m lij is de wrake! M tolhui rapport. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor liet voormalig vierde District. No. 687. Woensdag 23 April 1902. 11" Jaarg. ida iod 1 J Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ;s: FEUILLETON. aad d,fl rvLiK ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. R E S h E S C II E COURANT, ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Adverteutiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Bit blad verschijnt eiken Binsdng- en Vrijdagavond bij den uitgever C. IHEIVMAV te Breskeus. hote ding )11S Door den bekenden generaal De Reij is aan president Kruger rapport uitgebracht, dat we der juistheid en der merk waar- ENS, jheid wille, in zijn geheel op- ien De generaal schrjjft van Decem- r1901 Ik meen, dat gedurende den af- open tijd er vee! licht op on- donkeren toestand is gewor- en acht het mijn duren plicht geen moeite te sparen, ten lie u dit rapport toe te zenden te doen weten hoe het nog onze Republieken en ook met Kolonies gaat, in verdere af- ühting van wat mijn Regeering die van den Oranje-Vrijstaat lllen doen. Mijn Regeering en die van den anje-Vrijstaat zijn bereid Bals zij ook aan Lord Kitche- hebben te kennen gegeven, voor hun recht te strijden tot bitterste einde, en er is geen rake, tot nog toe, bij ons om oigeu vrede te stuiten, waarbij onafhankelijkheid der beide tpublieken niet erkend wordt, sook die van onze Kolonische oeders, die hun lot met ons :bben ingeworpen. Ons land ligt in een puin- loop. Men vindt niets meer dan de muren van gebouwen, behalve waar ook déze met dynamiet wer den opgeblazen. Bij die vernie ling is niemand uitgesloten. Zoo wel de eigendommen van neutra len als die van de burgers die ge sneuveld zijn, en ook van de krijgs gevangenen die vandaag op de eilanden zitten, en van de wedu wen en weezen, die alle zijn ver- uield. Kerken, pastorieën eu scholen worden ook niet gespaard. In mijne afdeeling zijn de dor pen Wolmaransslad, Bloemhof, Schweizer-Reneke en Hartebeest- fontein, die niet d ior den vijand bezet gehouden werden, geheel af gebrand. Zoo is het in den Oranje-Vrij staat en ook in de Oostelijke di stricten der Zuid-Afrikaansche Re publiek, waar Generaal Botha is. II. Ons vee is alles weggeno men. En waar het niet kon ver voerd worden, werd het bjj elkaar gekeerd en doodgeschoten of met sabels en messen doodgestoken. De ongeleerde paarden worden in kialen gejaagd en daar op el kander doodgeschoten en waar zij in het wild grazen, worden de born-maxims op ze gericht en wor den ze afge maaid. III. Sedert bet graan in de aarde gelegd was, werd het door vee vernield of opgevreten. En waar het groot is trekken er laa gers naar de verschillende plaat sen en worden de soldaten en Kailërs van den vijand bij hou derden uitgezonden om het ge zaaide af te kappen met sikkels of het met bosschen en takken te vernielen. De reeds geoogste voorraden werden in brand gesto ken. IV. De behandeling van de vrouwen en kinderen, die arme, weerloozen, is werkelijk de zwart ste bladzijde van dezen oorlog. In het begin werden eerst onze vronwen, die in de dorpen woon den, bij honderden gevaugen en naar de verschillende commando's uitgezonden. Nadat wij overal vrouwenkam pen hadden opgericht, waar onze vrouwen en kinderen verzorgd werden, kwam er weer een veran dering in het gedrag van den vij and en werden onze vrouwen op de plaatsen gevangen, en nadat daar alles verbrand was, werden zij soms weken lang op trolleys met de laagers samengevoerd. 's Nachts werden die vrouwen dan om de laagers geplaatst als een bescherming tegen een nacht-aan val van onzen kant Maar toen de vrouwen dat gewaar werden, begonnen zij te vluchten en wer den door den vijand achtervolgd. Zoowel grof geschut als klein- geweer is toen op onze vrouwen gelicht. Soms werden ze dan weer gevangen en alles wat zij bezaten werd in brand gestoken. Vervolgens werden zij dan in kampen geplaatst De vrouwen, die, in haar eigen woningen, in de dorpen woonden, werden van daar vervoerd naar verdere plaat sen en in tenten gebracht. Maar van die vrouwen-kampen komen altijd, bij honderden, de zoete boodschappen Bekommer u niet over ons, maar vecht door voor uw land". Vele vrouwen zijn al gedood door kogels en andere door de el lende waarin zij verkeeren. Mijn eigen vrouw is een derge- uen, die op bevel van Lord Me- thuen haar woning moest verla ten met achterlating van alles wat zij bezat. Zij zwerft nu al 12 maanden rond met haar zes klei ne kinderen. Mijne moeder, een weduwe van al 83 jaren, en al 9 jaren weduwe, werd gevangen ge nomen. Al haar vee is weggeno men. Haar huis werd verbrand, zij zelf is naar Kierksdorp weg gevoerd. V. Betreffende