Mij is de wrake! Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig vierde District. No. 679. Zaterdag 22 Maart 1902. lle Jaarg. Landbouw. FEUILLETON. '••Hl ma. v«o rtü P« leen Al. els, alle S« TS, i. BRESKENSCHE COR A ABONNEMENT. Per 3 maanden 0.5U, franco per post door het geheele llljk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bjj alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 5 regels 25 centselke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond hij den uitgever C. DIIXI'.HA.N te llresheiis. De Woensdagvoormiddag ge houden vergadering van de Afd. Oostburg der Z. Landbouwmaat- schappjj getuigde voor de zooveel- ste maal van weinig belangstel ling der ledenimmers slechts een 40-tal nog niet eens het tiende deel van bet geheele aantal was aanwezig. Naar aanleiding der voorgele zen notulen, waarin o. in. voor kwam de behaudeling eener vraag tot wie men zich moest wenden ten opzichte van het gebruik ma ken van afgekeurde hengsten, deelde de heer Van Oyen mede, dat van wege den minister van justitie aan alle politie-ambten.iren een aanschrijving was gericht om nauwkeurig te letten op het ge bruik van zoodanige hengsten. Door den penningmeester werd rekening en verantwoording ge daan van zijn gehouden beheer; de desbetreffende bescheiden wer - den nagezien door de heeren 1. Risseeuw van Retranchement en L. de Jonghe van Sluis. De rekening werd goedgekeurd in ontvang op ƒ1116.64 en in uitgaaf op ƒ956 40. De aangeboden begrooting be liep in ontvangst ƒ1080.24 en in uitgaaf ƒ783.50, nadat een voor stel van den heer Van Oyen tot bet verleenen van eene subsidie a ƒ10.aan de vereeniging van oud leerlingen van de wintercur- sus. was aangenomen. Naar aanleiding van het in de begrooting voorkomende subsidie a ƒ50 teil behoeve van de keurin gen van éénjarigs stieren, vroeg de heer Luciser waarom ditmaul gee- ne zoodanig, stieren waren opge roepen voor de keuring van 21 en 22 Maart. De heer Roggeband, commissa ris van het Ned. Rundvee-Staui- boek, gaf te kennen, dat ten vo- rigen jare geene eenjarige stieren ter keuring waren aangegeven en dat thans door het Bestuur hem gevraagd was of het Stamboek weder op die subsidie zou kunnen rekeuen, doch waarop hij geen bevestigend antwoord had kunnen geven wijl de vergadering eerst thans daaromtrent eene beslissing zou nemen. Vermoedelijk is om die reden de oproeping achterwe ge gebleven. Ter bevordering van deze keu ring van éénjarige stieren wordt het subsidie gegeven, omdat bet rijks- en provinciaal subsidie is ingetrokken. Thans werd defini tief beslist dat de toegestane ƒ50 strekkeu voor die van het volgend jaar. Het. verslag over den toestand der Afdeeling in 1901 uitgebracht door den Secretaris, werd voor kennisgeving aangenomen. Daarna werd aan de orde ge steld de bespreking der wensche- lykheid van het houden eener paardenmarkt in het kanton Oost- burg. De voorzit, er was van meening dat de vergadering het uiet 't be stuur wel eens zou zijn over de weirschelijkheid tot het instellen van zulk een markt, evenals over de plaats waar die te houden, waartoe als 't ware Oostburg, de aaugewezene is. Meer komt het aan op de tijd wanneer. Ook daarover is men het in het bestuur nog niet eens. De voorzitter gaf er de voor keur aan de markt te houden in het najaar, en wel een 14 dagen voor de groote Brugsche paarden markt. Indien de landbouwers hunne paarden op de markt te Oostburg niet kunnen verkoopen, dan be staat er voor beu nog gelegenheid zulks te doen te Brugge. De heer Roggeband was van oordeel dat een markt zonder koo- pers uiet bestaanbaar ismen moet dus de mogelijke komst van koopers aanmoedigen. Wordt deze markt nu gesteld zoo kort moge lijk voor een der groote markten in de buurt, dan verschaft men de gelegenheid om in éene reis door Oostburg aan te doen en het hier gekochte weer te presenteereu te Brugge dit kan men niet berei ken als deze markt veertien dagen vóór die te Brugge plaats heeft. Over deze beide punten werd een zeer langdurige en vrij ver warde discussie gevoerd met het gevolg, dat aan het Bestuur werd opgedragen in de Mei-vergadering met een bepaald voorstel ter ta fel te komen. Het denkbeeld om 2 markten te houden, en ook eene in de maand Juni werd goedgevonden. Verder werd nog meegedeeld, dat ter aanmoediging van deze zaak door mr. Hennequin ƒ25 beschikbaar werd gesteld, terwijl het bestuur een voorstel meende te moeten doen ƒ100 uit de kas t. bestemmen voor premiën, ter ondersteuning van de