lle Jaarg.
Mij is do wrake!
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor het
voormalig vierde District.
No. 677.
Zaterdag 15 Maart 1902.
Suikerbieten.
FEUI-LLËTON.
BRESKENSCHE COURANT,
ABONNEMENT.
Per 3 nmanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.628, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIE N.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Hit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. IHtlDID te Breskens.
O
Door den Bond van Suikerfabri
kanten in Nederland is den mi
nister van financiën gewezen op
den nood waarin de suikerindustrie
hier te lande verkeert en ZExc.
tevens voorziening gevraagd door
de heffing van een invoerrecht van
ƒ5 voor ruwe en ƒ8 voor geraf
fineerde suiker per 100 K.G.
Daardoor, zegt de Boud aan de
oneerljjke mededinging van het
buitenland het hoofd te kunnen
bieden.
Deze surtaxe behoeft slechts te
gelden voor 1002, wijl de te Brus
sel gehouden Suikerconferentie heeft
bepaald dat de premien van de
zijde der regeeringen aan de Sui
ker-fabrikanten verstrekt, met 1
Sept. 1903 zullen vervallen in die
landen, welke aan de conferentie
hebben deelgenomen.
Die premiën zullen evenwel on
middellijk weer verleend worden
als na de proeftijd van 5 jaren
mocht blijken, het stelsel bij de
conferentie aangenomen, niet guns
tig te werken.
Nederland zal dat niet doen.
Daarom was het beter, dat het
premiestelsel geschorst in plaats
van afgeschaft was.
De aan den minister gevraagde
surtaxe zal aanleiding geven dat
door den minderen invoer de prijs
van de suiker eenigszins zal ver-
hoogen en wel 2 of 4 centen per
K.G.
Nu meent de Bond, dat dez.
kleine verhooging voor de Neder-
landsche verbruikers van suiker
geen aanleiding zal zijn suiker te
willen blijven koopen beneden den
kostenden prijs om daardoor zijn
huishoudelijke begrooting met en
kele kwart- ot halve guldens te
willen verlichten ten koste van
een industrie die zoovelen brood
geeft.
Bij afschaffing van alle directe
en indirecte premies staan de om
standigheden voor alle fabrikanten
in het binnen- en buitenland vrij
wel gelijk en voelt de Bond zich
sterk genoeg om den strijd met
eer en succes aan te gaan.
Over dit verzoek van den Bond
tot heffing van dat invoerrecht
loopt het oordeel uiteen.
De loop der gebeurtenissen van
de suikerindustrie in zijn geheel
te schetsen is wellicht een over
bodig werk. Wie onzer kent haar
niet, zooals we die in eene om
geving, waar aan die productie
heel wat gedaan wordt, doorleven.
Hoevelen verdienen daaraan niet
een goed stuk brood, en volgen
uit dien boofde met belangstelling
de huidige crisis.
Er is verklaard dat de Suiker
industrie voor den landbouw een
weldaad is, en tevens dat het ver
meerderen der productie van 31
tot 200 millioen K.G. per jaar
daarvoor voldoende bewijs is.
In de goede jaren herinneren
we ons, dat onder den werkmans
stand te onzer plaatse ongeveer
ƒ9000 werd verdiend bij de sni-
kerbieten-cainpagne; dat gold enkel
het ontladen der tram- en andere
wagens en het laden der schepen.
In evenredigheid van den aan-
en het vervoer in andere eind-
plaatsen in ons district waren die
verdiensten daar evenhoog.
Als men nu nagaat wat in onze
gemeente in het vorige jaar min
der werd verdiend, doordien een
belangrjjk deel van het vervoer
dat vroeger via Breskens geschied
de, thans over Sluis plaats vond,
dan behoeft men niet te vragen
welk een nadeel de betrokken
werklui zouden ondervinden bij
den geheelen ondergang van de
Suiker-industrie.
Maar deze werklui staan niet
alleen als de bij deze industrie
betrokkenen. Er zijn nog wel
even zoovele andere die werkzaam
zijn bij het botten en het laden
der bieten te velde, die natuurlijk
evenzeer den terugslag zouden
ondervinden.
De landbouwers zelve kunnen
desnoods wel buiten den bieten-
verbouw, maar het loonende bij
een eenigszins redelijken prijs van
dsze cultuur, schijnt toch bij het
meerendeel de voorkeur te genie
ten boven den verbouw van an
dere producten.
Bij totale onmogelijkheid van
het aanwenden van de bietencul
tuur moet worden omgezien naar
een wisselbouw, die weer eenige
tijd noodig heeft om ingevoerd te
worden.
Onwillekeurig doen zich ver
schillende vragen op naar aanlei
ding van het verzoek van den
Bond.
Zoo heeft de heer Heerma van
Voss, voorzitter van dien Bond
reeds enkele beantwoord in eene
expresselijk daartoe belegde ver
gadering te Goes.
De surtaxe, aldus verklaarde hij,
zou reeds dit jaar van invloed zijn
op den contract-prijs.
De prijs van ƒ9 die thans in
Zeeuwsch-Vlaanderen besteed wordt,
is een gevolg van de extra-pre
mie k ƒ5, die de Belgische re
geering den fabrikanten geeft,
waardoor deze ook 50 ct. meer
kunnen aanbieden.
