l' r de inwonenden van den polder zijn er tegen en als die het belang niet inzien dan moet de gemeente ook niet subsidiëren. Ook is deze verharding niet noodig omdat de boeren door verharde wegen met Sluis en Aardenburg zijn verbon den. De heer De Bruijne heeft als lid van het Polderbestuur niet ge aarzeld deze zaak te verdedigen ter plaatse waar hem dit nuttig voorkwam. Destijds is door dezen polder subsidie verleend voor de verhar ding van den weg van Kruisdyk naar Heillezelfs is door het Gemeentebestuur daarvoor een subsidie toegekend van ƒ250 's jaars gedurende 30 jaren. Heille heeft van dezen weg zoodanig ge profiteerd, dat als 't ware een nieuw Heille is gevormd. Ook in deze weg zag spr. een belang voor Sluis, en als de eigenaars in dien polder niet voor deze verharding zijn, dan komt dat, omdat zy niet voldoende of niet goed op de hoogte zijn gebracht. Het zou hem spijten als de raad deze aan vraag niet ondersteunde door sub- sidiëering, want zonder dien steun van de gemeente voorziet hij ze ker dat de wegsverbetering niet tot stand komt. De heer Sanders die zich reeds in beginsel als voorstander van een subsidie had doen kennen, vroeg nader naar den geest die in den polder heerscht nopens deze zaakwant het is in dezen voor de bepaling van zijn stem van belang te weten of de polder deze wegsverbetering verlangt of niet. Indien dat zoo zoomaar is, dan zou hij moeilijk met deze aanvraag kunnen meegaan. Wel is het verzoek in den vorm alsof het ern9t is, maar als de stemming op de poldervergadering dat niet ten volle uitwyst en zy die in den polder wonen niet bij zonder belang stellen in deze weg, dan maakt hij voor zich bezwaar zijn stfem aan het subsidie te ge ven. De heer De Bruijne deelde me diging bestaat, welke het vergund is, de plaats aan te vullen, die ons door het lot is aangewezen. Duizend en nogmaals duizend draden binden ons aan het wel en wee der overige menschheid, al leen dwaze zelfzucht kan die dra den vaneen rukkenvoldoe aan de vorderingen, die het leven u stelt en dit leven zal u beloonen tot aan gene zijde des grafs met het schoone en sterke bewustzjjn eener trouwe plichtsbetrachting. Zy is mij zeer dierbaar, de zachte verstandige jodin, om wie mijne hoofden mij zooveel bittere woorden gezegd hebben. Zij is eene zeldzame vrouw, in ieder op zicht waardig eene christin te zijn. Denkt gij, dat mijn beroep mij minder waard en minder hei lig is, omdat dit de hinderpaal is, om haar de mjjne te noemen (Wordt vervolgd.) de, dat 12 of 13 leden zich vóór, en 3 of 4 zich tegen de verhar ding van den weg verklaarden ter- wjjl 6 of 7 personen zich ont hielden. De heer Zonnevjjlle zeide, dat we in een nieuwe eeuw leven in eene die wjjst op verbeteringen op verschillend gebied, ook op dat der verkeersmiddelenook deze aanvraag bevordert verbetering zoodat hij voor het voorstel van B. en W. is. De heer Stern beschouwde de aanvraag eveneens alleszins ge grond. De heer De Meijer bleef zich tegen de subsidiëering verklaren. De voorzitter meende, dat als de raad ooit een gemeentebelang had te behandelen, het ditmaal is Alle wegen die op onze gemeente uitloopen en verhard zijn, zijn verbeterd door onze tusschenkomst. Met de bewuste wegen is dat even zoo en het is daarom dat B. en W. met vrijmoedigheid het voor stel tot subsidiëering hebben ge daan. Aangezien uit eene mededeeling van den heer De Bruijne bleek, dat 20 jaar onvoldoende zou zjjn, werd dit cijfer veranderd in ten hoogste 30 jaar en overigens ƒ175 's jaars. Dit voorstel werd aangeuomeu met algeraeene stemmen op 1 na, die van den heer De Meijer. Als wethouder werd benoemd de heer J. C. Stern met 5 st.1 stem was uitgebracht op den heer Zonnevylle en 1 briefje was in blanco. De heer Stern, die deze betrek king reeds tijdelijk had waargeno men verklaarde de benoeming te aanvaarden, onder dankzegging voor het vertrouwen dat de leden in hem hadden gesteld, die op hem hunne stem hadden uitge bracht. Hij hoopte naar zijn beste ken nis en wetenschap de plichten de zer betrekking waar te nemen. Zoowel door den voorzitter als door de overige leden werd