Binnenland. Gemengd. goed zou doen en gij zult 3- of 4-maal zooveel suiker verkoo- pen als vroeger. Als alle landen hetzelfde doen, zal het te kort, een gevolg van de afschaffing van de belasting (die in Nederland 27 cent per K.G. bedraagt, dat's nog meer dan in België spoedig worden ge dekt. De prijzen bij den uitvoer zul len wel stijgen, de vraag uit het buitenland zal misschien iets min der worden, maar dat verschil met den tegenwoordigen uitvoer zal spoedig en ruim gedekt wor den door grooter verbruik. De beschouwing in het Journal dt Oand eindigt met de volgende vraag Kunnen wij van die bijeenkomst esn uitslag verwachten, zoo geheel overeenkomstig het gezond ver stand En daarop het antwoord Dat zal de toekomst ons moe ten leeren. Ons antwoord luidt Wij vreezen het! De schatkist ten onzent kan den suikeraccijns niet missen, want ondanks hetgeen deze op brengt, worden naar middelen om gezien om de opbrengsten ruimer te doen vloeien. Schoon is 't vooruitzicht dus niet De Minister van Oorlog heeft zijn kennisgeving aan de land macht van het in werking treden der Militiewet 1901 op 1 Januari 1902 er tevens in het bijzonder de aandacht op gevestigd, dat behalve ten aanzien van de boe grootheid van het juarlijksch con tingent en de splitsing van de categorie van ingelijfden bij de militie te land in die voor volle dige en die voor korte oefening alsmede van den duur van den eersten oefeningstijd de bepa lingen der Militiewet 1901 van vonden had in eene burgerlijke familie, als zij dun volstrekt den vreemde in moet, in plaats van bet gelukkig tehuis, dat ik mijne geliefde bereiden wil, ik zie niet duidelijk in, waarom zij moet bekend gemaakt worden met aan spraken en behoeften, die zij zich zelve, ten minste vooreerst nog, in spijt van alle moeite en zorg van mjjne zyde, moet onizeggen. Alleen ter wille van den ijde- len roem, daarna te kuonen zeg gen Dat alles ljjkt mij nietig toe, vergeleken bij uwe liefde Mijn goede Werner, de prijs is den inzet niet waard. In ieder geval echter hebt gij met de bes te bedoeling gehandeld en mij blijft niets over, dan u te danken en de gevolgen af te wachten. (Wordt vervolgd) die der tegenwoordige Militiewet nog afwijken o. a. met betrekking op het navolgende dat de ingelijfden bij de mili tie, die na het in werking treden van de Militiewet 1901 bij demi lilie te land worden ingelijfd, in gewone tijden, op 1 Aug. van het jaar, waarop door hen een acht jarige dienst is of zou worden volbracht, naar de landweer over gaan, immers voor zooveel zij op dat tijdstip geen bewijs van ont slag behooren te ontvangen; dat de militiedienst van hen, die vóór het in werking treden van de Militiewet 1901 reeds bij de militie te land waren ingelijfd, in gewone tijden, op 1 Aug. van het jaar, waarop door hen een achtjarige dienst is of zou worden volbracht, immers voor zooveel zij op dat tijdstip geen bewijs van ontslag behooren te ontvangen, met zeven jaren wordt verlengd dat de gezamenlijkste hoogste duur van de herhalingsoefeningen thans voor de onbereden en voor de bereden korpsen afzonderlijk in de wet is bepaald, kunnende die oefeningen voor eerstbedoelde korp sen bedragen in het geheel twaalf weken, verdeeld over ten hoogste drie perioden, en bij de bereden korpsen in het geheel acht we ken, verdeeld over ten hoogste twee perioden dat vervallen is de bepaling, vol gens welke de ingelijfden bij de militie te land tot het aangaan van een huwelijk de toestemming van den korpskommandant moeten hebben verkregen; dat niet meer alleen ontheffing van den werkelijken dienst kan worden verleend, indien de inge lijfde geacht wordt onmisbaar te zijn voor het gezin, waartoe hij behoort of waarin hij is opgeno men, doch dat zoodanige onthef fing ook kan worden verleend, in dien hy onmisbaar wordt geacht voor persone(| in wier levensonder houd hij voorzag; dat, indien in de hiervoren be doelde