het Roode Kruis. Met onze gewonden gaat het zeer zwaar. Ik had verschillende veld hospitalen opgericht, maar in de meeste gevallen werden die niet door den vijand geërbiedigd, door dat zij er de gewonden wegvoer den er. dan alles verbrandden en ook alle medicijnen en verband- stoffen wegnamen. Zooals bet dus nu is, moeten alle gewonden, hoe bitter ook, vluchten zoodra de vijand nabij komt. Ik heb aanzoek gedaan voor medicijnen, tegen betaling. Maar nog altoos zijn mijn aanzoeken geweigerd. In den loop van den oorlog zijn alle dokters van ons weggegaan. In uiijne afdeeling heb ik slechts een dokter, n.l. dr. Van Reuven- kampff, een Rus, die werkelijk trouw is en veel voor onze men- scben gedaan heeft. Voor zoover mij bekend, zijn er in den Oranje- rijstaat nog slechts twee dokters bij de Burgers, nl. dr. Fourie en dr. van der Poel. V\ ij worden echter bediend door personen, die in het begin als as sistenten bij de dokiers waren eu zij doen bijzonder goed werk. VI. Er is nog een zeer groot aantal burgers onder de wapens, die God door Zijne macht moge staande houden tot bet einde. VII. Wat kleeding aangaat, wij zijn gedeeltelijk met vellen gekleed, anderen dragen stukken van buitgemaakte blokzeilen of tenten, en de groote meerderheid is ook wel met »khaki" gekleed, genomen van tie krijgsgevangenen. Ik kon de onzen hiervan niet terughoudenwant zij zeggen w. Zooals altijd in zulk een geval Jegaf zjj zich met den brief naar taar kamer; nooit liet zij iemand getuige zijn van den indruk, dien ie berichten harer vrienden op taar maakten en zoo kon zij zich wk ditmaal geheel overgeven aan geweldige ontroering, die zich 'W haar meester maakte, en die haar hart met verrukking en ha re oogen met tranen vulde, toen tare sidderende hand telkens en telkens weder aan hare lippen bracht. Het duurde lang, eer zij bare gedachten kon terugbrengen '°t de plichten van den dag, tot bet ontstuimige bloed bedaard vloeide en hare stem vaster ge worden wastoen eerst verscheen zij weder in de ontbijtkamer. Zij deed der gravin met onge wone schuchterheid het verzoek om een verlof van acht tot veer tien dagen. Dit verlof werd ge geven na korte bezinning. De gravin overlegde bij ziehzelve, dat ten tijde der verhuizing Magdale- na het beste gemist kon worden en gaf haar verlangen te kennen, dat het jonge meisje dit verlof niet zoude verlengen. Ik verheng mij, dat gij toch niet zoo geheel alleen staut, als gij het voorstelt, merkte de dame op. Ik maakte daaruit op, dat gjj geen enkele vriendelijke gastvrije plaats op aarde bezat, dan die, welke de jonge schilder u heeft aan te bieden, en daartoe is de tijd nog niet gekomen. Had de gravin opgekeken van het boek, waarin zij verstrooid zat te bladeren, dan zonde haar de verwarring niet ontgaan zijn, die zich teekende op Magdalena's ge laat, want daar zij niet gewoon was iemand te misleiden, deed de bewuste logen een schaduw van schrik en schaamte over hare rei ne trekken te vallen. Het is eene gehuwde vriendin mijner jeugd, die mij uitnoodigt, hernam zij, ik durfde niet hopen dat zij zich mijner nog zou her inneren. Ziet gij wel, men mag niet wan hopen, zeide de gravin. Dus veer tien dagen ik verzoek u, niet langer, juffrouw Göring. Ik zal stipt op tijd terug zijn, mevrouw de gravin. Ligt de plaats aan den spoor weg vraagde de dame nog. Magdalena bevestigde dit en noemde eene kleine stad. Des te beter; ik houd er niet van, dat de gouvernante mijner dochter te ver alleen reist en nu eens deze, dan weder een andere reisgelegenheid gebruikt en in wachtkamers en postkantoren on beschermd toeft. Ik zelve zou daartoe den moed niet hebben, mevrouw de gravin, hernam Magdalen, of de bittere noodzakelijkheid zoude mij moeten dwingen, of een hooger doel mij leiden. En wanneer wenscht gij te gaan vroeg de dame. Als gij het mij toestaat, me vrouw de gravin, dan morgen vroeg. Ik behoef geene bijzonde re toebereidselen voor de reis te maken. Goedinformeer dan naar het vertrek van den trein en laat den koetsier zeggen, wanneer het lij- tuig voor moet zijn. De gravin verdiepte zich weder in het boek en Magdalena ging naar de slaapkamer, waar het klei ne meisje reeds wachtte. Nooit was zij zoo verstrooid geweest als dezen dagde kleine keek haar met verwonderde oogen aan. als zij nu deze, dan gene vraag ver keerd beantwoordde. Eindelijk was de tijd verstre ken, die Magdalena lieden zoo zwaar drukte. Met een gevoel van verlichting nam zij de boe ken bij elkander. Voor lang zeide het kind. Magdalena knikte in gedachten verzonken en keek naar buiten op het landschap, waar de herfst re geerde. Ik ben treurig, omdat gij heen-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1902 | | pagina 1