Mij is de wrake! 1, Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig vierde District. I No. 659. Zaterdag 11 Januari 1902. lle Jaarg. *9 Binnenland. FEUILLETON. 18711 nspej clhun ns.' vooi t hei BRISK ENSCHE COURANT, ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. By alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 5 regels 25 cents elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Adverteutiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. RIKKKII t.\ te Breskens. per Herhalingsonderwijs. De St. Crt. No. 6 bevat een Kon. besluit van 21 December jl., houdende rege len ter uitvoering Tan art. 45bis der wet tot regeling van het La ger Onderwys, laatstelyk gswjj- rigd by die van 24 Juni 1901 (St. bl. No. 187.; Deze regelen betreffen het her- kalingsonderwjjs, waaromtrent o. i. het navolgende wordt vaatge- iteld Binnen tien dagen na den aan vang van eenen cursus voor her- halingsonderwys zendt het ge meentebestuur aan den districts- en aan den arrondisiements-school- opziener, binnen wier ambtsgebied dat onderwijs gegeven wordt, eene opgave van de plaats waar en van de vakken waarin herhalingsonder- wijs wordt gegevenalsmede van de namen en voornamen der onder wijzers, met aanduiding van de vakken waarin en van de dagen en uren waarop door ieder hunner dat onderwys wordt gegeven, zoo mede van de akten van bekwaam heid, die zjj bezitten. Voor on derwijzers, die onderwys geven in vakken waarvoor geen wettelijke skten van bekwaamheid te ver krijgen zjjn, wordt melding ge maakt van de machtiging tot toe lating, bedoeld in artikel 45bis sub 2°. der wet tot regeling van het lager onderwys. Van elke verandering, geduren de den cursus voorkomende, doet het gemeentebestuur eveneens bin nen tien dagen mededecling. Jaarlijks in de maand Januari zendt het gemeentebestuur aan den districts-schoolopziener, binnen wiens ambtsgebied het herhalings- onderwys is gegeven, eene opgaaf van de uren, waarop door ieder der verschillende onderwijzers in onderscheidene vakken en in to taal in het afgeloopen kalender jaar herhalingsonderwjjs gegeven H. De districts-schoolopziener ver zendt die opgaven, na accoord- bevinding, binnen veertien dagen, aan Gedeputeerde Staten der pro vincie. Jaarljjks in de maand April doen Gedeputeerde Staten aan den Minister ten aanzien van elke ge meente over het afgeloopen dienst jaar opgaaf lo. Van het aantal openbare lagere scholen, bezocht door leer lingen, die na afloop van hun schooltyd voor herhalingsonderwys in aanmerking komen; 2o. van het maximum aantal lesuren, hetwelk voor Rijksbijdra ge in aanmerking komt, met aan duiding, of dit getal door Gede puteerde Staten ingevolge het voorlaatste lid van artikel 45bis der wet tot regeling van het la ger onderwijs is vastgesteld 3o. van het aantal lesuren, ge durende hetwelk herhalingsonder wys is gegeven 4o. of voldaan is aan het be paalde bjj art. 45bis sub. 1 en 2 der wet tot regeling van het la ger onderwys, en 5o. het bedrag, dat als Rijks bijdrage voor het geven van her halingsonderwys in aanmerking komt. De Minister regelt het juiste cijfer van het bedrag, waarop el ke gemeente over het voorafgaand dienstjaar als Rijksbijdrage voor het doen geven van htrhalings- onderwys aanspraak heeft, nadat de opgaaf, bedoeld in artikel 4 van dit besluit, bij hem zal zjjn ontvangen. In den loop van 1901 zijn van het Koloniaal Werfdepot naar Oost-Indië uitgezonden 865 mili tairen, bestaande uit 712 Neder landers, 107 Duitschers, 14 Bel gen, 23 Zwitsers, 6 Oostenrijkers, 1 Deen, 4 Luxemburgers en 1 Hongaar, terwijl naar W.-Indië zijn vertrokken 62 militairen, waaronder 60 Nederlanders en 2 Zwitsers. Met de mailbooten derMaatsch. Zeeland werden in 1901 vervoerd 99.182 reizigers, tegen 94.943 in 1900. Het goederenvervoer was echter in het afgeloopen jaar belangrijk minder dan in 1900. De llaarl. Crt. schrijft »Tot tweemaal toe is in 1901 de muntstempel der bronzen cen ten gewijzigd. Was de eerste wijziging geen verandering ten goede, van de tweede kan dat wel worden ge zegd. Indien men twee centen van de beide uitgiften 1901 met elkaar vergelijkt, is het verschil groot. De leeuw is veel duidelij ker en sierlijker geworden, o. a. in de pooten, de manen, den staart; -de blokjes en de lijnen van het blauwe veld zijn fijner geworden, de letters van het randschrift en het jaartal zijn fraaier en duide lijker, ook de muntteekens