gevallen geen ontheffing wordt verleend, of de verleende ontheffing niet wordt vernieuwd, een geldelijke vergoeding kan wor den toegekend aan het gezin of aan de personen, voor zoover dit gezin of die personen zonder de aanwezigheid van den ingelijfde niet in eigen onderhoud kunnen voorzien; en dat de termijn tot verblijf in het buitenland zonder toestemming van den Minister van Oorlog voor de verlofgangers is gebracht van vier weken op drie achtereenvolgende maanden. De Minister van Oorlog heeft bepalingen in het leven geroepen tot regeling van de betaling en de geneeskundige verpleging van bur gerpersonen. op daggeld in dienst genomen tot het verrichten van werkzaamheden in kazernes en aan- hoorigheden, die door noodzakelij ke afwezigheid of door ziekte ver hinderd zijn hun dienst te ver richten. Bij noodzakelijke afwezigheid wegens verplichten schutterlijken dienst wordt door den burgerper soon, als bovenbedoeld, die niet vrijwillig bij de schutterij dient, genoten van het loon dat hem zou toekomen, indien hij niet af wezig ware geweest. Bij ongesteldheid, ontstaan in en door de uitoefening van den dienst, gestaafd door een bewijs van een officier van gezondheid, wordt het volle daggeld genoten, van en met den dag dat de be trokkene niet meer te werk is kunnen komen. Bij alle andere ziekten, mits niet het gevolg van losbandig ge drag en gestaafd door een bewijs van een officier van gezondheid, wordt het halve daggeld genoten, te rekenen van en metden eers ten vollen werkdag, waarop de betrokkene om voormelde reden niet te werk is kunnen komen. Toekenning van daggeld bij af wezigheid wegens ziekte zal niet langer plaats hebben dan gedu rende hoogstens drie maanden. Is de betrokkene daarna nog ziek, of voor het werk onge schikt, dan zal hij worden ont slagen. Te Maastricht is de 70jari- ge weduwe J. van de trap harer woning gevallen en noodlottig op het hoofd terechtgekomen. Zij was onmiddellijk een lijk. a BIIESKE.YS, 27 December 1901. In de Dinsdagavond gehouden algemeene vergadering van de mu- ziekvereeniging »Uit het Volk Voor' het Volk" alhier is als be stuurslid herbenoemd de heer J. C. H. Snouck Hurgronje met 38 en benoemd in plaats van den heer P. Moggré, die niet meer in aanmerking wenschte te komen, de heer H. Brakman, met 34 van de 44 uitgebrachte stemmen. Te dezer gelegenheid deed zich andermaal de vraag voor of een werkend lid zitting mag nemen in het bestuur. Met het oog op een genomen besluit bij de oprichting moest de ze vraag ontkennend beantwoord worden. De benoeming van het nieuwe lid evenwel, beantwoordt zoowel aan het verlangen van de wer kende leden, als dat ze is over eenkomstig de desbetreffende be paling van het Reglement, wijl de benoemde tevens donateur is. Mocht echter twijfel bestaan om trent de bevoegdheid van de wer kende leden zitting te kunnen ne men in het bestuur, en het regle ment daaromtrent niet duidelijk zjjn, dan nemen we de vrijheid te verwijzen naar het slotartikel van het reglement, hetwelk bepaalt dat gevallen, waarin het reglement niet voorziet, door het bestuur worden beslist. In onze gemeente circuleert een adres aan hst bestuur der Schietverecniging van de Afd. Breskens van Volksweerbaarheid houdende verzoek de schietoefe ningen op Zondag te doen ver vallen. Het zeer geringe gebruik dat van die oefeningen wordt gemaakt zal hoegenaamd geen beletsel zijn om aan het verzoek, voortsprui tende uit het beginsel, dat het gevoel van velen daardoor wordt gekwetst, te voldoen. De uitvoering der werken tot onderhoud van de provinciale wegen in het voormalig vierde di strict is door Ged. Staten gegund aan den heer J. M. H. van de Sande-Monjé te Breskens. Biervliet. Door den Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. alhier is toezegging van beroep gedaan aan den heer VV. J. Val, cand. te Rotterdam. Oostburg. Als bewjjs dat de Olmenboouien tegenwoordig geld waard