hij met zijne benoeming geluk ge- wenscht. kelijk was op te heffen. Immers eene verplaatsing van uit de buurt der R. C. Pastorie was in het belang der reukorga nen dier bewoners, maar de ver plaatsing naar een meer verwij derde plaats tastte dat orgaan voor andere ingezetenen weder aan. Was men dus niet gebaat bij eene algeheele opheffing van het bezwaar, dan was de Raad met het oog op de groote onkosten niet verantwoord tegenover de ge meente. Eene verlegging van de situatie was zeker niet in het belang der gemeente-financiën, ook niet met het oog op bestaande cerfituten. De minderheid in de commissie vertegenwoordigd door den heer De Meijer, was sterk voor eene verplaatsing van den put, met gloed werd dit door hem verde digd, ja het scheen zelfs alsof de aanwezigheid van eenig publiek hem nog meer aanvuurdde, doch de voorzitter moest heiu er toe bepalen, dat bij het doen van ee nig voorstel, dat financiëele ge volgen na zich sleepte waarin bij de begrooting niet is voorzien, de voorsteller ook de middelen moet kunnen aanwijzen, waaruit die uit gaven zullen worden bestreden. Nu deze zaak van verschillende zjjden was bekeken, en als niet- voorkomende op de agenda, werd zij, onder dankzegging aan de commissie voor hunne gedane moeite naar B. en W. verzonden, om in eene volgende vergadering te worden behandeld. Daarna werd de zitting geslo ten. kon het verzoek mitsdien behan deld worden. Bovendien als nu een besluit wordt genomen, dan is dat een sterke factor voor de aanvraag bij de provincie. De heer De Jaeger gaf te ken nen dat dan tevens met het be sluit in de poldervergadering, die op 6 Juni wordt gehouden, reken ing kan gehouden worden. De voorzitter heeft er in dit geval geen bezwaar tegen het adres te behandelen. Alleen kan thans geen voorstel van B. en W. verwacht worden. Aan de vereeniging ter bevor dering der gemeente-belangen werd voor het onderzoek naar de moge lijkheid tot pensionneering van het korps gemeente-ambtenaren ƒ5. toegekend. Naar aanleiding eener in de vo rige zitting gedane wenk door den heer Maenhout tot de vestiging der aandacht van Burg. en Weth. op de Stads-zinkput, had de voor zitter eene commissie benoemd ten einde te onderzoeken in hoever het mogelijk was maatregelen te beramen tot opheffing van het be zwaar van den verspreiden stank. Door den voorzitter dier com missie de heer Zonnevijlle werd thans eene teekening overgelegd tot mogelijke verplaatsing van dien put. Lang en breed werd daarover gediscussiëerd, maar het bleek dat het bezwaar waarnaar een onder zoek was ingesteld, niet gemak IJzendijke, 26 Mei. In de he den gehouden voltallige zitting van den Gemeenteraad, werd na dat enkele ingekomen stukken zijnde kennisgevingen der goed keuring op genomen raadsbeslui ten, lezing gegeven van een ver zoek van het Bestuur van het Waterschap Eiland en Brandkreek om een subsidie ad ƒ100 's jaars gedurende 20 jaren, strekkende tot mede-delging van het provinciaal renteloos voorschot benoodigd voor de verharding van wegen in dat Waterschap. De voorzitter stelde voor dit verzoek, 't welk wegens te late ontvangst niet op den convocatie- brief kon geplaatst worden aan te houden tot een volgende vergade ring. De heer De Jaeger zou gaarne zien, dat het nu kon behandeld worden, dan zou zulk besluit van invloed kunnen zijn op de aan vraag van het renteloos voorschot bij de Provincie. De heer Carpreau meende dat, wjjl de Prov. Staten eerst in Ju li vergaderen, er alleszins tijd is, omdat de raad vóór dien tijd toch nog wel eene zitting zal houden. De heer Hendrikse bracht in herindering dat destijds is beslo ten geene punten in behandeling te nemen, die niet op het oproe pingsbriefje voorkomen, indien niet alle leden tegenwoordig zijn. Thans is dit wel het geval en De heer Hendrikse beaamt dit laatste doch meent dat de raad ook wel individueel zijn meening over dit punt kon zeggen. De heer Carpreau zou gaarne in beginsel uitgemaakt zien, dat alle polders, die om gemeentelijk subsidie voor dit doel vragen, toe lage zullen genieten, indien daar bij het locaal belang der gemeen te betrokken