zijn sierlijker. Even gunstige veran dering is gekomen in de voorzijde, zoowel bij den krans als de let ters en het cijfer 1, dat voor den vroegereu plompen een slanker vorm gekregen heeft. Ten slotte merken wij op, dat bij den nieuwen cent ook de over al elders door de Regeering ge volgde spelling is toegepast. Liet men bij jlen nieuwen munt stempel der guldens schoorvoe tend de Y in KO.MNKRY'K val len, de G. werd nog gehandhaafd thans heeft ook deze plaats ge maakt voor de gebruikelijke K." BKKSIü;VS. 10 Januari 1!»02. Op Zuid-Beveland worden pogingen aangewend om een Sme- den-bonif op te richten. Een zoodanige boud bestaat reeds in ons district en ook in Walcheren, alwaar van de 60 smeden 45 zijn toegetreden. Men wil door onderlinge samenwerking gemeenschappelijke belangen be vorderen, door bijvoorbeeld sa men steenkolen te koopen een eerlijke concurrentie in de hand werken, het aantal wanbetalers te verminderen. Bij de Woensdag te Krui- ningen gehouden aanbesteding van Gjj rnoogt niet met mjj twisten omdat ik Rome verlaten heb, daar ik het voorloopig nog niet met Duitschland zal verwisselen. Rome i) niet de eenige plaats, waar de kunstenaar aanbidt, ook Florence en Venetië hebben hare openba ring. En had mjjn eigenbelang my niet voortgedreven, dan toch had mjjn plicht my bevolen te gaan, mjjn plicht jegens de kleine The- rtsa. Door Wangen opmerkzaam daar op gemaakt, zag ik plotseling, dat zjj, ten minste lichamelijk, geen kind meer was en daardoor be schouwde ik ook hare steeds toe nemende genegenheid voor mij, waarvan dit jonge, argelooze we zen zelve het karakter zoo weinig kent, uit een geheel ander oog punt. Ik weet toch, dat ik deze toegenegenheid nooit kan beant - woorden en wil ten minste hande len als eerlijk man..' De lezer hield een oogenblik op en keek Signora Lorenza aan, die met zichtbaar ongeduld met hare van ringen voorziene vingers op de tafel trommelde. De gek, reide zjj, waarom kan hjj dan de liefde van het ar me kind niet beantwoorden, daar hjj zelve zegt, dat zjj schoon is en goed. Verdiend is die liefde niet en het zou geen bespreken waard zjjn, als Theresa geen ver driet had. Gy zjjt onverstandig, Lorenza, zeide de heer Stein toornig, heb ik dan aan doove ooren iets voor gelezen, begrijpt gjj niet, dat deze man zjjn liefde reeds heeft weg geschonken en, zjjn karakter spreekt mij borg daarvoor, voor immer? Gevoelt gjj niet, hoe openhartig en mannelijk hjj gehandeld heeft? Het is hoog tjjd hem ter hulpe te komen en Theresa's gevoelens, die ik niet kende, een andere rich ting te geven, wil mjjn eigen hoop daardoor geen schipbreuk lijden. En nu, hoor verder. Hjj nam den brief weder op en ging voort: »Van dat oogenblik af heb ik Theresa vermeden, haar opzette lijk gekrenkt en ben, toen zij dit alles met roerend geduld verdroeg, hard tegen haar geweest, want een angstig voorgevoel zeide mij, dat ik de opflikkerende vlam in dit kinderhart niet zou kunnen ver stikken. Ik was niet schuldig en toch scheen het mij toe, als be zondigde ik mjj aan beiden, aan Magdalena en aan haar, als ik geen heerschappij verkreeg over haar gevoel. Deze mij opgedron gen schuld verbitterde mij inder daad en in waarheid in plaats van hard te blijven, werd ik kwet send en geraakte steeds verder van mijn doel. Nu gebeurde er iets, dat mij diep trof en dat het hart, hetwelk ik leeren wilde, rustiger te klop pen, bjjna voor immer had doen stilstaan. Dit gebeurde toen ik met dok ter Wangen en een der schilders een ver uitstapje maakte en ik, geprikkeld door hare volharding, met stommen achteloozen groet haar verliet, zonder een woord tot haar te spreken. Doodstil en be- wcegloos bleef zij op hare plaats staan, maar hare oogen, die zich strak en vol verwijt op mij ves tigden en die zich vulden met tra nen van toorn, volgden mij den geheelen dag, over berg en dal. Ik nam mij voor bij onze te huiskomst, vriendelijk tegen haar te zijn en mijn verblijf bij den goeden dokter te verkorten, oni nimmer weder te keeren want het volgend jaar ben ik tehuis bij Magdalena. Eerst laat in den nacht kwa men wij terug en reeds van verre zag ik eene ongewone beweging in huis, want aan de vensters werden lichten heen en weer be wogen en toen wij naderbij kwa men, onderscheidden wij een groep menschen, die pratend en gcsticu- leerend in den voortuin stonden.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1902 | | pagina 1