Het stilleggen van een tiental
suikerfabrieken is niet een stille
overeenkomst ten doel hebbende
later toch te werken, doch alleen
om een geldelijk verlies te voor
komen.
Of het nu te verdedigen is dat
de Regeering het invoerrecht heft
Het is natuurlijk in de eerste
plaats de vraag of het gewenscht
is, dat deze cultuur kan bljjven
bestaan En we meenan, dat er
voldoende reden zijn, geljjk we
dan ook aantoonden, die het voort
bestaan wenschelgk maken.
Indien dan de toestand is, zoo
als die door den heer Heerma van
Voss is geschetst, dat de over
vleugeling van de buitsnlandschen
aanvoer de binnenlandsche fabri
catie als 't ware dood zal druk
ken, dan zou men zeggen dat de
natie voor haar eigen nijverheid
toch wel iets zal over hebben om
die in stand te houden.
Nu moge men het voorstellen
dat de fabrikant groote gelde] jj ka
voordeelen bij de bieten heeft be-
47.
Ik heb geen zoon, die hem doet
voortleven, ik moet dit aan mij
nen neef overlaten, ging hjj voort
met een lichten zucht, maar ik
verlang dat zulks op waardige
wijze geschiedt. Ik heb kort ge
leden toevallig in het familiele -
ven van mijnen broeder een die
peren blik geslagen, dan mij ooit
is vergund en ik heb de overtui
ging gekregen, dat hij, in weer
wil van mjjne voorzorgen met ver
legenheden te kampen heett. Haal
uwe schouders niet op, Ruben, ik
weet wat gij wilt zeggenHij
kon, ja hij moest eigenlijk welge
steld zijn. Maar de opvoeding van
een zoon kost in onze omstan
digheden geld, veel geld zelfsde
vergeeflijke wensch, om den eeni-
gen zoon. die tegelijkertijd de
laatste drager van den naam Wan-
gerloh is, in eenen dezen naam
waardigen stand te plaatsen, heeft
mijnen broeder offers gekost, die
ik, billijkerwijze, verplicht ben
met hem te deelen, daar het niet
alleen de eer van zijnen, maar ook
die van mijnen naam is, die Her-
bert moet ophouden. Ik heb on
derzoek gedaan naar mijn neef en
helaas gehoord, dat hij in schul
den 'zit. Ziet gjj te weten te ko
men hoeveel die schulden bedra
gen het overschot van het laat
ste jaar moet tot voldoening dier
schulden worden gebruikt.
De procureur werd driftig, maar
de eerbied deed hem zwjjgen. Al
leen zeide hjj, het is een groote
som, heer graaf.
Zeker Ruben, zeide de graaf
lachende en daar het spaarpen
ningen zijn, die ik voor m jj z e 1-
v e n had bestemd, .zoo zal deze
verandering niet zeer in uwen
smaak vallen. Maar toch moet
het zoo gebeuren. Het is mjj om
vele redenen lief, dat mjju broe
der voor zjjnen zoon een staat
kundige loopbaan verkiest boven
den hofdienstzjj biedt zjjne be
kwaamheden een ander veld aan.
Het bevalt mjj ook, dat mjjn
broeder den moed heeft, met zoo
weinig middelen voor zjjn zoon in
te staan en in Herbert acht ik
het, dat bij te trotsch was, om
het noodanker eener rjjke partij
aan te grjjpen. Een man, die
zjjne persoonlijke vrijheid ver
koopt, is die vrjjheid niet waard.
Als men nu echter zoo gelukkig
is, om Herbert van zjjne schulden
te bevrjjden. is dit evenwel niet
toereikend voor hem, om in Lon
den overeenkomstig jjjnen naam
te kunnen leven. Om dit moge-
ljjk te maken, zal ik zjjne in
komsten moeten verhoogen.
De procureur keek zeer ver
wonderd tot hem op, een zicht
bare tegenzin sprak uit zjjne trek
ken. Mjjnheer de graaf heeft
slechts te bevelen, zeide hij even
wel. Hoe hoog en voor hoelang
moet de aanwijzing zijn
Wellicht evenals toen, ten tijde
van TannenseeTot op betere
tjjden
De graaf lachte harteljjk. Ru
ben, uit dezen bitteren spot spreekt
eigenljjk alleen uw toorn. Wjj
zullen het ditmaal iets voorzich
tiger aanleggen en ons zeiven de
beslissing voorbehouden, wat men
betere tjjden noemt. Voorloopig
zal Herbert voor zichzelven eene
toelage van drie duizend thaler
van mjj ontvangen, die echter bjj
een huweijjk of voorloopige ver
hooging zjjner jaarwedde vervalt.
Wees maar tevreden, Ruben, ik
heb werkelijk de beste getuigenis
sen, ten opzichte van zijne be
kwaamheden gekregen. Hjj moet
een ongewoon begaafd mensch
zjjn, wel gerechtigd naar een hoo-
ger doel te streven en daarom
heb ik besloten, evenals eens bjj
zjjnen vader, de dwaasheden zjj
ner jeugd over het hoofd te zien
en hem het pad te effenen tot
eene gelukkige toekomst.
Hjj is de laatste die mjju naam
draagt dat is eene eigenaardig
weemoedige gedachte voor mij,
eene aanmaning, om den laatsten
loot van dezen eens zoo trotschen