De nrplntsii fler Kermis. Mij is de wrake! No. 704. Woensdag 25 Juni 1902. 11" Jaarg. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig 4e district. FEUILLETON. II it i: s k e s II e ond WK wai ij ze te o A B 0 N N E M E N T. Per 3 maanden ƒ0.51), franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.826, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement, lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Ikit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIIXUMAV te Breskens. o Men heeft van verschillende zijden ons Bdvies gevraagd over het voorstel van den heer H. Weijkman tot verplaatsing van de kermis. We stellen voorop, dat we aan het ad- ïies een tamelijk breede studie van deze kwestie hebben doen vooratgaan en zoo doende gelegenheid hadden de zaak van alle kanten te bezien. De verzamelde stof hebben we geklas- sificeerd in vijf afdeelingen, en wenschen, ten einde te komen tot een ge makkelijk overzicht achtereenvolgens te behandelen a. de kennis in het algemeen te dezer het b. de Zondag-kermis en haar ontstaan: c. de aanleiding tot de algeheele af schaffing <f. de grondslag der afwijzing van adres, en e. het thans aanhangige voorstel. i Wat het eerste punt betreft, zal wel niet in herinnering behoeven gebracht te wor den, dat de kermis meermalen aan schom melingen onderhevig is geweest. Ze heeft blijkbaar moeite gehad om zich eenigszins staande te kunnen houden, op welk tijdstip ze ook plaats vond. We hoorden dat ze vroeger weid ge houden ten tijde van Pinksteren, dat ze daarna is verplaatst naar de tweede week na Pinksteren en ze dus viel tusschen de kermis van Aardenburg en Sluis Wijl ook deze periode haar niet de noo- dige levenssappen kon schenken, werd ze bepaald op de week vóór die te V lissin - gen, in de meening, dat, als de kermissen hier in het Kanton afgeloopen zijn, de kramen enz., die naar Vlissingen gingen eerst Breskens zouden aandoen. Het is evenwel gebleken, dat ook deze maatregel niet ten volle geholpen heeft, want dat nog heel wut onze gemeen e voorbij trekt; ook is de vaste tijd waarop de kermis ten onzent plaats vindt, soms oorzaak dat verschillende inrichtingen niet hier konden komen, omdat de kermis in andere plaatsen in de buurt, waar deze tijd zich regelt naar de Pinksteren, tege lijk met Breskeus viel. In elk geval heeft men in de laatste ja ren van onze kermis niet kunnen zeggen, dat ze druk bezocht werd, noch door de ordinaire etablissementen, noch door be zoekers uit de omliggende gemeenten. We gelooven niet te veel te zeggen, als we beweren, dat onze kermis kwijnde. Uit dien hoofde, waren de verdiensten, overigens verbonden aan volks-sainenkom- sten niet bijzonder. Die omstandigheid, gevoegd bij de min der ernstige levensbeschouwing, die men over het algemeen in het district is toe gedaan, heeft er toe geleid, dat de Zon dag-kermis is ontstaan. Dit tweede punt onzer beschouwing, wenschen we thans nader te bezien. Men kan weten uit ons artikel »Ge- ineente-politiek", dat de naamZondag- kermis niet de juiste is, want de kermis duurt slechts tot Zaterdagavond 12 uur. Het einde was voorheen veel later, doch, vermoedelijk ter tegemoetkoming aan som- ruiger gemoedsbezwaren, is de laatste ker mis avond reeds enkele uren ingekrompen. L)e vergunning, die door den Burge meester is verleend tot voortzetting van de kenuis-vermakelijkheden op den Zondag, onmiddellijk op de kermis volgende, en eerst van kracht is, als alle godsdienst oefeningen zijn afgeloopen, is niet perma nent. dat wil zeggen, niet voortdurend, doch moet telken jare worden aangevraagd en wordt verleend op voorwaarde, dat bij storing der orde de vergunning wordt in getrokken, hetzij voor alle, hetzij voor en kele herbergen. Voor zoover ons bekend, is die vergun ning nimmer ingetrokken. De heropening der kermis-vermakelijk- heden gaf alzoo aan dien Zondag den naam Zondagkermis Zij heeft tot gevolg gehad, dat velen in den avond naar onze gemeente kwamen en het zeer drukke bezoek inderdaad dat der drie voorgaande dagen verre heeft over vleugeld. Te onderzoeken of de opengestelde ge legenheid tot kermis houden velen heeft verlokt herwaaits te komen, dan wel of de neiging van het gros om tot ontspan ning naar Breskens te komen voedsel heeft gegeven aan de vraag om de vorenbeschre- ven vergunning, is vrijwel overbodig. De zoogenaamde Zondag kermis is een voldongen feit. En we kunnen veilig aannemen, dat de grief, die meerderen, vooral tegen die ver makelijkheden op Zondag hebben, de aan leiding is geweest om de afschaffing der kermis te verzoeken. Zij wier levensbeschouwing in strijd is met het beginsel en de werkelijkheid de zer