is. Het is in het verschiet dat ook voor een der wegen loopende naar Biervliet en naar de haven aldaar subsidie zal worden gevraagd. Bijna zeker zal die verleend wor den, omdat ze twee gemeenten verbindt. Ook de onderhavige wegsverbeteringen genieten zijn sympathie, maar vindt het wel wat gewaagd nu reeds a bout portant te besluiten in den geest van het verzoekde raming is wel ruim ƒ33000, maar bij de aanbesteding kan dat wel eens 5 a ƒ6000 minder zijn. In die verhouding zou later het bedrag der subsidiên kunnen bepaald worden. De heer Hendrikse begon met te wijzen op bet verschil in pol ders ir, hunne verhouding tot de gemeente. Destijds is aan den Oranjepolder een zeer groote som als subsidie toegekend daarbij zijn we uitgegaan van de overweging, dat deze verbetering niet alleen was ten bate van de inwoners van dien polder by 't verkeer naar de havens te Breskens en Hoofdplaat, maar met dat naar deze gemeen tevoorts zijn dat ingezetenen die wel helpen de lasten der ge meente dragen, doch niet in de lusten deelen. Van den Eilandpolder kan niet hetzelfde getuigd worden die in woners gaan met al hun verdien sten naar België. We kunnen wel een blijk van sympathie geven, doch dit mag toch niet geschieden door al te groote Jasten te leggen op de schouders der ingezetenen om die van de eigenaren van den polder te ontlasten. Hij vindt om die reden de ver houding van het subsidie aan den Oranjepolder tegenover het nu ge vraagde niet gelijk. Waar voorts elders vroeger om subsidie is aan geklopt, is het vreemd dat bij de gemeente zoo laat het verzoek is ingediend hij gaf dhr De Jaeger den raad diens polderbestuur een compliment te maken voor de wei nige haast, die het zelf gemaakt heeft en voor de groote haar,Lien het nu van de gemeente verlXerd Dhr. De Jaeger wees er "[ling deze verharding eveneens de binding van twee gemeenten oogt als waarop de heer Ca: doelde, nl. St. Kruis en IJ ke. Verder voerde hij nog aan, Eilandpolder ƒ88 subsidie aan den tram waarvan hij minste nut heeft. Daarna werd zonder hoofd stemming besloten een subsi verleenen op een nader te be bedrag. Op het door ne slagers g( verzoek tot wijziging van en 6 der vlecsch-verordening, overeenkomstig het advies van >sm keurmeester, die de artt. niet zwarend vond, afwijzend bescl Leert de praktijk dat ze ne*00'1 lig werkt, dan zullen B. en niet nalatig zijn, wijzigingen te stellen. Door vertrek van den gem. wachter werd besloten de jaa de voor den nieuwe te bepal ƒ425 en die van marktmeestei ƒ10. Dhr. Hendrikse wenschte betrekkingen niet absoluut te binden. Voorheen was de bode tevens marktmeester, blijken dat de nieuwe titularis onhebbelijk mocht zijn als die zich ook als veldwachter wel onmogelijk had gemaakt,jer8 hebben we altijd het heft in den hem deze betrekking te nemen. Daarna ging de zitting ovi comité-generaal. tl jngei Bij irz: ge ui <i i ha ists Re. jslai Iroei Hij Jiplo rege lostl bede let loui rraj S tin; rerj '01 1 Sluis, 25 Mei. De heden houden algemeene vergaderin maatschappij tot bevordering Ooft- en Tuinbouw in het k Oostburg werd bijgewoond do gewone en 5 bestuursleden. Door den voorzitter, de heel G. Hammcaher werd medeged. dat van den minister van Wi staat, Handel en Nijvrabeid missieve was ingekomen hou kennisgeving te kunnen beschil)lus over de rijksbijdrage ad. lSjje, ten behoeve van den snoeic en dat deze som bereids is vangen. Als lid van het bestuur met 28 stemmen herbenoemd! heer J. A. Neeteson te IJzend| voorts waren 4 stemmen ui bracht op den heer P M. Dikj berg te Zuidzande, 1 op de lm S. W. Weisfeit te Aardenburg M. Lucieer te Oostburg, terej briefjes blanco waren. Onder dankzegging voor ht hem gestelde vertrouwen, nan heer Neeteson de herbenoei aan. Bij de uitreiking van de dij ma's zeide de heer Hammacbei het 't Bestuur groot genoegen reeds een derde snoeicursus einde gebracht te zien inet dergelijk succes, dat aan 6 7 leerlingen het diploma kot gereikt worden. Dat pleit in de eerste voor den cursus en den 1 Vo ke rei mi di' ee de or n VI 'T(

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1902 | | pagina 2