnt te wezen, daar de hoofd
persoon er dezer dagen zelf aan herinner
de dat voor ongeveer 20 jaren aan den
toenmaligen Prins van Wales door eene
beroemde Parijsche waarzegster werd voor
speld, dat hij eenmaal Koning zou worden
wel is waar, maar nooit een Kroon zou
dragen.
Aan die anecdote moet, gelijk gezegd is,
Koning Edward dezer dagen zelf hebben
herinnerd, toen dr. Barlow hem vóór een
paar weken onderzocht, en wel met de
half lachend, half ernstig gesproken woor
den «De volgende week zullen we die
waarzegster eens logenstraften
«Nu,er zijn 90 kansen tegen 100",
zou toen de geneesheer geantwoord heb
ben, «dat zij reeds op dit punt gelogen
straft is
Koningin Alexandra wordt: gezegd altijd
een zwaar hoofd in het groote feest te
hebben gehad en haar eerste woord was
dan ook, toen haar van het noodzakelijk
uitstel bericht werd«Heb ik het niet
gezegd, dat er iets tusschenbeide zou ko
men
Zoolang mogelijk heeft de Koning zich
tegen het «gaan liggen" verzet, zijne ge-
neesheeren soms dwingend, tegen hun zin,
hem middelen te geven om op de been te
blijven. Maar ten slotte brak hem dat
natuurlijk op.
De geneeskundige autoriteiten te Parijs
zien 's Konings toestand zwaar in, op grond
van de omstandigheid, dat, naar het schijnt,
Z. M. ook aan suikerziekte lijdt.
Koning Edward, zoo verhaalt de «West
minster Gazette" nam de beslissing der
geneeskundigen, dat hij geopereerd moest
worden, zeer kalm op.
Maar, «operatie of geen operatie, ik wil
het volk niet teleurstellen. Ik moet naar
de Abdij gaan".
De Koning was blijkbaar volstrekt niet
bevreesd voor de pijnen, welke hij zou
moeten lijden. Hij was op dit oogenblik
voornamelijk vervuld van onuitsprekelijk
leedwezen over een feit hetwelk, naar hij
wel wist, een bittere teleurstelling voor
zijn onderdanen zou zijn en hun groote
schade zou berokkenen.
Het uitstellen der kroningsplechtigheid
is, zooals men ban begrijpen, voor velen
75.
Stil en verrukt zat Magdalena naast
hem Herbert vond den avond vermoei
end, het offer dat hij gebracht had te
groot en nimmer deed hij het weer.
Mei ging voorbij, de Londenaars keer
den terug naar hunne landgoederen, vreem
delingen vertrokken. Het verborgene en
langzaam verbleekende echtelijke geluk had
Herbert niet verhinderd, alle vermaken die
de winter aanbood, ten volle te genieten
en overal was hjj bevoorrecht en met on
derscheiding behandeld.
Talrijke uitnoodigingen op het land be
wezen dit, de aan dochters rijke huizen
deden vooral hun best, menige rijke erf
dochter lachte hem veelbelovend tegen,
menige moeder moedigde hem op ondub
belzinnige wijze aan.
Voor het eerst werd hij zich bewust, dat
hij zich boeien had aangelegd voor zijn
gansche leven, dat in lang nog geen uit
zicht bestond, om den vurigen droom te
verwezenlijken en Magdalena openlijk als
zijne gade te erkennen. Minder dan ooit
kon hij de toelage zijns ooms ontberen niet
alleen, maar in weerwil dier toelage maak
te hij nieuwe schulden. Hij zelve leefde
schitterender, dan de grootmoedigheid van
graaf Wolf dit bedoeld had en Magdale-
na's kleine huishouding, hoe bescheiden
zij ook was in hare eischen, vorderde even
eens eene zekere som, waar niet op gere
kend was. Maar juist omdat het einde
dezer toestanden niet te voorzien was,
kwam het niet in hem op, Magdalena's
ontberingen te deelen of haar de diepe
eenzaamheid te verlevendigen en te ver-
vroolpen door veelvuldige bezoeken.
Wel liet hij haar de bedenkingen niet
merken die na de vervlogen betoovering
ontnuchterend op hem werkteneens bij
haar, was hij juist doordat hij haar zoo
weinig zag, nog immer onder den invloed
harer bekoorlijkheid. Maar ver van haar
verwijderd, was hij niet in staat, ook zelfs
eene enkele verzoeking te weerstaan.
Hij nam de uitnoodigingen aan, voor
zoover zijn tijd hem dit veroorloofde, hij
ging en liet haar alleen en zij zag hem
na zonder klagen, zij beproefde nog te la
chen, al brak haar het harte van wee.
Nu verliep de eene dag na den anderen
en hij kwam niet; zij zocht al haar geest
kracht bij elkander, ernstig beproefde zij
de uren te korten door geestelijke bezig
heden, zich te vermoeien door lichamelijke
werkzaamheden, want ook de slaap werd
haar ontrouw en in plaats van dien slaap
kwamen gedachten, vreemdsoortig en droe
vig en die gedachten hielden hare oogen
open en beklemden haar hart.
Vaker dan voorheen zocht zij nu een
voorwendsel om inkoopen te doen, zij had
het zoo gaarne gehad, dat zonder hare
schuld Constanten, die trouwe vriend en
raadgever, haren weg eens gekruist had.
Daaruit kon niets kwaads ontstaan, hij
was hen beiden gegeven, haar en Herbert
en men kon zoo goed op hem rekenen
Maar geen vriendelijk toeval kwam haar
te hulpe en de belofte door haar gedaan,
om in de verborgenheid af te wachten,
werd zij niet ontrouw. Aan één ding ech
ter kon zij geen weerstand bieden, zij nam
de bloemen, die een kinderhandje haar
over de tuinheg aanreikte en vergrootte de
opening in het bloeiende boschje, opdat zij
het kleine ding er door zou kunnen trek
ken aan haar hart. Hoe innig sloot zij
het iu de armen, hoe teeder kuste zij den
kleinen mond.
Plotseling werd het haar duidelp, wat
haar hart verlangde. Een kind, een kind,
zoo weerklonk de kreet van haar verlan
gen en ik zal rp zp en gelukkig
Een goeddoend God had dien wensch