Mij is de wrake! Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig vierde District. No. 675. Zaterdag 8 Maart 1902. lle Jaarg. Arbeiders. FEUILLETON. BRGSKENSCIIG COURANT, ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Kijk ƒ0.55, voor België ƒ0.02®, voor Amerika ƒ11.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents; elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Itit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond hij den uitgever C. DltlIJDI.l.V te iireskens. O —O— II. We zeiden, dat door regletnent- eering niet de gewenschte natuur lijke verhouding te verkrijgen is. Des ondanks gelooven we toch dat het wenschelyk is, als voor beide partijen meer rechtszekerheid bestaat. Want juist .ie scherpte en het gespannens van eene verhouding kan aanleiding geven tot wille keur. Nu kan men het hoogst onbil lijk noemen, dat een werjtgcv.r zijn arbeiders «gedaan" geeft, waar door het mogelijk is, dat enkele of meerdere gezinnen broodeloos worden, maar het kan ook even onbillijk zijn, als wederkeerig de werklieden op een gegeven oogen- blik huu patroon in den steek la ten. Daartegen te waken zou het doel van reglementeering zjjn en men heeft vaak aangedrongen op het ontwerpen en in werking stellen van arbeidscontracten. De meermalen geopperde wensch om daartoe te geraken geeft dui - delijk aan, dat men dan maar per sé de scherpe forinuleering van beide partijen verlangt. Is het mogelijk, dat dit de toe standen kan verbeteren Ter onderzoeking van die vraag, behooreu we een blik om ons heen te slaan. Het is bekend, dat het dienst personeel te platte lande gehuurd woidr voor een bepaalde tijd, het zij voor een half, hetzij voor een heel jaar. Op gezette tijden, worde het gevraagd voor een volgend tijd perk weder te blijven, indien men van die dienslen opnieuw gebruik wenscht te maken. Verlangt uien dat niet, dan wordt zulks niet weder gevraagd, en dat niet «opnieuw-vragen" is voor den dienstknecht of -maagd ten teeken, dat ze zich elders kun nen verhuren. Verlangt men daarentegen naar een andere dienst, dan volgt op de vraag naar een opnieuw-inhu- ren een ontkennend antwoord. In beide gevallen dus heeft men vroegtijdig gelegenheid zich op nieuw te voorzien. Die vaste regel werkt zeer goed, zoolang men met weinig of al thans niet teveel dienstpersoneel werkzaam is, uiaar zoodra zich dat wat uitbreidt, en men met ver schillende bestanddeelen te doen krijgt, schijnt die algemeene regel niet meer in gebruik te zijn. Toch vinden we haar goed. En deze kleine voorproef van stil zwijgende gereglementeerde ar- beids overeenkomst, werkt inder daad gunstig. Daar tegenover staat wel, dat de aldus gelegde band een knel lende is, en dat zoowel werkge ver als werknemer het hoegenaamd niet samen kunnen vinden, maar ook daarvoor zijn geneesmiddelen. Men kan tusschentijds zoowel zijn dienst verlaten als doen ver laten, indien eenerzijds het geheele of gedeeltelijke loon wordt prijs gegeven of het anderzijds in die mate wordt uitbetaald, althans in het laatste geval voor een tijdperk van zes weken vooruit wordt ge geven. Voor zoover we weten bestaat zulk eene regeling voor de fa- brieks- of losse arbeiders niet, en is er dus verschil tusschen die van het platteland en van d. ste den Vaste en algemeen geldende bepalingen voor beide categorieën, zoudeii dus minder gewenscht zijn, vooral niet ouidat beider verhou dingen niet gelijk zijn. We zijn begonnen niet er op te wijzen, dat men aan de arbeiders medezeggenschap in de fabriek zou willen verleenen. En we zeiden, dat daartegen bezwaren bestaan. De patroon of de baas is en blijft de verantwoordelijke |iersoou, loopt de risico van het werk en behoort dus niet aan het hoofd van, maar boven de arbeiders te staan. Zelfs indien de natuurlijke ver houding een bereikbaar ideaal was, zou medezeggenschap buiten de grenzen van het recht vallen. Zelfs die toekenning zou niet kunnen verhinderen, dat er ge schillen ontstonden, en indien de ze aanleiding mochten geven tot ontslag, hetzij het gegeven, hetzij het genomen werd, zou de moge lijkheid van een kwaad gebruik te maken van de administratieve en andere gegevens, niet uitgesloten zijn. Hoeveel wordt al niet uit huis gezinnen ver- en oververteld De openlegging van die gege vens aan concurrenten maakt me- de-opzeggenschap onmogelijk. Hoewel we meerdere rechtsze kerheid wederzijds gewenscht ach ten, komt het ons toch voor dat de