vermakelijkheden en bedacht zijn op eigen en anderer maatschappelijk- en zie- le-heil, wenschten, Ier bevordering daarvan, de kermis, die door hen wordt beschouwd als een bron van ellende, afgpscbaft te zien. Althans deze gronden werden aangege ven in het bewuste adres. De onderteekenaars van dat adres wil den alzoo de bevolking helpen afleiden uit eene bedding, waarin ze rneenen, dat het volk in geen geval op een goed pad is. In hoeverre die bezorgdheid door het meerendeel op prijs wordt gesteld, laten we in het midden. Men weet dat de Gemeenteraad het adres voor kennisgeving heeft aangenomen, en dat de heer Weijkman, als wethouder ver klaarde instemming met het voorstel van Burgemeester en Wethouders te betuigen, omdat de maatregel daarin aangegeven hem te ingrijpend voorkwam om daarop in te gaan. De grondslag waarop de afwijzing be rustte, was dus voor een zeer groot ge deelte vervat in het motief dat de heer Weijkman aangaf, om welke reden hij te gen de inwilliging van het adres was. Daaruit kan men opmaken, dat hij niet was tegen de strekking van het adres, maar wel dat hij huiverig was voor de gevolgen, die eene aanneming na zich zou de kunnen sleepen. Als vertegenwoordiger der ingezetenen, en dus mede van het overgroote deel, dat 74. Zoo werd de begeerte om Constantjjii te zien weldra overheerscht door verlangen naar zijn vertrek en reeds was zijne af reis zoo nabjj, reeds waren met Herberts medewerking de laatste uitrustingen klaar, toen Constantijn ziek werd Ontstaan met lichte koorts nam de ziek te, die hij zelve zoo licht geschat had, weldra een ernstig karakter aan en eer nog het schip uitliep, was reeds de typhus bij hem uitgebroken. Op zijn eigen verlangen in het Duitsohe hospitaal gebracht, ontbrak het hem noch aan verpleging, noch aan deelneming zijn oude vader was uit Duitschland overgeko men, Herbert, die besmetting vreesde, liet minstens iederen dag naar hem vragen en Magdalena's gebed steeg eiken avond vol diepen ernst ten Hoogen. Wekenlang was zijn leven in gevaar, eindelijk zegevierde zijn krachtige natuur. Maar na eene zoo ernstige ziekte wilde hij de vermoeiende reis naar het vasteland niet ondernemen, des te minder, daar er in het huis zijns vaders, die sedert jaren weduwnaar was, geene genoegzame vrou welijke verpleging te vinden zou zijn. Hij bleef vooralsnog in de hem lief geworde- ne inrichting, knoopte met den arts aan wien de Duitsche collega bijzonder belang inboezemde, eene voortdurende kennisma king aan en nam eenige maanden later na zijn herstel, de betrekking over van een adsistent-arts, die deze betrekking neerlegde. Dit scheen hem, nn zijn plan om te reizen verijdeld was, de eenvoudigste ma nier toe, die hem beviel, om bezigheid te hebben, totdat Theresa's beslissing aan zij ne plannen eene bestemde richting zou geven en zonder zoodoende aan huis ge bonden te zijn. Wat Herbert betrof, dit besluit was hem onaangenaam. Het viel hem niet zoo licht den vriend zijner jeugd in te leiden in de Engelsche kringen, als dit in Duitsch land het geval was en hem in te leiden in zijn huiselijk leven, dit moest hij voor al les vermijden. Dit was oorzaak dat de wegen der vrienden steeds meer uit elkan der liepen en dat het Herbert mogelijk was zijn geheim ongestoord te bewaren. Op den winter volgde de lente en de zomer. Magdalena was nu veel in den kleinen tuin, die bij het huis behoorde, zij ademde begeerig de zachte lucht in, bloe men en groen verkwikten haar oog en nochtaus werden hare wangen bleeker en keken hare schoone oogen ernstiger. Somwijlen ging zij rijden, of deed zij vergezeld van hare dienstbode kleine in- koopenverder verbrak niets hare een zaamheid. Zij had er niet meer naar ver langd, Herbert te zien te midden van het schitterend gezelschap waartoe hij behoor de en waarvoor zij niet bestond. Toen hij haar rijtuig voorbij vlood op zijn vurig ros, zonder haar te groeten, zonder slechts door een blik zijner oogen te verraden dat hij haar kende, toen kromp haar hart in een van ongekende smart. Hare door tra nen verduisterde oogen volgden de ruiters en rijderessen, tot hunne fladderende klee- ren er. de wapperende sluiers der dames voor hare blikken verdwenen waren en hun vroolijke lach haar niet meer in de ooren klonk. Naar huis, naar huisDit verlangde zij met de onstuimigheid van een kind en tevergeefs noemde zij zichzelve een dwaas en zeiden dat het niet anders kon noch mocht zijn. Ook het genot om goede muziek te hooren viel haar slechts een maal ten deel. Alleen kon zij de opera niet bezoe ken en het stond Herbert tegen, wat iii

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1902 | | pagina 1