Mij is de wrake!
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor het
voormalig vierde District.
No. 661.
Zateadag 18 Januari 1902.
lle Jaarg.
Buitenland.
Binnenland.
FEULLLETON.
i!in:sknsini; courant.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIËN.
Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents.
Oroote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief'.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAA te Breskciis.
Er is zoo weinig nieuws uit
Transvaal, dat zelfs Kitchener
niets weet te melden hetwelk de
moeite waard is.
Het belangrijkste, dat kan mee
gedeeld worden, is, dat de beslis
sende slag teu opzichte van de
Boeren weldra zal geleverd wor
den, opdat de oorlog uit is vóór
de Kroningsfeesten van Koning
Eduard zullen plaats hebben.
Een vrij bepaalde tijd dus; om
tot dit ongewone wapenfeit te ko
men, moeten de nieuwe troepen,
die uit Engeland zullen komen,
dienen, en zullen ter bevordering
van dat doel van versche paaruen
worden voorzien, die thans reeds
te Bloemfontein worden samenge
trokken.
Dat is alles, maar naaa hqt ons
voorkomt, voor de Engelschen
ruim voldoende om zich daarop
te prepareeren. Geen wonder dus,
dat er nu geen oorlogsnieuws is.
Zou er iets haperen tusschen
oom Edward en neef Wilhelm
Eerst, heette het dat de Keizer
in eigen persoon de Kroning zou
de bijwonen, doch thans is be
paald dat 's Keizers broeder, prins
Heinrieh als vertegenwoordiger van
den Keizer zal gaan.
Anderzijds leest men dat de
Prins van Wales, die stellig te
gen 27 Jan. 's Keizers jaardag
zou komen vieren, heeleinaal niet
naar Duitsrhland komt.
Tevens is aan de wedcrzjjdsche
gezanten te Londen en Berlijn
een langdurig verlof verleend,
eene omstandigheid die in ver
band met de hiervorengenoemde
mede de aandacht trekt.
Voorts verneemt men nog dat
Keizer Wilhelm den vice-admiraal
Baron von Senden Bibron naar
Londen heeft gezonden om Koning
Edward een eigenhandigen brief
te overhandigen en dat de Koning
den Baron in particuliere audiën
tie ontving.
Nu nemen de Duitsche bladen
deze zaken vrij kalm op, maar
niettemin moeten toch voor een
en ander redenen bestaan en in
verband met de bijzondere verhou
ding die tusschen de Hoven te
Berljjn en Londen bestaat, zijn
deze omstandigheden toch teeke
nend.
We zullen in de toekomst zien
of deze teekenen ongerustheid voor
de Engelschen behoeven te baren.
De uitgewekenen, die te Johan
nesburg zijn teruggekeerd, de mijn
eigenaren en speculanten ten be
hoeve van wie de oorlog werd
begonnen, blijken volstrekt niet
tevreden over het Britsche bestuur.
Volgens The Financieel Times
wenschen velen den goeden ouden
tijd van President Kruger's Re
geering terug, met de verklaring,
dat zij »Krugerisme verkiezen bo
ven Kitchenerisme".
Het ergert hen, dat de krjjgs-
wet te Johannesburg strenger wordt
toegepast dan in de kuststeden.
Zij zijn verbitterd tegen het
militaire bestuur en spraken zelfs
van Lord Kitchener als van een
Boerenvriend.
De toestand had bedenkelijk
kunnen worden voor het Britseh
gezag, als Lord Milner niet was
gekomen en het gevaar had afge
wend.
Het gevaar zou echter volgens
hem, opnieuw kunnen rijzen, als
niet de rijks-regeering bij het
eischen van b.lastingen meer te
rade gaat met de wenschen der
Johannesburgers en afziet van de
overdreven milde bepalingen om
trent het toezicht op den inlan
ders-arbeid.
»Een dergeljjke tusschenkomst
van de rijks-regeering", zeide h^
szou alleen tengevolge hebben,
dat de loyale Britten zich met de
niet-loyale Hollanders vereenigden
tegen de regeering".
»Dat is een gewoon argument
der loyalen", merkt Daily News
aan Toen er voor den oorlog
gevaar was van een minnelijke
schikking op den grondslag van
een stemrecht na 5 jaren, verzet
te Lord Milner zich daartegen op
grond van de ontevredenheid, wel
ke daardoor onder de loyalen ver
wekt zou worden.
En nu wordt van diezelfde zij
de met opstand gedreigd als de
loyalistische mannen van zaken
niet alles krijgen wat zij verlan
gen.
De ontvangst door H. M. de
Koningin en Z. K. H. den Prins
van autoriteiten, officieren van
land- en zeemacht en particulieren,
Woensdagavond ten Paleize, droeg
niet den officieelen stempel bij
dergelijke gelegenheden gebruike
lijk.
Al wat militair was droeg na
tuurlijk uniform, maar de burger
lijke audiënti-gangers behoefden
niet in ambtsgewaad te verschij
nen, zelfs niet in den deftigen
zwarten rok met witte daswan-
delkleeding was voldoende.
De Koningin, in een blauw
middagtoilet, ontving de heeren
gezeten op een stoel en liet geen
hunner voorbijgaan zonder hem te
hebben aangesproken of het een
en ander te vragen in verband met
de qualiteit waarin zij werden
voorgesteld.