aandacht, die meer en meer aan den arbeidersstand geschonken wordt, harerzijds niet altijd op de rechte waarde wordt geschat. Het vele dat voor den werkman gedaan wordt en vaak beschouwd wordt als een soort van plicht van de meergegoeden, terwijl het op treden van sommige werklui wel eens van weinig waardeering ge tuigt, is ook weer een gevolg van gebrek aan het beginsel der na tuurlijke verhouding. In hoevele gevallen staan de werklui nog verheven in onafhan kelijkheid boven de middenstand. Het is wel goed, dat ze op de been worden geholpen, en we keuren de voortdurende medewer king ter bevordering hunner be langen niet af, maar daarop aan spraak te willen maken als een recht, wil er bij ons niet in. Ieder, voor zoover hij niet door de fortuin is begunstigd, draagt het bevel in zich om «in het zweet uws aanschyns zult ge uw brood eten" en uit dien hoofde heeft ieder de dure plicht dat be vel op te volgen. De rechten hebben de menschen en vooral zij, die zich opdeden als vrienden van den werkman, er bij gehaald. IJl 45. Mijne geliefde, mijne geliefde riep hy uit, overweldigd door het zoete vertrouwen waarmede zij toeluisterde als een kind wees de myne in eeuwigheid Harts tochtelijk wilde hij haar in de armen sluiten, maar had hij on- voorzichtiglijk zelve het geweer aangeraakt dat tegen den boom aan stond, was het omgevallen door zijne onstuimige bewegingen had de haan den knoastigen boom stam aangeraakt het ontbrand de met een donderknal, zoo hard, dicht by Magdalena's wang, dat het den schijn had, of zij getrof fen was. Een tweevoudige kreet weer klonk door de lucht en was het eerste bewijs dat beiden leefden. Maar doodsbleek, met gesloten' oogen en onbekwaam om antwoord te geven op zijne vragen, hing het meisje in Herberts armen. Hij hield baar hoofd met zijne han den vast en streek hare lokken achteruit, hield haar van zich af, om te zien of zij ongedeerd was en nam haar liefkoozend in zijne armen, bij de snelle wending van schrik en geluk. Eerst toen hij zag, dat er volstrekt geen reden tot bezorgdheid was, dat zij zich slechts meest herstellen van den schrik, legde hij haar hoofd op zijnen schouder om haar te laten rusten. Zij bleef zwijgen, de schoone oogen gesloten, maar plotseling sprong zij op een warme drop pel viel langs hare wang en de hand, die hem wilde wegwisschen, werd rood gekleurd. Gij zijt gekwetst, o mijn God gij bloedt, riep zij uit. buiten zichzelf van schrik, gij zorgt slechts voor mij en bemoeit u alleen met mij en ik laat dit toe, waar g ij hulp behoeft Herberts lichte grauwe jacht- vest toonde aan den schouder een donkere vlek en toen hij zijn zakdoek daartegen drukte, was die in korten tijd druipnat van het bloed. Hij had de lichte pyn niet geacht bij zijne bezorgdheid voor Magdalena en ook nu nog ver loochende hij ziohzelve om haar gerust te stellen. Zoo trotsch en schuchter had zjj het jonkvrouwelijk geheim be waard en wat verlaugen noch be geerte gedaan hadden, dat deed de angst dezer ure. Onbelemmerd als een krachtige stroom, kwam de liefde te voorschijn en overtrof Herberts stoutste hoop. Niet sterven, niet sterven riep zij uit, terwijl zij op de knieën viel, nu niet terwjjl de dag aan breekt. Ik was niet trotsch, noch koud terwijl ik mij van u af wendde, vlood mijn hart u tege moet, want ik was steeds de uwe en ik begeer niets, dan uwe lief de 1 Als een duizeling greep hem aan, toen hij met den gezonden arm het schoone schepsel ophief maar weldra viel het koude, be daarde licht der beradenheid in de gouden nevelen, die zyne zinnen omfloersten. Hij was in weerwil van zijne gloeiend vlammende hartstocht een koude, berekenende natuur, die haar voordeel waar neemt. De overwinning was hem gemakkelijker gevallen dan hij gehoopt had, nu kwam het er slechts op aan er party van te trekken. Het doet geen pijn, zeide hij en al veroorzaakte liet mijnen dood, na deze bekentenis geeft het mij het leven. Ik zal heengaan en de wonde door Constantiju laten on derzoeken, het is gewis maar een licht schampschot. Maar ware het een paar duim dieper geweest en had het dit ontstuimige hart doen stilstaan zou het dau uwe lief de hebben medegenomen, Magda- leua V Voor immer, zeide zij. Eu zal die liefde mij bijblijven, ook al verlaat mij het geluk, zal zij niet twyfelen, waar zij niet begrijpt, zal zij volgen, ook waar zij weg kent noch doel vroeg

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1902 | | pagina 1