markt en eveneens nader te bepalen. Ten slotte bracht de heer J. van de Sande een woord van dank en hulde aan het Bestuur dat op alle wijzen tracht den landbouw vaa dienst te zijn, thans weer voor het instellen van een paar- den-markt, welke zaak inderdaad van groot belang is voor onze landbouwers. Hij hoopte daarom dat allen de pogingen van het Bestuur zouden waardeeren door het oude denkbeeld »een goed paard wordt op stal gezocht" te laten varen, en met hunne paar den naar Oostburg komen. Het gaat niet aan om het eerste jaar zulk eene hooge verwachting te koestereu, maar als het getal aangevoerde paarden beduidend is, dan krijgt de markt naam en ko men er koopers. Daarom, da han den ineen geslagen en deze poging door eene algemeene deelneming ondersteund. Eindelijk werden nadat daar over driemalen was gestemd, als afgevaardigden ter vergadering van het hoofdbestuur benoemd de heeren L. B. Sturm en A. A. de Smet, reap, met 20 en 18 van de 38 stemmen, en als hunne plaats vervangers de heeren J. de Bruij- ne met 27 en L. J. Roggeband met 24 van de 38 stemmen. Door den heer A. Luteijn Pz. 49. Een zeldzame, half spottende, half smartelijke uitdrukking ver toonde zich op het gelaat van den joodschen zaakwaarnemer; zwij gend boog bij. Nu, waarom staat gij zoo vol gedachten, Ruben, hebt gjj nog iets op het hart vroeg de graaf, die reeds naar zjjn hoed gegrepen had. Niets, heer graaf, wat hierop betrekking heeft. Zoo leef dan welgroet Esther van mjj, haar niet gezien te heb ben. Den volgenden brief moet gjj naar Genève zenden, aan mij- men broeder schrjjf ik vandaag. De heer Ruben ging, nadat hij den voornamen cliënt tot aan de huisdeur uitgeleide had gedaan, nogmaals zijne werkkamer voorbjj naar de bovenverdieping, waar zich zjjne huiskamers bevonden. In een klein, sierlijk woonver trek bleef hij staan luisteren toen alles stil bleef, opende hij de deur van eene groote woonkamer, waar in eene jonge dame zat te lezen. Eerst wierp zjj een snellen blik op de pendule en vervolgens op de binnenkomende. Zoo vroeg, vader? vraagde zy, is er iets bjj- zonders gebeurd Hij trad nader en legde de hand op baar hoofd. Het is reeds twintig jaar geleden, Esther, maar het komt mij heden weder voor den geest op eene zoo buitenge wone ure. Het was een gezegen- den dag, waarop men mij het dochtertje in de armen legde en ter wille van dat uur heb ik ge willig het leed gedragen, dat volgde. Ik wensch u geluk mjj- ne dochter, moge de Heer u be hoeden. Zy was opgestaan en legde ha ren arm om hem heen. Ik dunk u, vader, zeide zij een voudig, moge ik leven tot uwe vreugde. Tot m jj n e vreugde vraagde bjj met lichten twjjfel, ook niet tot vreugd van anderen Zeker, vader, maar als ik u vol doe, gaat het andere van zelve. Voor u bestaat niets onwaars, noch onedels. Gjj ontwjjkt, Esther het is ver bazend, welke vorderingen gij maakt in de kunst, om stellige vragen met algemeenheden te be antwoorden, zeide hjj. Gij zjjt in waarheid eene advocatendochter. Hij doorliep de kamer en bleef' staan voor een tafeltje, waarop voor een bouquet eene plaat lag. De scherpe oogen van den ouden man herkenden het dadelijk. Spi noza zeide hij verwonderd, hoe komt dat portret hier is het een geschenk voor heden Bedaard bevestigde zjj die vraag. De beer Lenz gaf het mij on langs. Dat is een eigenaardig geschenk, zeide hij hoofdschuddend, even vreemd voor den gevar als voor de ontvangster. Ik dacht dat een christeljjk predikant, zooals de hier heerschende orthodoxe rich ting dien verlangt, zich hooghar tig daarvan moest afwenden en voor u kan hij toch slechts de af vallige jood zjjn, die met alles brak wat zjjnen vaderen heilig was. Toch niet, vader, hernam zij terwijl zij de ernstige oogen strak op hem vestigde, voor mij is hjj de uitvisscher en denker, die aan zjjne verkregen overtuiging alles opofferde, wat anders het leven veraangenaamtwelke die over tuiging heilig hield boven alles, boven iedere herinnering en iede re verzoeking die het voorbeeld gaf van een edel, vlekkeloos le ven. Eeuwig behoort hjj ons toe, want zijn sterke en diepe geest is toch ontkiemd op den bodem van streng joodsche leer en zeden. Dat hjj machtig en groot geworden, de ketenen verbrak, die een heilzame teugel zjjn voor ons, dat hjj de fakkel der vrjje gedachte boog hield en ons in de mogeljjkheid stelde hem te volgen, zoover het licht reikte voor ons bloote oog, dat is geen vernedering.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1902 | | pagina 1