De Prins ontving tegelijkertijd
en stond, in marine tenue, naast
den zetel zjjner Gemalin.
Ter audiëntie waren o. a. de
heeren Jhr. Mr. W. H. de Sa-
vornin Lohman, de jongste Raads
heer in den Hoogen Raad, en de
nieuwbenoemde Secretaris-Generaal
bij het Departement van Buiten-
landsche Zaken, Mr. Hannema.
Voorts de nieuwe leden van den
Gemeenteraad, de heerenVan
Ginkel, hoofd-commies ter gemeen
te-secretarie B. Blok, de in No
vember j.l. gedecoreerde jubilaris
in de Pers.
In de SI. Crt. brengt de mi
nister van financiën ter algemee-
ne dat als kantoren waar de Ne-
derlandsche pasmunt, mits voor
niet minder dan vijftig gulden
voor de zilveren en tien gulden
voor de bronzen, kan worden in-
31.
Ik had destemeer reden daar
voor, toen Theresa's oude bedien
de, die den volgenden morgen van
het klooster naar beneden kwam,
in de eerste vertwijfeling uitriep
Haar bloed kome over u, want
om u is het vergoten.
Ik gevoelde diep berouw, dat ik
niet lang reeds was heengegaan»
mij brandde de grond onder de
voeten. Een onbeschrijfelijk ver
langen maakte zich van mij mees
ter, een verlangen naar buis en
naar Magdalena naar het hart,
waaraan ik mag rusten, naar de
zoete rust en het vreedzame ge
luk, dat hare nabijheid schenkt.
Maar men liet mjj niet heen
gaan dokter Wangen en d« goe
de Signor Tommaso, die zich ten
eersten male hulde in eene dok-
torale waardigheid, die hem zeer
grappig stond, protesteerden erns
tig daartegen en Signora Lorenza
verpleegde mij zoo vol geestdrift,
om mjjne zoogenaamd verloren
krachten weder te doen terugko
men, dat Wangen vaak paal en
perk daaraan moest stellen.
Men had Theresa's vader, den
heer Stein, van wie tot dusverre
opvallend weir.ig sprake geweest
was, per telegram het ongeluk be
richt en den vjjfden dag kwam
hij uit Frankrijk aan.
Nooit zal ik den indruk verge
ten, dien deze man op mij maak
te, toen hij, vijf dagen gefilterd
door den doodsangst, dat hij zijn
kind wellicht reeds verloren had,
verlost werd door het woord: Ge
red
Ik weet niet, wat hij tot mjj
zeid», in allen gevalle iets, dat ik
niet verdiende, want hjj weende
aan mjjne borst als een kind.
Maar dit alleen was mjj duide-
ljjk had ik werkeljjk iets daartoe
bjjgedragen, om Theresa's leven te
behouden, dan verloor deze daad
hare waarde, als ik haar ook niet
den vrede teruggaf en dat was al
leen mogeljjk, als ik spoedig heen
ging en wel zoo ver, dat zij mjj
uit het oog verloor en daardoor,
zooals dit bij kinderen altijd bet
geval is, ook uit het hart.
Ik zou dit aan niemand kun
nen zeggen, dan aan u, daar gjj
weet, dat ik geen jjdele dwaas
ben. Na eenige dagen hield Wan
gen mjj niet meer terug, hjj vond
het zeer natuurlijk, dat ik heen
ging, maar hjj verbood mjj, af
scheid te nemen, dan voor korten
tjjd, om iedere aandoening te voor
komen. Wat Theresa betrof, kon
ik gerust gaan, zij was buiten al
le gevaar en herstelde zichtbaar.
Voor ik vertrok, ging ik ook
naar haren vader om afscheid te
nemen. Hjj is een indrukwekken
de persoonljjkheid, wien men met
groote achting behandelt. Waar
om hij, Duitscher en protestant,
kind in een Italiaansch klooster
laat opvoeden, is mjj niet duide-
ljjk, terwjjl bovendien ook zjjne
persoonljjkheid omgeven is duor
iets geheimzinnigs, hoezeer ook
Signora Lorenza dat zoekt looche
nen.
Mij boezemde hjj nog meer be
langstelling in door de omstandig
heid, dat ook hjj Tannensee kent.
Want toen ik, om afscheid te ne
men, zjjne kamer binnentrad, zag
ik op zjjne tafel een brievenpor-
tefeuille, op wier omslag zich van
binnen eene nette aquarel bevond,
waaronder te lezen stondTan
nensee.
Ik beschouwde de teekening
oogenschjjnljjk slechts met een
kunstenaarsblik, maar inderdaad
hoe gespannen Ach, geen
kunststuk had mjj meer behing
kunnen inboezemen, dan het stuk
je grond, waarop zjj leeft.
Ik vroeg hem, of hjj Tannen
see kende en hjj bevestigde dit
kortaf en onverschillig en deed
mij nu van zjjn kant vragen, die
mjj beletten terug te komen op
de betrekking, die hjj wellicht op
dit oord heeft, des te minder daar
hjj. in den loop van het gesprek,
óf opzetteljjk, óf toevallig de por
tefeuille gefloten had.