zijn, kan blijken uit de sommen, waarvoor werd ingeschre ven naar 121 olmenboomen, ten behoeve van den heer J. van Brus sel, burgemeester van Watervliet. Ingeschreven werd door de hee- ren Verdeijn te Watervliet voor 14200 francs, Martens te Gent 1551G fr., Gebr. Baars te Hoofd plaat 16352 frCompernolle te Caprijcke 16380 fr. en J. de Lig- ny te Zuidzande 16438 francs. Dinsdagavond omstreeks 63/4 uur zou de vrouw van den ma chinist Van der Ster met haar 14- jarig dochtertje van het station D. P. te Rotterdam naar Vlaar- dingen vertrekken, waar zij woon achtig is. In afwachting van het vertrek van den trein op het perron staan de, zag zij dat de trein zich in beweging zette, en denkende dat hy vertrekken zou hij was slechts aan het rangeeren), waagde zij een sprong op de treeplank, doch viel. De trein sleepte haar een eind mede, vóórdat men haar uit haar benarde positie kon verlossen. In het bureau van den stati onschef gebracht, overleed zjj een kwartier later, volgens den ter hulp geroepen geneesheer aan schedelbreuk. Er werd onmiddellijk aan ha ren echtgenoot te Vlaardingen ge telegrafeerd, die daarop tegen 9 uur te Rotterdam aankwam, zijn dochtertje, intusschen op den dood van haar moeder voorbereid, bij het lijk van zijne vrouw vinden de. Ongeveer tezelfder tijd wan delden M. Groenendijk en L. van Buren, werklieden van de Maat schappij voor scheeps- en werk tuigbouw Feyenoord te Rotterdam, huiswaarts. Beiden wonen op den Varken- oordschenweg en ter bekorting van den weg derwaarts liepen zij, al hoewel 'zulks verboden is, over de spoorbaan tusschen de rails. Gekomen ter hoogte van wissel 14, halverwege seinpost F en het station IJseliuonde, werden zij overvallen door een hen achterop komenden convooitrein, die van het station D. P. naar IJseliuon de vertrokken was, om daar te rangeeren en vervolgens naar het station Feyenoord terug te keeren. Te laat bemerkten de beide werklieden het gevaar, waarin zij verkeerden de goederentrein greep hen aan en zij werden overreden. Zij werden gevonden liggende met het gelaat in de richting var. IJselmonde, Van Buren tusschen de rails, Groenendijk op gelijke hoogte daarnaast, beiden dood en aan het hoofd vreeselijk verminkt. Onmiddellijk gaf de commissa ris van politie, de heer B. van der Veen zich derwaarts, vergezeld van den inspecteur den heer Van Ingen, om ter plaatse een onder zoek in te stellen. Hieruit is ge bleken dat van schuld van derden geen sprake is en het ongeluk aan eigen onvoorzichtigheid moet wor den toegeschreven. De lijken van beide mannen zijn naar het politiebureau aan de Nassaukade overgebracht om ge schouwd te wordeD. Groenendijk laat een vrouw met twee, Van Buren eene vrouw met tien kinderen achter. Eene rondreizende koop vrouw, die Maandagmiddag in be schonken toestand te Nijmegen liep en door de politie eenige u- ren ter ontnuchtering in het lo kaal in de Nieuwstraat werd op geborgen, bleek nog eene rekening met de justitie te hebben vereffe nen. Ze is Dinsdagmorgen naar Arnhem overgebracht om de 28 dagen uit te zitten die ze wegens openbare dronkenschap bij verschil lende kantongerehten had te goed gemaakt. Tegen den oud-generaal in Russischen dienst, Mnrakoff, thans handelaar te Marseille, is te War schau een proces aanhangig ge maakt wegens verraad, dat voor 3 jaren door hem zou zijn gepleegd. Hij zou namelijk voor 900.HOU roebels aan een Fransch officier de plannen van het paviljoen 10 van de vesting Warschau (waar de politieke veroordeelden worden ge vangen gehouden) hebben ver kocht. De generaal ontkent het feit niet, maar zegt slechts 60.000 roebels te hebben ontvangen. Een onvoorziene omstandig heid, namelijk het loslaten van 't soldeersel, is, volgens den ingeni eur van het stoomwezen, de oor- zuak geweest van het springen van een afvoerbuis in de stookplaats

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1901 | | pagina 2